Microsoft krijgt van de Amerikaanse belastingdienst een naheffing van bijna 29 miljard dollar, maar gaat ertegen in beroep. De miljarden achterstallige belasting over de jaren 2004-2013 zou niet terecht worden opgeëist. In de VS houdt men rekening met een jarenlang proces.
De naheffing volgt op een audit door de Amerikaanse belastingdienst IRS naar de boekhoudpraktijken van Microsoft uit het verleden. Volgens het bedrijf spitst de audit zich toe op de wijze waarop Microsoft inkomsten en uitgaven sinds 2004 toewijst aan bepaalde landen en jurisdicties. Ondernemingen kunnen deze financiële waarden onder bepaalde voorwaarden verdelen over hun internationale activiteiten en daarmee bepaalde belastingvoordelen behalen.
Volgens Microsoft is er in de wereld van multinationals niets mis met dergelijke ’transfer pricing’. Buitenlandse vestigingen investeren in intellectueel eigendom en moeten dus kunnen delen in de opbrengsten daaruit, is het idee. Het techbedrijf zegt zich daarbij te houden aan de voorwaarden die de belastingdienst hun oplegt.
‘De IRS zegt dat Microsoft een extra 28,9 miljard dollar aan belastingen verschuldigd is voor de periode 2004 tot 2013, plus boetes en rente’, schrijft het bedrijf. De IRS zou daarbij echter geen rekening houden met de maximaal 10 miljard dollar die Microsoft aan aanvullende belastingen betaalde onder de Tax Cuts and Jobs Act van 2017, een belastingherziening uit het Trump-tijdperk.
Microsoft is zich van geen kwaad bewust. ‘Wij geloven dat we altijd de regels van de IRS hebben gevolgd en de belastingen hebben betaald die we verschuldigd zijn in de VS en over de hele wereld’, aldus de onderneming. Sinds 2004 zou het bedrijf meer dan 67 miljard dollar aan belastingen aan de VS hebben betaald.