Duitsland gaat tot het uiterste om voor de leveringen van chips minder afhankelijk van Azië te worden. Intel krijgt van de regering in Berlijn een ongekend grote subsidie van bijna tien miljard euro. In ruil daarvoor zet Intel in Magdeburg twee grote chipfabrieken voor ruim dertig miljard euro neer, veel meer dan de zeventien miljard waarvan eerder sprake was.
Aanvankelijk zou de Amerikaanse chipmaker 6,8 miljard euro toegestopt krijgen, maar ceo Pat Gelsinger is erin geslaagd nog veel meer staatssteun los te peuteren. De ontwikkeling van twee chipfabrieken vergt volgens hem meer geld. Zo vallen de bouwkosten hoger uit, terwijl ook het algemene prijspeil stijgt.
De deal die Gelsinger sloot, is de derde grote aankondiging in vier dagen. Afgelopen vrijdag onthulde Intel plannen voor een 4,6 miljard dollar kostende chipfabriek in Polen. En zondag werd bekend dat Intel in Israël 25 miljard dollar in productiefaciliteiten investeert. In de VS stampt Intel met veel subsidiegeld enorme nieuwe fabrieken uit de grond. Gelsinger neemt hiermee een flinke gok, ook al kan hij een flink deel van de rekening doorschuiven.
De grote vraag is of over een jaar of vijf wanneer al deze nieuwe fabrieken draaien, de markt zoveel chips kan ‘absorberen’. Voor Duitsland speelt een strategisch belang. De Duitse auto-industrie die grote invloed heeft op de regionale politiek, wil de leveringsketens veilig stellen. Alsof de gigantische investeringen van Intel nog niet genoeg zijn, probeert de regering in Berlijn ook TSMC – ‘s werelds grootste ‘foundry’ – tot productievestigingen te bewegen. Ook voor Northvolt, producent van batterijen voor elektrische auto’s, wordt de Duitse geldkraan opengezet. Eerder werd Tesla zo binnengehaald.