Bijna tachtig procent van de Nederlanders van twaalf jaar en ouder heeft de digitale basisvaardigheden onder de knie. Dat is zes procentpunten meer dan in 2021. De helft zegt zelfs over meer dan alleen de basisvaardigheden te beschikken. Het meest bedreven zijn ze in online-communicatie en de minste bedrevenheid betreft het gebruik van software. Dat becijfert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) na ondervraging van zo'n zesduizend burgers.
Uit het onderzoek blijkt dat online-communicatie Nederlanders goed af gaat: 95 procent zegt meer dan basisvaardigheden op dit gebied te hebben. Het gaat bijvoorbeeld om e-mailen, bellen via internet en sociale netwerken gebruiken.
Wat betreft het vergaren en verwerken van informatie en digitale geletterdheid dicht 88 procent zichzelf meer dan basisvaardigheid toe. Qua softwaregebruik, zoals voor tekstverwerking of programmeren, zegt 62 procent meer dan basisvaardigheden te beheersen. Dit was ook in 2021 de laagste score van de vijf categorieën van het CBS.
Het valt de onderzoekers op dat er een leeftijds- en opleidingskloof is. Het percentage met meer dan digitale basisvaardigheden is ruim twee keer zo hoog onder 25- tot 45-jarigen in vergelijking met 65- tot 75-jarigen, en zelfs vier keer zo hoog als onder 75-plussers. Ook hebben mensen met een hbo- of universitaire opleiding vaker digitale vaardigheden boven het basisniveau (70 procent) in vergelijking met degenen met een vmbo-diploma (29 procent).
Er is ook een verschil tussen mannen en vrouwen. 53 procent van de mannen heeft meer dan alleen basisvaardigheden, tegenover 47 procent van de vrouwen. Mensen die hoog scoren op digitale vaardigheden beschouwen zichzelf als zeer handig in het online opzoeken en regelen van zaken. Dit geldt ook voor degenen die aangeven digitale problemen meestal zelf op te lossen. Nederland bereikte in 2023 het Europese doel van ‘digitalisering 2030’, met 83 procent van de inwoners van zestien tot 75 jaar die minimaal over digitale basisvaardigheden beschikken.
(Voor de jongeren) Godfried Bomans was een goed schrijver en een nog betere, komische verhalenverteller. Bomans had heel veel gevoel voor taal, maar geen verstand van outliers binnen de statistiek door zijn studie Rechten.
Helaas is de kennis van statistiek bij veel politici van hetzelfde niveau als bij Bomans. Sommige politici gaan uit van een te hoog percentage digitale zelfredzaamheid om zo via digitale overheidsportalen te kunnen bezuinigen, alsof er altijd voldoende mantelzorgers, (vrijwillige) buurthuismedewerkers, enz. zijn die de resterende problemen kunnen oplossen.
@Louis, ik ken de details ook niet. Het gaat ook om de orde van grootte van percentages van mensen die niet zo vaardig zijn met taal, rekenen of digitale middelen. Bedrijven en overheden, app- en websitebouwers, content beheerders, moeten ook met die mensen rekening houden, of het er honderdduizend meer of minder zijn die niet zo vaardig zijn. Probeer als vaardige gebruiker maar eens de conflicterende voorwaarden op de website van een verzekeraar te vinden.
Methodologisch is het van belang om bij dezelfde methoden en definities (mits valide) te blijven, de achtergrond van de mensen te kennen, om trends goed te kunnen volgen en beleid eventueel aan te passen.
@Jan, m.b.t. “Als we de vroegere “bellingcat” als betrouwbare bron zagen/zien en niet begrijpen dat deze amateur gekocht is door de overheid en alleen publiceert wat zijn geldschieters voor politisch juist houden, dan maakt het geen verschil of je dat van een scherm of van een vel papier leest.”
Je hebt vast wel van het onderstaande geval gehoord.
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/5418911/hubert-seipel-duitse-journalist-geld-olicharch-kremlin
verwijzend naar https://www.spiegel.de/wirtschaft/hubert-seipel-deutscher-reporter-erhielt-hunderttausende-euro-aus-russland-a-2c383028-2918-41ad-a8fd-26b1cf74369c
Ja Jaap daarvan staan de nieuwsberichten in D-A-CH vol.
Tot nog toe zijn er echter geen details bekend en rotte appels vindt je overal.
Voor mij is dat de eerste keer dat ik iets over deze journalist hoorde.
De berichten van Gabriele Krone Schmalz over Rusland vind ik beter.
Het gaat in de quote over de mediaan in de statistiek, aangaande de aanname neem ik aan dat meeste jongeren de boodschap begrijpen ook al kennen ze de boodschapper niet. Want wat betreft het vertrouwen zullen de meesten zich nog de cijfermatige doemscenario’s op basis van statistiek en de realiteit herinneren. De betaalde influencers die voor de boodschap gebruikt werden ligt dichter bij de belevingswereld van jongeren. Want ondanks mooie rapportcijfers voor de digitale vaardigheden meldt hetzelfde CBS ook dat er 2,2 miljoen Nederlanders in 2022 slachtoffer zijn geworden van online fraude.
