Met een meerjarenaanpak, een adviesfunctie voor verantwoord datagebruik, een Triage-loket, een Digilab én een Nationaal innovatiecentrum voor privacy-enhancing technologies (Nicpet) wil de rijksoverheid de impasses doorbreken rondom gegevens delen. Vooruitgang wordt er namelijk nauwelijks geboekt. Zo bleek tijdens de Stelseldag, het congres over de Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) en het Federatief Datastelsel.
Beide initiatieven – IBDS en het Federatief Datastelsel – kwamen al eerder van de grond, reden voor de overheid om op de Stelseldag te laten zien wat er allemaal gebeurt. Ambtenaren bedachten ook het Digilab, opgezet vanuit Data bij de Bron, Regie op Gegevens, Common Ground en de Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS). Het Interbestuurlijk Data Overleg (IDO) geeft richting aan de IBDS op strategisch niveau. De regie ligt weer bij het ministerie van BZK. En een kenniscentrum helpt met verantwoord datagedreven werken.
‘Met de eerste grote initiatieven, de IBDS en het Federatief Datastelsel, zijn we volop op stoom gekomen,’ zei Ronald Stomp, programmamanager bij BZK. Aan aanpakken, adviesfuncties, werkgroepen, commissies, innovatiecentra, strategieën en stelsels geen gebrek. Maar zijn staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering) meldde op hetzelfde congres dat er concreet nog weinig voortgang valt te melden.
Geringe vooruitgang
‘Het is nog een lange weg te gaan naar de ‘digitale overheid van morgen’, liet ze weten. De vooruitgang is gering. Zwakke plek is de gegevensuitwisseling. Deze verloopt in de praktijk nog te moeizaam.
Nuchter vertelde zij waar het allemaal aan schort. ‘Alle overheidslagen lopen tegen dezelfde problemen aan: Er heerst veel onzekerheid of uitwisseling juridisch mogelijk is. Bovendien verschillen de technische standaarden waardoor er geen uitwisseling plaats kan vinden.’
Van Huffelen: ‘Door de organisatorische inrichting is besluitvorming over gegevensdeling onnodig complex. Hierdoor komt het voor dat burgers en ondernemers gegevens steeds opnieuw moeten aanleveren. Of dat analyses te beperkt zijn om besluitvorming op dossiers als wonen en klimaat goed te ondersteunen. Daardoor missen we kansen.’
De staatssecretaris constateert dat de maatschappij tegelijkertijd zeer kritisch is over hoe de overheid omgaat met data van burgers. ‘En dat is begrijpelijk gezien de fouten die hiermee in het verleden zijn gemaakt.’
Triage en Nicpet
Van Huffelen stelt dat we de omgang met data daarom anders moeten organiseren. Allereerst moeten de data waarover de overheid beschikt beter vindbaar, koppelbaar en bruikbaar worden. Daarnaast is belangrijk dat we de legitimiteit van de overheid versterken. ‘Hier zijn nieuwe manieren van datadelen voor nodig, waarbij we onze manier van werken over de hele overheid moeten standaardiseren.’ Het is zaak om data op dezelfde manier te beschrijven, publiceren en verwerken.
Volgens de staatssecretaris is dat een belangrijke opgave voor een volgend kabinet. Op initiatief van het Netwerk Publieke Dienstverleners komt er een triage-loket. Deze club moet helpen om de impasses rondom gegevens delen te doorbreken door goede analyse van de problemen en gezaghebbend advies.
Het eveneens opgerichte Nationaal innovatiecentrum voor privacy-enhancing technologies (Nicpet) denkt na over oplossingen om gevoelige data te kunnen verwerken zonder het risico van datalekken. TNO is hierbij betrokken en brengt kennis over de zogeheten pet’s (privacy enhancing technologies, zoals multi-party computation).
wat een ambitie. Organisatorisch, juridisch en technisch deugt het niet, “onnodig complex”, “onzerkerheid”, “verschillen de technische standaarden”.
Volgens Spoelstra zijn er dan ook twee soorten mensen: fans van automatisering en mensen die er nog nooit iets aan hebben verdiend.
Misschien ligt het daar ook een beetje aan.
“Daarnaast is belangrijk dat we de legitimiteit van de overheid versterken.” zegt van Huffelen.
“Volgens de staatssecretaris is dat een opgave voor een volgend kabinet.”
Kabinet Wilders met zn kopvoddentaks 🙂
De staatssecretaris constateert dat de maatschappij tegelijkertijd zeer kritisch is over hoe de overheid omgaat met data van burgers. ‘En dat is begrijpelijk gezien de fouten die hiermee in het verleden zijn gemaakt.’
Het is geen voltooid verleden tijd als de e-overheid van digitale loketten nog altijd worstelt met de transitie naar een i-overheid waarbij de focus op informatie gelegd wordt. De ruwe feitelijke gegevens zonder context zijn tenslotte nietzeggend als we kijken naar DIKW-synthese middels het leggen van verbanden om tot inzichtelijkheden te komen. Omzetting van alle ongestructureerde data naar gestructureerde datasets die gecatogoriseerd en georganiseerd zijn naar betekenis is inderdaad een grote ambitie doordat van Huffelen geen idee heeft hoe groot deze olifant is.
In het land der blinden is éénoog koning want na het bonnetje van Teeven kwam Veel Vergeten Data partij met Jorritsma die een geheel eigen versie van de waarheid heeft. Het beter vindbaar, koppelbaar en bruikbaar maken van data wordt lastig als je conform de Rutte doctrine dit willens en wetens belemmerd door onrechtmatig de bewijslast te vernietigen. Wat betreft politieke spelletjes over functies elders is het wel handig als je niet gekoppeld kunt worden aan je fouten. Vroeg of laat spoelt er een back-up aan die helderheid geeft over het spel omdat de impasse grotendeels om onwil gaat.
Groeiende brigade ‘zwartlakkers’ die vanwege een beeldvorming van Pieter Omtzigt nu witte kalk gebruiken geeft een idee hoe dingen bewaard worden, de AVG geldt ook de archivering. Niks is makkelijker te temmen dan papieren tijgers want de impasse aangaande een classificatie van data is onwil. Nationaal innovatiecentrum voor privacy-enhancing technologies terwijl ‘privacy-by-design’ (and default) om een datareductie gaat klinkt als het paard achter de wagen spannen, PII van koppeling van gedrag aan de kassa gaat tenslotte om de staatskas.
Het is niet aan demissionaire staatsecretaris om agenda van volgende kabinet te bepalen want deze heeft al genoeg uitdagingen in het herstellen van alle eerdere fouten. Het brevet van incompetentie om problemen op te lossen en vertrouwen te herstellen gaat tenslotte om een verkiezingsuitslag welke me doet denken aan de puinhopen van een paarse krokodil.
Ach, door de organisatorische inrichting is besluitvorming over gegevensdeling onnodig complex. Dat is het natuurlijk. En we hebben nieuwe manieren van data delen nodig. Dat gaat wel opschieten zo. Maar hoe gaan we met inachtneming van deze omstandigheden feitelijk voorwaarden scheppen die over 20 jaar nog staan? En hoe zien die er uit? Heeft het ministerie daar ook een visie over en op? Het is net of je met een automonteur staat te praten die even niet meer weet hoe het nu verder moet.