Naarmate medewerkers (gedeeltelijk) terugkeren naar kantoor, overwegen veel organisaties om een deel van hun applicaties terug te plaatsen naar de on-premises omgeving. En met de toenemende financiële druk, wordt het alsmaar belangrijker waar en hoe data opgeslagen worden.
Dit is niet alleen een financiële beslissing. Ook technische en beveiligingsvereisten moeten in overweging worden genomen als organisaties hun prestaties willen optimaliseren en zichzelf willen beschermen tegen cyberdreigingen, zoals ransomware. Als gevolg hiervan heroverwegen organisaties hun cloudstrategieën en wegen ze de voor- en nadelen van het verplaatsen van workloads naar de cloud beter af, verkennen ze verschillende providers, repatriëren ze workloads terug naar hun datacenters, of een combinatie van alle drie op basis van hun unieke behoeften. Maar om volledig te kunnen profiteren van deze opties, is het essentieel dat zij voldoende aandacht besteden aan datamobiliteit.
Pandemie
Om te begrijpen waarom datamobiliteit belangrijk is, moeten we terug naar de pandemie die ertoe leidde dat medewerkers op afstand moesten werken. Hierdoor ontstond de behoefte aan een continue stroom van services en data. Als reactie hierop versnelde circa tachtig procent van de organisaties hun migratie naar de cloud.
Toen medewerkers terugkeerden naar kantoor, zagen it-leiders echter dat de kosten voor de cloud enkel toenamen. Dit terwijl veel van hen ook nog fysieke servers hadden. Dus waarom zouden ze hun workloads niet terug on-site brengen? Deze repatriëring zien we de laatste tijd vaker. Uit het ‘Veeam Data Protection Trends Report’ blijkt dat het aantal on-premises servers in 2023 voor het eerst in drie jaar is toegenomen.
De andere optie is om vast te houden aan de cloud. Misschien komen medewerkers niet terug naar kantoor of zijn de services van de organisatie zo verspreid geraakt dat het niet logisch is om alles terug te brengen naar on-premises servers. Als organisaties zich van hun fysieke infrastructuur hebben ontdaan tijdens de pandemie, dan is het het niet waard om deze opnieuw aan te schaffen en in te richten. In dat geval willen organisaties nog steeds hun kosten optimaliseren, maar moeten zij dit in de cloud doen door deze opnieuw te ontwerpen met meer cloud-native oplossingen zoals platform-as-a-service of managed database-services. Hierbij hoeft de gebruiker zich geen zorgen meer te maken over de onderliggende hardware, operationele systemen en patches.
Neem de controle terug
Organisaties realiseren zich steeds meer dat ze opties hebben. Nu zij veelal in hybride of multi-cloud-omgevingen werken op basis van hun unieke behoeften, kunnen zij elke workload case-by-case reorganiseren. Dit is echter niet altijd eenvoudig. Veel organisaties hebben inmiddels ervaren dat het migreren van workloads (naar de cloud) een hele klus is. Om zo veel mogelijk te profiteren van de verschillende opties die zij hebben met betrekking tot waar hun workloads draaien, moeten zij er eerst voor zorgen dat ze deze eenvoudig kunnen verplaatsen wanneer dat nodig is.
Een van de eerste dingen die zij moeten regelen, is het vermijden van cloud lock-in. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, vanwege de vele manieren waarop een lock-in voorkomt. Dit kan zijn omdat integraties met eigen services en api’s lastig te repliceren zijn, medewerkers leverancierspecifieke vaardigheden en kennis hebben of gewoon door het enorme volume aan data in één enkele cloud die bijna onmogelijk te verplaatsen is. Als alternatief is het voor it-teams mogelijk om zichzelf buiten andere omgevingen en clouds te houden door architectuur te bouwen die nergens anders werkt.
Zodra deze uitdaging is overwonnen, moeten organisaties nadenken over hoe ze data van de ene naar de andere omgeving kunnen verplaatsen op een veilige manier, zonder dat kritieke workloads verloren gaan of tijdelijk niet beschikbaar zijn. De veiligste manier om dit te doen is met applicatie-consistente back-ups. Op deze manier beïnvloed je niets in de productie, maar repliceer je een kloon om mee te migreren. Vervolgens kun je testen of alles in de nieuwe omgeving goed werkt voordat je de oude workloads offline haalt.
Transformatief
Hoewel mobiliteit zeker waarde toevoegt als het gaat om het ondersteunen van migraties, kan het ook transformatief zijn op andere manieren. Door workloads en applicaties te repliceren en hosten, kunnen teams afzonderlijke omgevingen opzetten voor tests en analyses, zonder bestaande applicaties te vertragen. Dit betekent dat organisaties de waarde van de (vaak grote hoeveelheden) data beter kunnen benutten en ontsluiten.
Er is nog een laatste, en niet-onderhandelbare, reden voor it-teams om te streven naar voldoende datamobiliteit. Als we het hebben over workloadmigratie, spreken we vaak van de zeven R’s. Maar als we kijken naar het grotere geheel, kunnen we nog een R toevoegen aan de lijst: recoverability.
In het geval van een incident hebben de meeste organisaties backups om op terug te vallen. Dit kan op kleine schaal zijn, zoals een per ongeluk verwijderde virtual machine of een mislukte patch. Of een op grote schaal, zoals een organisatiebrede storing of een ransomware-aanval. Volgens het genoemde rapport heeft 85 procent van de organisaties het afgelopen jaar met ten minste één incident te maken gehad. Als de oude omgeving niet beschikbaar, aangetast of afgezet is als plaats delict, kan een backup je maar tot een bepaald punt helpen en zullen je workloads ergens anders moeten herstellen. We zien een bijna fifty-fiftyverdeling van organisaties die herstellen naar on-premises en naar de cloud. Waar naartoe je data ook verplaatst, dit moet gemakkelijk op een veilige en efficiënte manier kunnen, om downtime te minimaliseren. Tijdens een incident is het geen goed moment om een cloudmigratie te moeten regelen. Het loont dus om hierop voorbereid te zijn en na te denken over hoe je datamobiliteit kunt garanderen.
In een hybride wereld hebben organisaties vaker de flexibiliteit om hun workloads te beheren waar zij dat willen. Zij moeten er echter ook voor zorgen dat ze over datamobiliteit beschikken om hiervan te kunnen profiteren. Naarmate organisaties hun cloudvoetafdruk opnieuw beoordelen, moeten ze ervoor zorgen dat ze hun data veilig van de ene naar de andere omgeving kunnen verplaatsen, en waar nodig herstellen, zonder verrassingen.
(Auteur Michael Cade is global field cto cloud native product strategy bij Veeam.)