Defensie vervangt de komende jaren zijn tactische communicatiemiddelen en daaraan gebonden it-infrastructuur. Het budget voor dit project Foxtrot, genoemd naar het callsign van de sergeant verbindingen, ligt tussen de één en 2,5 miljard euro.
Het programma Foxtrot loopt al een paar jaar maar krijgt nu handen en voeten. Vanaf 2026 verwacht Defensie de eerste moderne verbindingsmiddelen met onderliggende it-infrastructuur te kunnen gebruiken, met een uitloop naar 2034. Doel is zoveel mogelijk technologie van de plank te gebruiken.
Defensie kiest daarbij voor een ‘best of breed’-strategie waarbij de geschikste (deel)systemen worden verworven uit de markt met een zo groot mogelijke betrokkenheid van de Nederlandse defensie-industrie. De krijgsmacht wil in eigen regie, met ondersteuning van leveranciers, de integratie van deze (deel)systemen en softwareoplossingen realiseren, ook om een ‘vendor lock-in’ te vermijden. Mochten er geen Nederlandse marktpartijen voorhanden zijn voor bepaalde producten of services, dan vraagt Defensie aan partnerlanden of zij die in huis hebben.
Kajsa Ollongren, minister van Defensie, heeft in een brief de Tweede Kamer geïnformeerd over de opzet en achtergronden van Foxtrot. Daarin geeft zij aan het project verbanden heeft met twee andere grotere it-projecten: het programma Grensverleggende IT (GrIT; modernisering it-infrastructuur en datacenters statische domein) en het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (Voss; te voet, onderlinge communicatie soldaten).
Informatiegestuurd optreden
Foxtrot draait om de modernisering en vervanging van tactische it-infrastructuurmiddelen, waaronder militaire radio’s, interne voertuignetwerken en intercomsystemen en command & control-applicaties voor grote aantallen voertuigen, (amfibische) vaartuigen en vliegende platformen, waaronder helikopters. De investeringen zijn nodig in het belang van het zogeheten informatiegestuurd optreden (IGO), een van de kernpunten van de strategie van de krijgsmacht.
Om het in aantallen uit te drukken: het betreft circa achtduizend voertuigen, 3.500 uitgestegen (los van het voertuig) militairen, 135 vaartuigen en 170 vliegende platformen. Hiermee worden alle grote eenheden van de Koninklijke Landmacht en de bataljons van het Korps Mariniers van moderne middelen voorzien, evenals het Defensie Helikopter Commando (DHC) en de militaire politie-eenheden van de Koninklijke Marechaussee.
Twee sporen
Foxtrot wordt in een aantal bouwblokken of deelprojecten uitgevoerd en kent twee sporen: modernisering en continuïteit. Het eerste spoor behelst als eerste stap het verbeteren van de connectiviteit tussen de verschillende platformen (voertuigen, vaartuigen, vliegtuigen en uitgestegen militairen), evenals het moderniseren van de it-platforminfrastructuur. Denk onder andere aan een nieuwe generatie softwaregestuurde militaire radio’s (software defined combat net radios) en de verbreding naar connectiviteit via civiele standaarden waaronder wifi, 4G/5G-verbindingen en satellietcommunicatie.
Het tweede spoor gaat om het behoud van continuïteit om operaties te kunnen voortzetten tot het moment dat militaire eenheden van nieuwe middelen worden voorzien. Momenteel zijn er diverse communicatiemiddelen die het eind van hun levensduur naderen maar nog wel een tijdje in de lucht moeten worden gehouden, zoals de grond-lucht radio’s voor communicatie tussen grondeenheden en (gevechts-)helikopters of jachtvliegtuigen.
Volgens Defensiemagazine gaat het om twee programma’s met meerdere projecten.
Het eerste programma is nodig om de grote achterstanden door bezuinigingen van de laatste decennia op te lossen. Belangrijk omdat de update – en vervangingscyclus binnen de ICT korter is dan bij de rest van de wapen(deel)systemen.
Het andere programma is bedoeld als een grote stap voorruit met integratie van Command, Control, Communications, Computers & Intelligence (C4I) voor Informatiegestuurd Optreden, waarvan de basis in de jaren 80-90 is ontwikkeld. C4I is digitaal, steeds meer geautomatiseerd en met steeds meer AI. Simpel gezegd, defensief of offensief moet het juiste vijandelijk doel met het daarvoor meeste geschikte wapensysteem aangevallen kunnen worden om ook in een getalsmatige minderheid succesvol te zijn. In de praktijk is dat niet gemakkelijk om veel redenen. Oorlog wordt snel chaos. Voor Informatiegestuurd Optreden moet de logistiek er voor zorgen dat de juiste mensen en middelen op tijd op de juiste plek zijn. Daarvoor heb je een goed werkend ERP-systeem nodig. Ik hoef alleen maar de SAP-implementatie SPEER (Strategic process and enabled re-engineering) te noemen, dat meer dan 900 miljoen euro heeft gekost, zonder dat alles werkt. Veel gevechtseenheden zijn geheel wegbezuinigd om alleen SPEER te kunnen betalen.
