De ai-hype voltrekt zich in een hoger tempo dan verwacht, gelet op de glanzende resultaten die Nvidia vanochtend rapporteerde. De leidende fabrikant van ai-chips zag de omzet over het derde kwartaal verdrievoudigen tot iets meer dan achttien miljard dollar vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Dat is veel meer dan (beurs)analisten hadden voorzien.
Omdat de grote ai-spelers koste wat kost grafische chips willen hebben, kan de Amerikaanse chipontwerper vragen wat het wil. De winst explodeerde dan ook van 680 miljoen tot 9.243 miljoen dollar, een stijging van 1.259 procent. En de hausse tempert allerminst. Voor het lopende kwartaal wordt een omzet van twintig miljard verwacht, wederom ver boven de eerdere verwachtingen.
Het is niet alleen maar rozengeur en maneschijn voor het bedrijf dat op de beurs nu zo’n 1.225 miljard dolla, waard is. In Israël heeft Nvidia rond de 3.400 medewerkers waarvan een aanzienlijk deel is opgeroepen voor de militaire dienst. De research en productontwikkeling dreigt te worden vertraagd als de strijd tegen Hamas nog lange tijd voortduurt. Ook andere techbedrijven die rond Tel Aviv zijn gevestigd, ondervinden last. En in de huidige ai-markt heeft Nvidia die onderzoekers hard nodig.
Voor het trainen van ai-modellen hebben de datacenters van vooraanstaande ai-bedrijven als Microsoft, OpenAI, Google, Amazon en Meta computercapaciteit nodig. De behoefte aan chips die nog meer rekenkracht kunnen leveren, blijft onverminderd groot. Nvidia, op afstand gevolgd door AMD, heeft Intel daarbij naar het tweede plan verwezen.
Naast de het Israëlisch-Palestijns conflict kunnen ook de Amerikaanse exportbeperkingen naar China impact hebben op Nvidia. Een vijfde van de omzet komt uit dat land. Nvidia mag net als chip-machinemaker ASML niet meer de meest geavanceerde technologie leveren. Dat kost omzet. Nvidia-baas Huang heeft zijn onderzoekers daarom opdracht gegeven speciaal voor China een geavanceerde chip te ontwerpen die de exportbeperkingen omzeilt.