De basis is gelegd voor de ‘superkaart’ van de hele wereld waaraan TomTom samen met Microsoft, Meta en Amazon Web Services (AWS) werkt. De Overture Maps Foundation presenteert de eerste wereldwijde Open Map Dataset, zo is vandaag bekendgemaakt.
Dit samenwerkingsverband wil Google naar de kroon steken. En OpenStreetMap is als gratis open-source-alternatief te weinig flexibel, zo vinden de deelnemers. Sinds de lancering van Overture vorig jaar december is al meer dan een dozijn bedrijven op gebied van cartografie, vector- en raster-data en andere technologie tot het consortium toegetreden.
Door data te delen kunnen techbedrijven aanzienlijke kosten besparen. In je eentje opereren is bijna ondoenlijk geworden. TomTom is al grotendeels afgestapt van het zelf verzamelen van kaartgegevens.
Om de geavanceerde applicaties van de toekomst te maken is een enorme hoeveelheid points-of-interests (poi’s) nodig. Het maken van zo’n verzameling is nog maar het begin. De uitdaging is deze data actueel te houden in een wereld die steeds verandert. Daarbij gaan gebruikers steeds hogere eisen stellen
Supervisie
Het Overture-consortium dat onder supervisie van de Linux Foundation valt, heeft al over bijna zestig miljoen nieuwe plaatsen (open) data verzameld. Deze Places-dataset vormt de grondslag voor navigatie, lokaal zoeken en veel andere op locatie gebaseerde applicaties. Places biedt open data die voorheen niet beschikbaar waren. Het is de bedoeling alles, variërend van nieuwe bedrijven van elke omvang tot pop-up dagmarkten, in de kaarten op te nemen.
De nieuwe point-of-interests komen van data die Meta en Microsoft hebben gedoneerd. De Overture community wil uit alle beschikbare bronnen de beste data halen en die combineren. Ook open data van overheden en lokale kaartgegevens afkomstig van crowdsourcing horen daarbij. Daarnaast worden artificiële intelligentie en machine leren ingezet. Iedereen die kaarten wil maken of een locatiedienst aanbiedt, mag deze gegevens onder een open data licentie vrijelijk gebruiken.
De tweede pijler onder de Open Map Dataset is Buildings. Deze laag bevat meer dan 780 miljoen ‘voetafdrukken’ van gebouwen. Uit OpenStreetMap komt de derde laag, die van Transportation. Data van het wereldwijde wegennet zijn in een handiger ‘dataformat’ geplaatst. De vierde laag bestaat uit nationale en regionale administratieve grenzen. Benamingen zijn daarbij in veertig talen vertaald.
“En OpenStreetMap is als gratis open-source-alternatief te weinig flexibel, zo vinden de deelnemers.” … dus in plaats van de handen ineen te slaan en dit open-source-alternatief te verbeteren (en daarmee voortbouwen op iets wat al best wel veel gebruikt wordt) gaan we maar nog een alternatief maken zodat er nog meer standaarden vallen te kiezen?
Dit moet zijn uitgedacht door een (groep van) manager(s).
Ik zou wel eens willen weten wat mis was met de flexibililteit van OpenStreetMap
Open source en vorken zorgt voor verdeel en heers want je hebt een opgelegde standaard en een marktstandaard. Eerste gaat om de managers en laatste om de leiders als ik nog een keer naar de filosofische wijsheid van een schrijver als Antoine de Saint-Exupery mag verwijzen:
“Als je een schip wil bouwen, verzamel geen mensen om hout te verzamelen en ken ze geen taken en werk toe. Liever, leer ze verlangen naar de eindeloze immensheid van de zee.”
Ik heb meer moeite met een titel als wereldwijde superkaart omdat Duitse filosofen nooit los zijn gekomen van het koloniale verleden als het om standaarden gaat. Oja, kaart en GPS zijn tegenwoordig onlosmakelijk met elkaar verbonden waardoor kaartlezen een stuk makkelijker is geworden dan toen we nog rekening moesten houden met magnetische declinaties in de route.