Na heel wat lobbywerk, maandenlange discussies en een breed spectrum van opinies, gaande van vrijblijvende zelfregulering tot strikte verplichtingen, werd na een 36-uur durende meeting een politiek akkoord bereikt over de regelgeving voor het gebruik van ai. Een primeur en het einde aan de wetteloosheid op het gebied van ai.
Wetteloosheid van ai? Niet echt, want ook nu werken de ontwikkelaars van ai niet in het Wilde Westen. Ontwikkelaars van ai-applicaties moeten nu reeds met heel wat regelgeving rekening houden, zoals onder meer de GDPR, regels omtrent intellectuele eigendomsrechten, portretrechten, oneerlijke marktpraktijken en anti-discriminatiewetgeving. Daarnaast zijn er ethische principes en richtlijnen die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van de technologie. De AI Act zet die ethische gedachtegangen ter bescherming van fundamentele rechten nu om in bindende wetgeving, met specifieke verplichtingen voor ontwikkelaars van ai en boetes in geval van niet-naleving. Een logische vervolgstap.
Amerikanen verwijzen weleens spottend naar de Europese drang om te reguleren dat ‘Brussels the Silicon Valley of regulation‘ is. Een populaire kritiek op de AI Act is dan ook dat de wet de vrijheid om ai te ontwikkelen zou beperken. De AI Act zou Europese aanbieders en de EU op achterstand kunnen zetten ten opzichte van grootmachten China en de VS door de ontwikkeling van ai dwars te zitten. Maar ook in vele andere regio’s worden initiatieven genomen om ai te reguleren, waarbij het duidelijk lijkt van waar zijn hun ideeën halen. The Brussels effect?
Impact
In bovenstaande context wordt vaak de vraag gesteld wat de impact zal zijn van de AI Act op innovatie in Europa. Zal de wetgeving innovatie remmen? Hoogstens in beperkte mate (in de veronderstelling dat er uitzonderingen zijn voor opensource general purpose-modellen). Natuurlijk zal het voor organisaties die werken met ai, en meer specifiek bedrijven die werken met of aan highrisk-applicaties (zoals specifieke use-cases in de hr-sector) veel tijd en energie kosten om aan de regelgeving te voldoen, maar dat zal, net zoals bijvoorbeeld de GDPR, een kwestie van aanpassen worden. Bovendien is het leeuwendeel van de ai-applicaties niet onderhevig aan strenge verplichtingen, omdat het geen highrisk-applicaties zijn, en heeft de maatschappij hoe dan ook weinig baat bij de door de AI Act verboden ai-applicaties.
De AI Act zal innovatie bijgevolg niet noodzakelijk tot stilstand brengen. Maar kan de wet innovatie stimuleren? Aangezien de wet een veilig en gereguleerd kader tot stand brengt dat vertrouwen in de technologie creëert, kan dit bijdragen aan gezonde innovatie. Maar voor innovatie die competitiviteit op wereldniveau faciliteert, is een bredere structuur en cultuur nodig met een daadkrachtige economische politiek met stimulus voor bedrijven, zoals voordelige fiscale regimes, aantrekkingskracht voor talent, mogelijkheden voor het ophalen van investeringen, en veel meer.
Klaarstomen
Los van de vraag wat de impact is op innovatie, staat het vast dat de AI Act eraan komt en dat bedrijven zich reeds moeten klaarstomen voor de inwerkingtreding ervan. Zelfs als er nog onduidelijkheid bestaat rond de finale tekst, kunnen bedrijven zich voorbereiden door bestaande wetgeving na te leven, eigen ethische richtlijnen te implementeren en een gestructureerde ai-governance en processen omtrent risicomanagement op te bouwen.
Michiel van Lerbeirghe is legal counsel bij ML6