Adyen bereidt zich voor op een groeispurt waarmee Nederlands belangrijkste fintech-bedrijf de allergrootste bedrijven nog meer aan zich kan binden. Maar de beurs, die de afgelopen week reageerde met een dramatisch grote koersval, vreest dat Adyen’s stappen in de wereld van artificial intelligence (ai) en data science heel veel geld gaan kosten.
Nieuwe en verbeterde functionaliteiten zoals inzicht in betaalstromen, betaalgedrag en allerlei soorten risico’s zijn zeker nodig om Adyen (nog) meer onderscheidend te maken ten opzichte van concurrenten als Stripe. Maar net als bij andere ai-projecten is het volslagen duister welk rendement deze torenhoge investeringen in de toekomst zullen opleveren.
Volgens fintech-entrepreneur Conny Dorrestijn is er niets mis met de strategie van Adyen. Anders dan veel aandelenanalisten en beleggers heeft ze daar geen twijfels over. Als president-commissaris bij softwareleverancier Cobase en niet-uitvoerend bestuurder bij Augmentum Fintech weet ze hoe belangrijk het is om als fintech-bedrijf meerwaarde te bieden boven het puur regelen van de betaling. Juist nu is het zaak vast te houden aan de strategie die Adyen heeft uitgestippeld.
Dorrestijn: ‘Betalingen moet je niet meer zien als een losstaand, maar als een volledig geïntegreerd onderdeel van de transactie-waardeketen. Op basis van betaalstromen kan je ook cashflow voorspellingen maken. Daarnaast is een link mogelijk met intercompany banking. Ook zaken als identificatie van eindgebruikers en het voldoen aan hogere niveaus van autorisatie horen daarbij. Kortom, we staan nog maar aan het begin van de mogelijkheden.’
Hyperscalers
Dat geldt zeker voor Adyen die de bovenkant van de markt bedient. Grote (tech)bedrijven als Netflix en Oracle stellen zeer hoge eisen aan betaaloplossingen. Ze zijn van plan straks nog meer met de data te doen die het betalingsverkeer oplevert. Bovendien willen deze grote bedrijven hun back-office systemen verder stroomlijnen. Het helpt hen zeer als Adyen uniforme rapportages levert en alles netjes en overzichtelijk op een rijtje zet.
Ook veranderen de back office systemen van techaanbieders als gevolg van nieuwe bedrijfsmodellen en het werken in de cloud. Hyperscalers als AWS, Microsoft Azure en Google Cloud hebben tegenwoordig complexe licentiemodellen die gepaard gaan met lastige betaal-schema’s. Andere cloud providers gaan eveneens over tot ‘gebruik per tik’. Ook het ophalen van data uit de cloud kost geld.
Dorrestijn: ‘Maar juist in het relevantie bieden rond de data ligt het nieuwe ‘goud’. Van de betaalbedrijven wordt verwacht dat ze met de ontwikkelingen bij hun corporate klanten kunnen mee bewegen. Daarnaast moeten ‘payment providers’ de verdere internationalisatie volgen. Hun klanten breiden uit naar landen waar andere betaalwijzen en regels gelden.’
E-commerce
De strategie van Adyen is erop gericht deze grote bedrijven aan zich te binden met complexe systemen die veel breder gaan dan alleen de betaling. ‘Stickiness’ verzekert het fintech-bedrijf van een vaste inkomstenstroom.
Kleinere concurrenten van Adyen die betrekkelijk simpele oplossingen bieden, kunnen deze trends op den duur niet volgen. Ze nemen daarom hun toevlucht tot het prijswapen als de markt daar gevoelig voor is. Dit gebeurt op dit moment binnen de massieve Amerikaanse onlinemarkt waar de complexiteit relatief gering is en de volumes groot zijn. Nu die markt stagneert, grijpen steeds meer partijen naar dit wapen.
Vooral klanten die vrij gemakkelijk delen van betaalstromen kunnen verleggen, zijn daar gevoelig voor. Volgens Adyen-CEO Pieter van der Does is dit vaak een probeersel. Bepaalde online spelers kijken hoe zo’n switch uitpakt. Conny Dorrestijn denkt dat sommige e-commerce bedrijven dit ook doen om hun bestaande providers onder druk te zetten.
De cijfers lijken haar gelijk te geven. Slechts 1 procent van de klanten wendde Adyen de rug toe. Volgens Ethan Tandowsky, CFO van Adyen, heeft geen enkele belangrijke klant het afgelopen half jaar het platform verlaten.
Prijsvechters
Het verschijnsel van agressieve prijsvechters beperkt zich tot de online markt in de VS, bezweert Van der Does. ‘De markten voor unified commerce en platforms waar Adyen eveneens actief is, hebben er geen last van,’zegt hij. Snel groeit de markt voor grote platforms waarbij kleinere webwinkels vaak niet alleen de betalingen maar ook een hele reeks financiële producten via deze platforms laten lopen.
