De Ondernemingskamer heeft Atlassian verboden om een reorganisatie van zijn Nederlandse vestiging door te voeren. Dat blijkt uit een door Computable opgevraagde uitspraak. De ondernemingsraad van het softwarebedrijf had een zaak bij de kamer aanhangig gemaakt, omdat zij was gepasseerd door de directie van de Nederlandse vestiging van het Australische bedrijf.
Afgelopen maart kondigt Atlassian zijn eerste reorganisatie aan in zijn twintigjarig bestaan. De Australische leverancier van tools voor it-afdelingen om samen te werken (communicatie, workflow, scheduling, projectbeheer) en bekend om zijn Jira- en Trello-platforms, moet na jaren van groei pas op de plaats maken. Zo’n vijfhonderd medewerkers (5 procent van het werknemersbestand) wordt de wacht aangezegd. De inkrimping van het personeelsbestand vindt voornamelijk plaats bij de onderzoekstak, sales & marketing en ondersteunende diensten.
Ook de Nederlandse vestiging ontkomt niet aan de saneringsronde. Zeventien mensen (op 524 medewerkers) krijgen op 7 maart 2023 de mededeling dat hun functies officieel komen te vervallen op 30 april 2023. Ook moeten zij snel een vertrekregeling accepteren, voordat deze vervalt. Een aantal dagen na 7 maart worden zij op non-actief gesteld, mogen zij niet meer op kantoor komen, zijn hun laptops op afstand gewist en opnieuw opgestart en zijn ze losgekoppeld van de digitale applicaties en tools van Atlassian.
Zere been
Deze handelswijze is tegen het zere been van de ondernemingsraad (or). Weliswaar wordt de voorzitter van de or ingelicht over de handen zijnde reorganisatie door de Nederlandse directie, maar pas de avond ervoor, op 6 maart. Ook wordt achtergrondinformatie over het besluit niet gedeeld. Bovendien blijft een officiële adviesaanvraag achterwege. Daarnaast ergert de or zich aan bruuske handelswijze van hogerhand en de badinerende toon van de directie dat het in Nederland ‘slechts’ om zeventien getroffen werknemers (3 procent) zou gaan. Volgens de or wordt een aantal afdelingen nagenoeg opgeheven en is de impact op medewerkers en bedrijfsprocessen groot. Het besluit had daarom tijdig ter advisering aan de raad moeten worden voorgelegd.
De advocaat van de or stuurt op 10 maart de directie een e-mail met de bezwaren en een sommatie om het besluit met onmiddellijke ingang op te schorten en de ondernemingsraad te informeren over de status van de reorganisatie. Atlassian reageert pas zo’n twee weken later (24 maart) en laat aan de or weten dat het alsnog een adviestraject wil opstarten. Ook laat het bedrijf de betreffende medewerkers laten weten dat zij alsnog mogen afzien van reeds gesloten beëindigingsovereenkomsten, en weer toegang krijgen tot het kantoor en de applicaties en tools van Atlassian.
Vervolgens zet Atlassian het besluit om in een voorgenomen besluit tot reorganisatie en het ontslag van zeventien werknemers en vraagt de or op 30 maart 2023 om advies. De advocaat van de werknemersvertegenwoordiging laat op 1 mei weten dat de or naar de Ondernemingskamer stapt. Het besluit blijkt niet ingetrokken, de raad ontving niet alle informatie die benodigd is voor het advies, niet alle uitvoeringshandelingen zijn ongedaan gemaakt en het is onduidelijk of Atlassian de door de or gemaakte advocaatkosten vergoedt.
Verbod
Atlassian is het hier niet mee eens, maar meldt tijdens de zitting bij de Ondernemingskamer op 11 mei dat het besluit is ingetrokken. Werknemers, die niet alsnog uit eigen beweging hebben ingestemd met een vertrekregeling, kunnen weer volledig aan het werk. Toch wekt dit niet helemaal het vertrouwen van de Ondernemingskamer. In de uitspraak van 6 juli meldt de kamer het met de ondernemingsraad van oordeel is dat het hier gaat om een adviesplichtig besluit. De Ondernemingskamer verbiedt daarbij Atlassian nadrukkelijk ‘uitvoering te geven aan het ingetrokken besluit, gelet op de bijzondere gang van zaken bij de aankondiging van de reorganisatie, de wijze waarop de ondernemingsraad is gepasseerd en het onmiddellijke begin met de uitvoering van de reorganisatie’.
Omdat het softwarebedrijf al wel de nodige stappen heeft ondernomen om de gevolgen van de ontslagronde ongedaan te maken, legt de Ondernemingskamer geen dwangsom op. Verder moet het bedrijf op grond van artikel 22 van de Wet op de ondernemingsraden de (advocaat)kosten van de or vergoeden.
Onduidelijk is nu wat de gevolgen zijn geweest van deze uiteindelijk afgekeurde reorganisatie voor de Nederlandse vestiging van Atlassian. Een woordvoerder van het Australische bedrijf wil niet aangeven hoeveel van de oorspronkelijk met ontslag aangezegde medewerkers zijn teruggekeerd. Ook wil hij geen vragen beantwoorden over of zij hun werk nog wel kunnen doen, nu Atlassian-breed vergelijkbare activiteiten zijn geschrapt en of het bedrijf alsnog met een nieuwe, beter voorbereide adviesaanvraag voor een ontslagronde langs de or gaat.