In deze derde aflevering van de rubriek ‘High Performers’ een tweegesprek tussen it-ondernemer Hans van Bommel en prof.dr. Hans Mulder over prototyping en wetgeving.
Van Bommel: Parlementariërs denken te gemakkelijk dat de wetten die ze bedenken ook uitvoerbaar zijn. Die toeslagen bijvoorbeeld blijven de maatschappij echt pijn doen en daar moeten we innoveren. Daarvoor hebben we Flow nodig, maar hoe doen we dat? ‘
Mulder: Met stilstaan om fouten te voorkomen, kom je nooit tot een oplossing. Het kan anders. In die toeslagen hebben we een sprekend voorbeeld in de ontwikkeling van de directe kinderfinanciering tussen 2015 en 2018. Duo, de Dienst Uitvoering Onderwijs, had een plan om de ouders van kinderfinanciering te ontzorgen, want de mogelijke boetes vonden ze een risico. Duo had bedacht: telkens als het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een beleidsaanpassing komt, laten wij een werkend voorbeeld zien met avatars. Wat betekent het bijvoorbeeld voor het gezin als mama geen werk meer heeft? Maar die oplossing heeft het niet gered: er is gekozen voor het toeslagenmodel van de Belastingdienst.
Van Bommel: Dus er was toen een keuze tussen een iteratief voorstel waarbij mensen worden meegenomen en het voorstel van de Belastingdienst volgens het toeslagenmodel? Die laatste is het toch geworden? Die was in it-technische zin natuurlijk niet gevalideerd op uitvoerbaarheid. Als het dan fout gaat, gaat het ook goed fout.
Mulder: Toeslagen waren een jaar of tien geleden echt de manier waarop je mensen kon helpen. Zo werd gedacht. Nu zien we dat toeslagen zo moeilijk zijn dat er veel burgers door in problemen zijn gekomen. De Parlementaire Commissie heeft dat ook geconstateerd.
Legops
Van Bommel: En de wettelijke verwevenheid maakt het natuurlijk ook erger. Als je wordt gezien als een fraudeur wordt niet één toeslag onder je voeten vandaan getrokken, maar alles tegelijk! We moeten alle informatie op tafel krijgen. Leren van het verleden en opnieuw beginnen. Wat is nu de status van elk toeslagenproduct? Hoe hangt alles samen? Wat is de impact op de maatschappij per product? Is optimaliseren voldoende? Moeten we het product innoveren en hoe? Als we zelfs dat niet kunnen organiseren, moeten we ook denken aan de delete-knop. We moeten beginnen met prototyping waarbij de beleidsmakers met de burgers het product maken. Dat is de democratische manier om het dan te gaan doen. Hierdoor word je een high performer. Alles in kleine stappen, van de ene product-state naar de andere. Pas doorvoeren in de productieketen wanneer we weten dat het kan! We leren zo van kleine foutjes zonder hard onderuit te gaan.
Mulder: Dat is de aangewezen weg: in plaats van een papieren ontwerp het werkend informatiesysteem laten zien: het eindproduct, de app. Dat kun je dan ook meteen testen en gebruiken. Een beleidsmaker heeft dan geen vermogen meer nodig om alles te verbeelden als hij of zij de specificaties leest. Die zijn sowieso voor een normaal mens onleesbaar geworden. Dus de wetgevende macht, de legals en de operatie samenbrengen. Dat heet LegOps. Juristen en beleidsmakers zitten dan aan de tafel met het uitvoerend team en met de burgers. Daar wordt er geoefend met avatars: wat nu als die vader een te dure auto koopt en niet in staat is om diezelfde maand de kinderfinancieringtoeslag te betalen? Dan maak je iets met een menselijke maat.
Sociaal alarm
Van Bommel: Ik heb ook weleens in een ontwerp een ‘sociaal alarm’ gebouwd. Dat ging af als vader of moeder verkeerde financiële besluiten nam. Dan moest je op de knop kunnen drukken om overleg te plegen. Eigenlijk zou het zo moeten zijn dat een wetsvoorstel de Kamer niet mag verlaten als het niet geprototyped is. Eens?
Mulder: Ja, het is wel simpel eigenlijk. Ook iets dat ook heel goed aansluit bij de huidige plannen die we voorbij zien komen.
Van Bommel: Ja, dat sociaal contract van Omtzigt bijvoorbeeld: fantastische ideeën, maar de uitvoerbaarheid is extreem complex. Ik denk niet dat Omtzigt zich dat realiseert.
Mulder: Zo’n contract zou ook moeten gelden tussen de volksvertegenwoordiging en de uitvoerende diensten. Die zouden op gelijkwaardige basis met elkaar it moeten ontwikkelen. En dat betekent dat prototyping essentieel is om te laten zien wat de gevolgen zijn van al die wetsvoorstellen. Alleen met de app in handen kun je doorzien of je die burger helpt met jouw goedbedoelde beleid.
Van Bommel: De Kamer moet ook beseffen dat het niet alleen ‘meer’ moet zijn. Meer regels en dus meer producten. Wetgeving moeten we optimaliseren, het moet simpeler, leaner. We moeten dingen durven weggooien: delete, delete, delete. Nou, en dat vinden beleidsmakers heel moeilijk: afscheid nemen van beleid.
Dit artikel staat ook Computable-magazine #05-06/23