Het opmerkelijke is dat defensie twee strategische sporen volgt bij de Foxtrot C4I ontwikkeling.
Aan de ene kant wil defensie naar een eigen C4I omgeving, met een optimale onderlinge integratie tussen alle eigen krijgsmachtonderdelen. Hierbij zal bijvoorbeeld de integratie tussen land- en luchtmacht C4I vergaand zijn om optimaal gebruik te maken van de nieuwe F-35 straaljager met hun uitgebreide multifunctionele missiecomputer en geavanceerde radar en andere sensoren. Het C4I van Foxtrot is dus zeer ambitieus voor een defensie-organisatie die jarenlang is uitgehold en gedemotiveerd door de politiek van Balkende en Rutte.
Anderzijds waar doen we het voor. We voegen onze zeer sterk ingekrompen krijgsmachtonderdelen al jaren samen die van NAVO-partners. Bijvoorbeeld; we hadden vroeger een zelfstandig legerkorps met 3 zelfstandige divisies met 12 brigades, waar elk jaar zo’n 40.000 dienstplichtigen opgeleid werden. In totaal waren er 65.000 landmacht militairen en na mobilisatie tot wel 210.000, inclusief territoriale eenheden. Onze landmacht heeft ondanks de flinke bevolkingsgroei thans nog maar zo’n 20.000 militairen in vredestijd en na mobilisatie van de reserves 24.000. Onze 3 afgeslankte brigades schuiven aan bij het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps (1(GE/NL)Corps. De eveneens sterk ingekrompen Duitse landmacht telt nog altijd 63.000 militairen in vredestijd. Dan zou je verwachten dat Nederland samen met Duitsland zou investeren in een gezamenlijk C4I en het grotere Duitse defensie-apparaat zou volgen.
Maar in Den Haag denken ze dat onze staat en ook defensie heel goed is in mega ICT-projecten. Bovendien heeft strategische gespletenheid Nederland in het verleden alleen maar veel gekost en weinig opgeleverd. Het programma van achterstanden oplossen zal wel goed kunnen verlopen, maar het C4I megaproject heeft weinig kans van slagen.
Defensiemagazine stelt dat C4I vooral om de situational awareness voor de individuele gebruiker gaat, zeg maar het beantwoorden van vragen als ‘waar ben ik’, ‘wat is het probleem’ en ‘wat is het plan’? Volgens IK2-17 verbeterd dit de bevelvoering op een groeps- en pelotonsniveau doordat je direct de ‘sitrep’ geprojecteerd krijgt middels een AR bril. Zie ook de huidige ontwikkelingen in Oekraïne waar zichtdekking door het gebruik van drones steeds lastiger wordt. Wat betreft integratie van krijgsmachtsonderdelen kun je met ‘waar ben ik’ preciezer vuursteun aanvragen, in de jaren 80-90 lagen mogelijkheden hiervoor meer op compagnie niveau doordat alleen al de accu’s niet te tillen waren. Blote kont, koppel en speer hebben we sinds tweede wereldoorlog vooral kleinschalige militaire inzet gehad in de vorm van de vredesmissies onder de vlag van de VN.
Het Defensiemagazine noemt bij het project Project VOSS-C4I inderdaad als eerste Awareness. Maar dat behoort geen probleem te zijn bij een goede opleiding en bevelvoering. Awareness wordt veel genoemd, maar bij gebrekkige Awareness denk ik vooral aan de politiek.
C4I is bedoeld om alle niveaus te koppelen, van de soldaat te velde tot en met de hoogste gecombineerde militaire staven. C4I kan de afstemming versnellen en verbeteren, doordat in principe iedereen met elkaar kan communiceren en beelden (die vaak meer zeggen dan woorden) met een hoger niveau kan delen, om middelen optimaal te verdelen. De Intelligence kan door een frontsoldaat geleverd worden (als dan niet met kleine drones) en dan kunnen diverse niveaus meekijken en meeluisteren. C4I helpt sneller orde in de chaos te brengen, vooral door de C van Computer.
Heb je over bijvoorbeeld vuursteun, dan heb je mogelijk over korte dracht vuursteun door mortieren en kleine drones met kleine granaten tot en met raketten voor afstanden van honderden kilometers. Gezien de bezuinigingen bij defensie onder Balkenende en Rutte, is het te hopen dat een partnerland ons lateraal via C4I kan helpen.
De zware loodaccu’s zijn vervangen door lichtere lithium-ion-accu’s, maar er zijn te velde tegenwoordig ook veel meer zendende devices die ook 24/7 gebruikt worden. Het nadeel daarvan is dat de tegenstander je via Electronic Intelligence eerder weet te vinden, zoals in Oekraïne weer te zien is. Tegenwoordig is ook digitale of elektromagnetische camouflage mogelijk. En je kan nog altijd terugvallen op radiostilte. Want je wilt met VOSS niet het haasje worden.