Als we nadenken over de CO2, dan zijn we geneigd om de it-wereld als ‘schoner’ te zien dan analoge tegenhangers. Het is inderdaad zo dat een mail minder uitstoot veroorzaakt dan fysieke post. Maar een videovergadering van een uur leidt tot een uitstoot tot 157 gram CO2. Ofwel, hoe duurzaam is de digitale wereld nou eigenlijk?
Veel applicaties die gebruikers ooit op hun harde schijf installeerden worden nu aangeboden in de vorm van software-as-a-service (saas)-oplossingen. Het zoeken van toegang tot digitale diensten vergt een hoop stroom. Dat geldt niet alleen voor de gebruikte computersystemen en de communicatienetwerken die data over en weer verzenden, maar ook voor de servers waarop de voor de dienst benodigde data wordt opgeslagen. En ondanks de opmars van hernieuwbare energie wordt veel van alle elektriciteit nog altijd met behulp van fossiele brandstoffen gegenereerd. Naar schatting is een krappe derde van alle datacenters 24/7 actief. Dat diensten de hele dag beschikbaar moeten blijven, resulteert in een energieverspilling die gelijkstaat aan circa vijf tot tien procent van de volledige capaciteit van datacenters.
Er zijn tal van schattingen ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van digitalisering. Volgens een conservatieve schatting vertegenwoordigen het beheer en onderhoud van digitale diensten tussen de twee en drie procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. De it-sector staat daarmee op het punt om qua uitstootgemiddelde traditioneel vervuilende sectoren voorbij te streven.
Iingehaald
De it-wereld heeft qua uitstoot de volgende sectoren inmiddels ingehaald:
- Luchtvaart
De CO2-voetafdruk van de it-sector is nu groter dan die van de luchtvaartsector voor de coronacrisis. Vliegreizen werden altijd gezien als de belangrijkste bron van schadelijke emissies. Volgens eerdere cijfers waren die verantwoordelijk voor net geen twee procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.
- Scheepvaart
De it-sector zorgt nu voor meer schadelijke uitstoot dan de scheepvaartindustrie. De laatstgenoemde branche is naar schatting verantwoordelijk voor 1,7 procent van de wereldwijde uitstoot. Dat komt door het gebruik van zwavel en de verbranding van benzine en diesel door schepen. In deze berekening zijn zowel passagiers- als vrachtschepen meegenomen.
- Vuilnisbelten
De afvalverwerkingssector maakt gebruik van vuilnisbelten voor het dumpen van afvalmaterialen. Die genereren enorme hoeveelheden methaan als gevolg van de ontbinding van organisch materiaal. En met een aandeel van 1,9 procent van de wereldwijde uitstoot is ook deze sector door de it-sector ingehaald.
De uitstoot door digitale diensten en de CO2-voetafdruk van de it-sector zullen naar verwachting alleen maar toenemen. Zeker nu de coronacrisis de digitalisering van de samenleving en het bedrijfsleven in een stroomversnelling heeft gebracht. En ontwikkelingen zoals de groei van datacenters ter behoeve van ai wijzen niet op een snelle ommekeer.
Grootvervuilers
Toch is de situatie rondom de it-sector en CO2 tegelijkertijd anders dan bij andere grootvervuilers. Waar groei bij andere sectoren meer uitstoot betekent, kan groei van digitale diensten de CO2-voetafdruk juist verminderen. Veel van deze diensten zorgen voor meer uitstoot als gevolg van hun energieverbruik, maar vervangen tegelijkertijd activiteiten die minimaal dezelfde hoeveelheid CO2 uitstoten. Niet iedere activiteit kan al helemaal duurzaam verlopen. Maar door carbon offsets, waarbij organisatie andere partijen betalen voor het uit de atmosfeer verwijderen van dezelfde hoeveelheid broeikasgassen die door hun activiteiten zijn gegenereerd, kan die uitstoot verholpen worden. Door analoge activiteiten door efficiëntere digitale diensten te vervangen, is evenveel te doen met minder offsets.
Maar dan nog hebben gebruikers en aanbieders van digitale diensten de verantwoordelijkheid om de CO2-voetafdruk van hun infrastructuur te verkleinen. Hier zijn verschillende manieren voor. Zo verplaatste Facebook een deel van zijn it-infrastructuur naar het noorden van Zweden. Deze koude locatie draagt bij aan een reductie van de hoeveelheid energie die nodig is om te voorkomen dat servers oververhit raken. Veel middelgrote en kleine organisaties reduceren momenteel hun uitstoot door af te stappen van het gebruik van datacenters. In plaats daarvan doen ze een beroep op cloudoplossingen. De meeste cloud-datacenters zijn namelijk veel energie-efficiënter. Volgens een artikel uit 2019 van technologisch advies- en onderzoeksbureau ISG kan cloud computing de uitstoot van de it-sector in vijf jaar tijd met 28 procent terugdringen.
Klimaatvriendelijke aanbieders
Maar de belangrijkste manier om de uitstoot terug te dringen in it blijft toch wel door digitale diensten onder te brengen bij klimaatvriendelijke aanbieders. Organisaties die gebruikmaken van cloudoplossingen kunnen kiezen voor een dienstverlener die gebruikmaakt van hernieuwbare energie, carbon offsets of een combinatie daarvan. Bedrijven met datacenters op locatie kunnen hun energieleverancier om vergelijkbare opties vragen.
De huidige wildgroei aan digitale diensten brengt de it-sector en alle organisaties die daarvan afhankelijk zijn in een unieke positie. Hoewel zakelijke beslissingen vaak niet voor de volle honderd procent op milieuoverwegingen zijn gebaseerd, is de wetenschap dat er een prijskaartje aan digitalisering hangt, ook als digitalisering voor minder uitstoot zorg dan het analoge alternatief, een belangrijke stap op weg naar het verkleinen van de CO2-voetafdruk van de it-sector.
Per kilometer stoot een auto ongeveer 120 gram CO2 uit.
In deze rekensom is die 157 gram CO2 voor een uur videoconferencing dus een flinke besparing op niet verreden kilometers van de deelnemers . . .
Ter referentie: Een mens ademt per dag ongeveer een kilo CO2 uit.
Wat betreft het berekenen van use cases is het mooi dat Hans even de juiste perspectieven aangeeft als het gaat om het najagen van een doel. CO2 is tenslotte niet een gif maar een circulair gas binnen biologische processen want 1 hectare suikerbiet neemt 38 ton CO2 per jaar op. Tweeledige impact van de circulaire economie leert dat het in Zweden alleen in de winter kouder is dan in Zeewolde. Voor denk globaal, koop lokaal moet je namelijk de hele (circulaire) keten van geboorte tot graf in overweging nemen en niet één loket. Er ligt nu veel focus op de Watts per transactie waardoor het bewaren van het bonnetje weer vergeten wordt terwijl daar veel te winnen valt.