De krijgsmacht moet operationele data snel binnen krijgen en verwerken tot relevante informatie. Defensie zet een vierjarenplan in om tegenstanders met data voor te zijn. Informatiegestuurd optreden is hard nodig om voorbereid te zijn op dreigingen en erop te reageren. Dit blijkt uit de nota 'Defensiestrategie Data Science en AI 2023-2027'.
De nota is door minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie naar de Tweede Kamer gestuurd. Doel is de snel opgeschroefde ambities op datagebied te realiseren.
In het militaire domein is een grote verschuiving van traditionele naar hoogtechnologische oorlogsvoering zichtbaar. Moderne (wapen)systemen zijn bijna niet inzetbaar zonder data science en artificial intelligence (ai). Het gebruik van informatie vervult daarbij een steeds prominentere en strategische rol.
Niet alleen landen maar ook grote (tech-)bedrijven op defensiegebied investeren fors in data science en ai. Dit heeft impact op de krijgsmacht. Hoewel China niet met name wordt genoemd, baart de toepassing van ai door de Chinezen het Westen grote zorgen. De nota benadrukt de noodzaak om te investeren in deze technologieën, schrijven beide bewindspersonen. ‘Defensie moet in staat zijn om te kunnen reageren op (verstorende) technologische ontwikkelingen van tegenstanders.’
De ontwikkelingen op dit gebied gaan overigens razendsnel. Daarom wil Defensie hierbij meer dan ooit samenwerken met haar EU- en NAVO-partners, kennisinstellingen en de industrie.
Vijf gebieden
De nieuwe strategie, neergelegd in een vierjarenplan, moet leiden tot een samenhangend data- en informatieveld. Dat gebeurt door verschillende ontwikkelingen binnen de organisatie te verbinden via een overkoepelende visie. De prioriteit ligt bij vijf gebieden waar de ambities van de krijgsmachtdelen samen komen. Dat zijn onbemande autonome systemen, (militaire) besluitvormingsondersteuning en inlichtingen, logistiek en voorspelbaar onderhoud alsmede bedrijfsvoering en veiligheid.
Overigens heeft Defensie al de nodige acties in gang gezet. Zo investeert de organisatie in de ontwikkeling van een hoog gerubriceerde it-infrastructuur voor datadeling en verwerking. Gerubriceerde militaire informatie kent namelijk verschillende niveaus, van departementaal vertrouwelijk tot zeer staatsgeheim. Deze indeling is gebaseerd op hoeveel schade kennisname van deze informatie kan veroorzaken aan Nederland of haar bondgenoten. Hoe hoger het rubriceringsniveau des te strenger de eisen aan informatiebeveiliging. Deze infrastructuur stelt de krijgsmacht in staat relevante informatie op het juiste moment bij de juiste persoon te krijgen.
Normenkader
Verder heeft Defensie beleid voor algoritmes ontwikkeld. Hiervoor wordt een normenkader ingevoerd. Thans richt deze organisatie het toezicht op algoritmes in. Dit gebeurt samen met de Functionaris Gegevensbescherming en de Beveiligingsautoriteit.
Met een Data Science Centre of Excellence bij de Nederlandse Defensie Academie krijgen de technologieën ook een plaats in militaire opleidingen en onderzoek. Een hoogleraar Data Science moet daarvoor zorgen.