Intel ziet af van de overname van de Israëlische chipfabrikant Tower Semiconductor waarmee 5,4 miljard dollar gemoeid zou zijn. Tower krijgt van Intel 353 miljoen dollar schadevergoeding overgemaakt, nu de deal is afgeketst. Chinese mededingingsautoriteiten zijn niet bereid hun goedkeuring aan de overeenkomst te geven.
Afgelopen juli was ceo Pat Gelsinger nog in het vliegtuig naar Beijing gestapt om de Chinezen ervan te overtuigen dat de overeenkomst een goede zaak zou zijn. Maar de Chinese toezichthouders weigerden het licht op groen te zetten.
Volgens persbureau AP spelen ook de verslechterde geopolitieke verhoudingen een rol. De regering in Beijing is nog steeds behoorlijk pissig over exportbeperkende maatregelen die Washington heeft ingesteld. Ook de Amerikaanse pogingen om te voorkomen dat China zelf geavanceerde chips gaat produceren, hebben kwaad bloed gezet. Onder Amerikaanse druk heeft Den Haag ASML verboden naast euv-machines ook recente modellen duv-machines aan China te verkopen.
Gelsinger heeft geen zin meer om langer in de wachtkamer te zitten, temeer daar er geen zicht is op een kentering in deze zaak. Ook de Israëli zijn het met hem eens dat langer wachten weinig pas geeft. Uit een verklaring blijkt dat beide partijen wat dat betreft op één lijn zitten. Towel wilde zich graag door Intel laten inlijven om Gelsinger in staat te stellen productietechnisch weer aan de top te komen.