Het in Nederland te ontwikkelen open taalmodel GPT-NL moet het land minder afhankelijk maken van buitenlandse big tech en maatschappelijke uitdagingen aanpakken. Het ministerie van EZK stelt 13,5 miljoen euro beschikbaar zodat ict-coöperatie Surf, onderzoeksorganisatie TNO en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de tool kunnen ontwikkelen.
GPT-NL wordt een open model waarbij iedereen kan zien hoe de achterliggende software werkt en hoe artificiële intelligentie tot conclusies komt. Partners, waaronder universiteiten en overheden, kunnen data en kennis bijdragen en specifieke toepassingen onderzoeken en uitproberen. Ook zaken als het energiegebruik zijn onderwerp van studie.
Het open taalmodel is bedoeld om de digitale soevereiniteit van Nederland op het gebied van kunstmatige intelligentie te versterken. De bij het project betrokken organisaties hekelen de gebrekkige transparantie en de mogelijke juridische en ethische kwesties rond grote taalmodellen, vaak ontwikkeld door buitenlandse big tech-bedrijven.
Vooringenomenheid
Big tech-bedrijven ‘zijn meestal niet open naar gebruikers, onderzoekers en overheden over de gebruikte data of de getrainde modellen’, schrijft TNO. ‘En dat roept allerlei vragen op. Hoe voorkomen algoritmes vooringenomenheid? Hoe neemt het model beslissingen en hoe zit het met de uitlegbaarheid hiervan? Worden vertrouwelijkheid, privacy en intellectueel eigendom gerespecteerd? Worden wetten of beleidskaders zoals de EU AI Act nageleefd? En kunnen dergelijke modellen wel gebruikt worden voor belangrijke beslissingen?’
Surf, TNO en het NFI ontwikkelen het taalmodel in lijn met Nederlandse en Europese waarden en richtlijnen. Het draagt volgens de organisaties bij aan de oplossing voor maatschappelijke uitdagingen, zoals van ongelijkheid, digitale uitsluiting en matig onderwijs. Op termijn zou de technologie ook de arbeidsmarktkrapte verlichten en de communicatie tussen mensen en ai-systemen verbeteren.
Het project kent twee fasen: het eerste jaar richt zich op de ontwikkeling van het Nederlandse taalmodel met actieve betrokkenheid van de academische sector, gevolgd door de exploitatiefase waarbij de Nationale Supercomputer (Snellius) de benodigde rekenkracht levert. Surf ontwikkelt parallel aan dit project een eigen taalmodel voor onderwijs en onderzoek.