Directeur Pieter-Paul van Beek: ‘Low-code staat niet langer op het uithangbord‘
Het duurzame denken begint langzamerhand door te dringen bij de Nederlandse it-verantwoordelijken. Des te efficiënter de software functioneert, des te groener functioneert de it-afdeling en wordt de ’carbon footprint’ van de gehele organisatie verlaagd. Thinkwise afficheert zich ook graag met duurzaamheid. Low-code staat niet langer op het uithangbord, vertelt algemeen directeur Pieter-Paul van Beek van het softwarebedrijf uit Apeldoorn. Hij spreekt liever van ‘een platform voor modernisering van kritische kernapplicaties, waardoor software niet langer verouderd maar meegroeit met de organisatie.’
Environmental, Social en Governance (ESG) is een thema dat bij veel bestuurders van organisaties en investeerders aandacht heeft. Het raakt hen ofwel vanuit persoonlijke, ethisch opvattingen, ofwel ze worden er financieel door aandeelhouders of overheden op afgerekend. Thinkwise-ceo Pieter-Paul van Beek sprak tijdens een recent internationaal evenement van het bedrijf voor een volle zaal in het Orpheus theater in de thuisstad. Van Beek ziet de toenemende belangstelling voor duurzaam ondernemen als groeikans voor zijn onderneming.
Het bedrijf brengt speciale ESG-software op de markt, die dankzij geïntegreerde ai-functionaliteit ondernemingen in staat stelt om hun operaties en applicaties af te stemmen op de regelgeving ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zeker bij de detailhandel, waar bedrijven hun toevoerketen nauwkeurig in kaart moeten brengen met opgaven van welke materialen er zijn gemoeid bij het samenstellen van producten en op welke wijze die zijn geproduceerd, verwacht Van Beek veel interesse.
Kernapplicaties isoleren
Thinkwise staat bekend om zijn lowcode-ontwikkelsoftwareplatform waarmee legacysystemen zijn te moderniseren. Nadrukkelijk stelt Van Beek dat dit platform zich niet puur richt op vervanging van ’legacy’-software. Je moet in zijn ogen een onderscheid maken tussen een functionele en een technologische veroudering. Functioneel kunnen oudere systemen heel goed in elkaar steken. Zijn ze gebonden aan de kerntaken, dan wil je ze liever niet vervangen omdat je daarmee het voortbestaan van je organisatie in gevaar brengt.
De kunst is dus om de kernapplicaties te isoleren van de rest en de procesgang van de kritische delen, inclusief complexiteit en afhankelijkheden opnieuw te ordenen naar een simpeler en transparanter model, afgestemd op moderne technologie. ‘Daar hebben wij veel ervaring mee’, zegt Van Beek. ‘Eerst vanuit pure dienstverlening, nu vanuit een op licentiebasis geleverd softwareplatform.’
Vergaarbak voor vervuilde SAP-code
De Thinkwise-directeur haalt graag SAP aan als voorbeeld. Hij ziet de toekomstvisie van zijn eigen bedrijf bevestigt in de kernboodschap van de Duitse enterprise resource planning-software (erp)-reus: ’keep the core clean’. Met Hana S/4 wil het Duitse softwareconcern hun omvangrijke klantenkring voor on-premise ERP-applicaties met veel maatwerk laten migreren naar de cloud met software die voor een belangrijk is gestandaardiseerd naar generieke functionaliteit. Daarmee wordt het versiebeheer en onderhoud een stuk eenvoudiger. Na een periode van onstuimige erp-projecten ziet Van Beek tot zijn genoegen SAP met het strippen van het maatwerk terugkeren naar dat waar ze goed in zijn: de financiële verslaglegging in de back-office. ‘Het ‘one stop shopping’ model laten ze varen. Wij fungeren graag als vuilnisbakje naast het ‘clean core’ model.’
‘Qua omvang kunnen wij ons natuurlijk niet met hen vergelijken’, zo vervolgt Van Beek. ‘Als ik bij hun klantenkring van multinationals aanklop met mijn voorstel, krijg ik te horen dat zij ‘olifanten’ zijn en dus alleen zakendoen met ‘olifanten’. Maar wij pretenderen helemaal niet SAP voor elk onderdeel in het applicatielandschap te willen vervangen. Ons gaat het alleen maar om de bedrijfskritische functionaliteit waarvoor ondernemingen nu nog maatwerk inzetten. Die kunnen wij vervangen en laten aansluiten via onze connectie-oplossingen op dat deel van de bedrijfstoepassingen die ze met standaardoplossingen invullen. Inmiddels weten adviesbureaus die grote ondernemingen helpen met it-vraagstukken ons vaker te vinden.’
Neerbuigend
Ontwikkelaars willen nog wel eens neerbuigend oordelen over low-code-instrumenten. Van Beek: ‘Ze redeneren dan vanuit hun vaardigheid in het vervullen van hun taak op microniveau, maar vergeten de functionele eisen op macroniveau, zoals: de data-integriteit; het correct vaststellen van de samenhang van processen en het testen van dwarsdoorsneden in de architectuur. Die controletaken hebben allemaal betrekking op kwaliteitscriteria, gericht op het vroegtijdig uitsluiten van fouten.’
Hij beweert dat met het Thinkwise-platform 30 tot 60 procent van de functionaliteit is te hergebruiken. ‘In twee dagen ordenen en ’upcyclen’ we een applicatie, afhankelijk van de manier waarop destijds de oorspronkelijke versie is geprogrammeerd. Wanneer dat bijvoorbeeld met 4GL tools als U-Soft is gedaan, verloopt het proces soepeler. Inmiddels kunnen we dat ook met in Cobol ontwikkelde programmatuur. Binnen een jaar hergebruiken we 70 tot 80 procent van de functionaliteit dankzij de toevoeging van artificiële intelligentiealgoritmen.’
Van wie zijn de data
Ombouwen van legacy systemen impliceert vaak interoperabiliteit met database-oplossingen die zijn vastgeklonken aan de applicatie. ‘Off-loaden’ van data, het bewerken daarvan en weer terugschrijven is niet altijd toegestaan. Gebruikers kunnen zich in een ‘lock-in’ situatie bevinden. Van wie zijn eigenlijk de data: de gebruiker of de it-leverancier? De Thinkwise-baas denkt dat er inmiddels op dat vlak voldoende jurisprudentie ligt om een conflict te vermijden.
Wel ziet hij tot zijn verbazing dat soms ook grotere organisaties het contractueel niet goed hebben geregeld. In zo’n geval kan de oplossing bestaan uit een financiële vergoeding voor een export-module ten behoeve van datamigratie. ‘Wij hebben daar geen enkele moeite mee, omdat we de ‘intellectual property’ van de andere technologie-partij niet aantasten. In een aantal gevallen is dat ook technisch en juridische vastgesteld.’
Onderscheid
Door zich niet langer als low-code speler te positioneren, wil Thinkwise zich onderscheiden van het Portugese Outsystems en het van oorsprong Nederlandse Mendix, low/no-code-leveranciers die inmiddels internationaal een naam hebben opgebouwd. Bij de ontwikkeling van it-applicaties aan de voorkant van bedrijfsprocessen hebben zij volgens Van Beek een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand brengen van een beter begrip tussen de business en it.
‘Daar profiteren wij nu van. De markt is inmiddels heel groot en daarin hebben wij onze eigen niche gevonden. We opereren in 35 landen. Ondank het feit dat we vandaag de dag meer omzet maken met licentieverkoop, is de urenomzet niet teruggelopen, juist omdat we meer aan training en ‘auditing’ doen ter waarborging van de kwaliteit.’