De gezamenlijke mediabedrijven willen in Nederland een nutsvoorziening ontwikkelen, waarbij elke gebruiker zijn data veilig in een eigen datakluis stopt en eventueel gebruik ervan kan toestaan aan vertrouwde partijen. Arno Otto, chief technology officer (cto) van mediabedrijf Talpa, gaf op een recente bijeenkomst van SIDN tekst en uitleg over dit initiatief dat tegenwicht moet bieden aan de techreuzen.
In het Hilversumse radio en televisiedomein zoeken ze bewust naar decentrale vormen van de informatie-infrastructuur. Volgens Talpa-cto Arno Otto heeft dat alles te maken met het karakter van een bedrijfstak met een belangrijke maatschappelijke taak, namelijk onafhankelijke nieuwsvoorziening. ‘Op het huidige world wide web is onafhankelijkheid en openheid volledig ondergesneeuwd geraakt onder invloed van kapitaalkrachtige marktpartijen, zegt hij. ‘De overheid wil nu gaan reguleren, maar in feite zijn ze daarmee te laat. Want waar moet je beginnen? Hoe kun je regels maken om objectief vast te stellen wat een feit is en wat een opinie? Dat is op het huidige gecommercialiseerde internet niet mogelijk.’
Otto ziet een uitweg in de overgang naar een decentrale structuur moeten, maar dan voor data-opslag. ‘Een Facebook-gebruiker moet zeggenschap over zijn eigen foto’s krijgen. De afnemer van een bepaalde informatiedienst op internet moet zelf kunnen aangeven in welke kluis zijn data moeten worden opgeslagen. Op zich is dat geen nieuwe gedachte, want internationaal is er al een My Data-organisatie actief. En inmiddels is er voldoende technologie voorhanden om daarvoor een gedecentraliseerde infrastructuur te bouwen met een vorm van zelfregulering zonder complexe wetgeving.’
Nutsvoorziening
Namens de gezamenlijke omroeporganisaties werkte Otto aan een innovatie-agenda. Ondanks de verdeling in commerciële en niet-commerciële omroepen, beschouwen de organisaties zich als hoeder van de vrije informatievoorziening. Volgens Otto zijn er diverse subgroepen aan de slag gegaan met het ontwikkelen van concepten, zoals één voor ’immersive’ content, één voor educatieve faciliteiten en één voor de technologische infrastructuur.
Een uitgewerkt plan werd ingediend bij het Nationaal Groeifonds, dat de financiële middelen voor de eerste investering moet toekennen. Nog deze zomer komt er uitsluitsel. In België is reeds een neutrale nutsvoorziening gerealiseerd onder de naam Vlaamse Data Nutsbedrijven, een overheidsinitiatief. Volgens Otto gaat dat hier niet werken, net zomin als initiatieven vanuit het bedrijfsleven kans van slagen hebben. ‘Wij hebben als gezamenlijke mediaorganisaties dagelijks diverse keren contact met de burgers bij het verstrekken van content, waaronder objectief nieuws. Internet is een elektronische weg van iedereen en de weggebruikers mogen zelf bepalen in welke richting zij willen rijden. Wij zien ons zelf als vervoerders op die weg.’
The winner takes it all
Zonder financiële drijfveer denken de gezamenlijke mediabedrijven voor Nederland een nutsvoorziening te kunnen ontwikkelen, waarbij elke gebruiker zijn data veilig in een eigen datakluis stopt en eventueel gebruik ervan kan toestaan aan vertrouwde partijen. In principe zat er achter het idee van cookies ook een gedachte die ten goede kwam aan de gebruiker. Dankzij de cookies kregen mensen alleen informatie voorgeschoteld waarvoor men interesse had. Volgens Otto pakt dit In de commerciële internet-realiteit anders uit: ‘The winner takes it all, en dus maken de Big Tech-bedrijven ongegeneerd gebruik van data die zij ten onrechte als hun eigendom beschouwen.
‘Ons plan zal niet van vandaag op morgen zijn gerealiseerd’, zegt de Talpa-cto. ‘Maar met het beschikbare open Solid-protocol kunnen we wel direct starten met het bouwen van datakluizen. Over enkele jaren kan men zich dan bij Apple afvragen of het wellicht toch handiger is om naast hun iCloud ook een verbinding met de neutrale datakluizen aan te bieden. Hun klanten willen dat. Die kunnen straks ook richting de media hun voorkeur aangeven met behulp van media- of streaming-profielen. Als gezamenlijke mediabedrijven denken wij over voldoende schaalgrootte te beschikken om tegenwicht te bieden aan de ’techreuzen’. Ons plan past ook volledig in de Europese initiatieven voor datasoevereiniteit.’
Het internet is magisch
Otto was een van de sprekers op de recente bijeenkomst ‘Het internet is magisch’ van SIDN, de organisatie verantwoordelijk voor de meer dan zes miljoen geregistreerde .nl-domeinnamen, in Media Plaza van de Jaarbeurs in Utrecht. Vele internetpioniers in ons land hebben met lede ogen moeten aanzien hoe hun toekomstdroom over een frank en vrij communicatienet dat volkeren zou gaan verbinden en oorlogen voorkomen, niet is uitgekomen. Grote techbedrijven kaapten hun gedachtegoed en wenden deze aan voor commerciële doeleinden. Gelijktijdig kwam de ontwikkeling van internettechnologie wel in een hogere versnelling. Als platform voor alles dat we langs digitale weg willen doen, blijft internet mensen inspireren bij het verzinnen van nieuwe concepten, dus ook hoe maken we het weer transparant.
In het vraaggesprek aan het begin van de bijeenkomst haalde SIDN-directeur Roelof Meijer uitspraken aan van enkele pioniers van het internet in Nederland. Zij lijken min of meer teleurgesteld in het bereikte resultaat. Volgens hem komt dat mede doordat het internet met de uiteenlopende daarop geplaatste applicaties en diensten nu veel meer omvat dan alleen de infrastructuur met allerlei technische protocollen. ‘Natuurlijk ervaren we nu de negatieve aspecten van cybercriminaliteit en vragen we ons soms wel eens af of we de strijd gaan winnen of niet’, aldus Meijer en vervolgt: ‘we vergeten wat het internet ons allemaal heeft gebracht. Ik heb wel eens de uitspraak gehoord dat het internet het grootste en meest waardevolle, wereldomvattende samenwerkingsverband in de geschiedenis van de mensheid is. Daarin ligt voor mij de kern van de magie. Dankzij het internet is iedereen dichtbij, waar die zich ook op de wereld bevindt.’
De SIDN-directeur gaat ervan uit dat een groot deel van de wereldbevolking inmiddels beschikt over internet. In een kleiner verband ervaart hij dat zelf. Als zeezeiler ziet hij dat door de directe beschikbaarheid van live-data, zeilen veiliger is geworden zonder saai of minder avontuurlijk te zijn. Hij rijdt ook motor. Voor het kiezen van nieuwe banden, raadpleegt hij de betreffende fora op het internet en leest de adviezen over welk type band het meest geschikt is voor welk type motor. ‘De Covid-crisis zouden we zonder internet met veel meer moeite zijn doorgekomen. Veel belangrijke maatschappelijk functies waaronder ook onderwijs hebben doorgang kunnen vinden. Dankzij internet krijgen patiënten steeds meer regie over hun zorgproces. Van de oorlog in de Oekraïne weten we nu veel meer dankzij de continue stroom van berichtgeving via het internet’, aldus de SIDN-directeur.