Tandowsky moest wel erkennen dat de groei in Noord-Amerika een knauw heeft gekregen. Adyen zinspeelt erop dat het een tijdelijk verschijnsel is. Wereldwijd zag Adyen echter de digitale volumes met 23 procent toenemen. De totale omzet steeg met 21 procent, terwijl de beurs op minimaal 24 procent had gerekend.
Koersval van 40 procent
Maar dit viel de beursanalisten en beleggers die op veel hogere groeicijfers hadden gerekend, rauw op het dak. Een koersval van bijna 40 procent was het gevolg. Niemand had dit verwacht. De toelichting die de Adyen-top later op de dag gaf, verergerde alles nog. Pieter van der Does leek ongedaan.
Hij had zich ook onmogelijk kunnen voorbereiden op het veranderde sentiment. Jarenlang was hij de held van de Europese fintech-industrie. Nu stond hij tegenover analisten die voornamelijk oog hadden voor de kosten en opbrengsten op de korte termijn. De Adyen-top weigerde daar inhoudelijk veel meer over te zeggen.
Ook hoorden analisten weinig concreets over de enorme investeringen die Adyen doet in de ontwikkeling van systemen voor ‘enterprise payments’. Die moeten de ebidta-marges die behoorlijk zijn gezakt, weer opkrikken tot 65 procent. Dat is een zeer ambitieus doel. En hoewel Adyen wars is mooie praatjes en zijn doelstellingen tot voor kort goed wist te halen, zijn er twijfels onder beleggers geslopen.
Conny Dorrestijn vindt het volkomen begrijpelijk dat Van der Does niet het achterste van zijn tong liet zien. Te veel details over nieuwe systemen zou de concurrentie alleen maar wakker maken. Je wilt die niet wijzer maken. Beter is het te wachten totdat je bijna klaar bent. Omdat het jaren kost dergelijke software na te bouwen, kan Adyen straks een voorsprong in de markt krijgen. Dorrestijn, eerder betrokken bij Clear2Pay en FIS/WorldPay, vindt het ook zeer verstandig dat Van der Does vasthoudt aan de eerder uitgezette koers. Eerder heeft het consequent vast blijven houden aan strategische doelen Adyen geen windeieren gelegd. Beurskringen verwijten de Adyen-topman nu eigenzinnigheid.
Ontwikkelaars aantrekken
Maar anticyclisch denken is juist goed, stelt Dorrestijn. Terwijl veel andere grote techbedrijven in hun personeelsomvang snijden en erg op de cijfertjes zitten, trekt Adyen juist ontwikkelaars aan. Die mensen heeft het bedrijf hard nodig om zijn plannen te realiseren. Pakweg een jaar geleden toen de markt voor it-talent volkomen overspannen was, lukte dat moeilijk. Nu kan het Amsterdamse bedrijf senior developers binnenhalen die voorheen Adyen niet zagen als een volgende stap in hun carrière. Hierdoor kan Adyen voortaan kaderfuncties laten vervullen door een mix van intern talent en van mensen die van buitenaf zijn aangetrokken. In een klein bedrijf gaat dat niet omdat de cultuur dan te veel verandert. Maar inmiddels heeft Adyen een omvang bereikt waarin dat kan.
Volgens Van der Does heeft Adyen extern nu ook ‘flying leaders’ kunnen aantrekken, piloten die sterke leiderschapskwaliteiten hebben en missies op it-gebied weten te versnellen. Vooral Amerikaanse ontwikkelaars stellen hogere salariseisen en vragen meer extra’s. Mede hierdoor is de post ‘employee benefits’ in de eerste helft van dit jaar met tachtig procent gestegen tot 388 miljoen euro. Per medewerker betaalde Adyen in die periode gemiddeld 116.000 euro aan allerlei extra’s die boven op het basissalaris worden gegeven, wat de beurs erg veel vindt.
Maar Dorrestijn wijst erop dat een ontwikkelaar in Nederland gemiddeld 86.000 euro verdient, terwijl Amerikaanse collega’s met omgerekend 136.000 euro naar huis gaan. En sommige ai-talenten zitten tegen de 1 miljoen dollar aan. Als Adyen een goed plan heeft dan zijn deze ‘investeringen in menselijk kapitaal’ verantwoord, vindt Dorrestijn. Die plannen hebben beursanalisten kennelijk niet kunnen overtuigen. Verder vindt ze dat de aandelenmarkt nu erg naar kosten, prijzen en koers/winstverhoudingen kijkt in plaats van naar de waarde die straks wordt gecreëerd. En op de lange termijn gaat het toch om die waarde.
Dorrestein vraagt zich af of investeerders daar momenteel voldoende oog voor hebben. Nog niet erg geland is het besef dat het straks niet meer gaat om het regelen van betalingen maar om de data daaromheen en het verkrijgen van inzichten daar uit. Adyen heeft nu primair een communicatieprobleem, zo besluit ze.