Slachtoffer worden van online fraude is de volgende stap na digitale vaardig worden + connectivity.
Nigerian Scam vereist weer redzaamheid in Engelse taal.
Een snel netwerk helpt goed bij een ddos aanval.
Druk maken over verschil Mediaan en Gemiddelde vergt kennis van statistiek.
Louis noemde al de zaligheid der ontwetenden.
Statistiek is kansberekening, zoals bij een weersverwachting (en geen -voorspelling). Men spreekt vaak van de (on)betrouwbaarheid van de uitkomsten van een statistische berekening, maar het gaat om de waarschijnlijkheid van de uitkomsten. Naast rekenvaardigheid, zou ook wat meer aandacht gegeven mogen worden aan vaardigheid met statistiek, zeker bij politici en andere beleidsmakers. De term statistiek is niet voor niets afgeleid van statisticum collegium, wat les over staatszaken betekent. De politicus werd vroeger ook statista genoemd, dus iemand die over de staatshuishouding gaat. Niet onbelangrijk, ongeacht de fase van digitale volwassenheid.
@Jan, m.b.t. “Als we de vroegere “bellingcat” als betrouwbare bron zagen/zien en niet begrijpen dat deze amateur gekocht is door de overheid en alleen publiceert wat zijn geldschieters voor politisch juist houden, dan maakt het geen verschil of je dat van een scherm of van een vel papier leest.”
Wie bedoel je met “belingcat”? Aangezien je bellingcat tussen aanhalingstekens zet neem ik aan dat je niet Bellingcat bedoelt. Bellingcat is zeker niet overgenomen door de overheid noch zijn ze afhankelijk van overheids financiering.
Het CBS kan het ook niet zijn, dat is immers geen amateur. Inderdaad is dat een semi overheids instelling maar dat zijn ze al jaren dus niet gekocht. De taak van het CBS is het verwerken en rapporteren van diverse statistiek. Als je dan al vraagtekens zet bij de afhankelijkheid, dan denk dat vage commerciële financiering van een privaat “instituut” een veel groter probleem is, juist omdat dat zo vaag mogelijk blijft om enige sturing van uitkomsten te verdoezelen. (zie de reactie van Jaap.)
Ik zie niet meteen dat het CBS publiceert wat politiek correct is (deze bewoording staat trouwens WEL in het groene boekje, in tegenstelling tot politisch), ze komen zeker regelmatig met rapporten die in Den Haag niet lekker liggen. (dat gebeurd zowel voor het kabinet als ook van oppositie.)
Dat er dan eens woordje wordt gebruikt dat niet in de van Dale staat, ach, ze willen toch ook gewoon dat het leesbaar is voor de gemiddelde lezer. De meeste mensen snappen tenminste wat er wordt bedoeld. Je kunt ook de wetenschappelijke tekst publiceren, dan weet je zeker dat vrijwel iedereen na de inleiding afhaakt.
@Jaap, statistiek is geen kansberekening maar het verzamelen/verwerken van data. Voor zover er een kansberekening bij komt kijken heeft het meer te maken met de kwaliteit en kwantiteit van de data. Dat je dan vervolgens voorspellingen doet op basis van die getallen en/of trends dat is dan wel weer kansberekening. Maar ook daar is de kwaliteit van de voorspelling ook vooral afhankelijk van de betrouwbaarheid van de voorgaand verzamelde data. Simpel gezegd, het is nu hier 6 graden C, dat is data. Op basis van de statistiek kan ik voorspellen (gokken) dat het in de aankomende uren kouder gaat worden en dat het over ongeveer 9 uur weer warmer gaat worden.
@Berry, ik heb vroeger veel aan statistiek gedaan. Aangezien statistiek bij heel veel soorten onderzoek gebruikt wordt, van wetenschappelijk en technische onderzoek tot aan marketing en bedrijfseconomische onderzoek, beschrijf ik de algemene gang van zaken. Na het postuleren (opstellen van bijv. de nulhypothese), waarbij je vaak modellen gebruikt (met eigen onzekerheden) kom je bij het meten (met meetmarges)/verzamelen en verwerken van data. Daarna begint het analyseren van de data om te zien of je voldoende niet vervuilde data hebt en welke toets je het beste kan toepassen bij de dataverzameling. Dan komt de finale berekening en uiteindelijk het trekken van conclusies. In het ergste geval (onvoldoende duidelijkheid) moet je opnieuw beginnen. In een gunstig geval kan je overgaan naar de eindconclusie of vervolgacties. Bij onderzoekherhalingen van een eerder succesvol onderzoek kan je een deel van de stappen overslaan/inkorten.
Maar statistiek is altijd gekoppeld aan toeval en dus onzekerheid en daarmee aan kansrekening (anders ben je bezig met boekhouden).