Tijdens zijn voordracht gedurende Sphere23, de gebruikersconferentie van WithSecure in Helsinki, spreekt Mikko Hyppönen van Artificial Evil om te benadrukken dat regulering van kunstmatige intelligentie hard nodig is. Hij is chief research officer van WithSecure en vermaard deskundige op het vlak van cybercrimebestrijding.
Op Sphere22 kondigde Hyppönen het al aan: hij zou zijn kennis en ervaringen te boek stellen. Corona ontnam hem alle excuses om er niet aan te beginnen. En sinds augustus vorig jaar ligt het daar: ‘If it’s smart, it’s vulnerable’. Zijn waarnemingen uit dertig jaar virusbestrijding op papier. Hyppönen heeft altijd een floppy disk bij zich. Om zichzelf en anderen te herinneren aan de begintijd van digitale criminaliteit. Een fysieke drager van kwaadaardige programmatuur. ‘Je kon alleen infecteren via fysiek contact; net zoals biologische virussen’, verklaart de ‘vriendelijke hacker’. ‘En toen kwam internet, begin jaren negentig van de vorige eeuw. Virussen gingen viraal, je had geen floppy disk of usb-stick meer nodig.’
In zijn boek stelt hij dat de mensen die nu leven later zullen worden herinnerd als ‘de eerste generatie die internet meemaakte’. ‘Ik weet nog hoe positief iedereen was over internet: het zou mensen bij elkaar brengen, grenzen zouden vervagen, iedereen kon over kennis beschikken en met elkaar delen. Iedereen had het alleen maar over de positieve kant van internet. Nu, met de introductie van ai – artificiële intelligentie in de vorm van ChatGPT 4, heeft iedereen het alleen maar over de negatieve kanten van kunstmatige intelligentie. Het sentiment is geheel het tegenovergestelde van dertig jaar geleden met de komst van internet.”
In die zin, zo verklaart hij, heeft hij een fout gemaakt in zijn boek. ‘Wij zullen niet worden herinnerd als de eerste generatie die internet meemaakte, maar als de eerste generatie die ai meemaakte. Als de laatste mens op aarde is verdwenen, wordt die herinnering levend gehouden door ai-systemen.’
Het draait om geld
Terwijl Hyppönen het podium betreedt verschijnt zijn beeltenis achter hem op een levensgroot scherm. Hij spreekt evenwel met een vrouwelijke stem. Zijn mond, zijn mimiek passen naadloos bij het gesprokene. Deepfake. Een vrouwelijke collega heeft de tekst ingesproken, ATmaCA Deepware het beeld bewerkt.
Natuurlijk zijn er positieve kanten aan ai: beter kankeronderzoek, beperking van klimaatverandering om twee voorbeelden te noemen. Toch gaat zijn bijdrage vooral over de ‘downside’. Hij geeft een voorbeeld: een foto van een zware explosie naast het Pentagon via een geverifieerd account Bloomberg Feed eerder deze maand zorgt ervoor dat de beursindex S&P 500 in korte tijd naar beneden tuimelt. Het blijkt te gaan om een verzonnen foto geplaatst alsof het kwam van het nieuwsmedium Bloomberg. In tien minuten was de index weer op normale sterkte.
‘Waarom zou iemand zoiets willen doen’, vraagt hij retorisch. ‘Het draait allemaal om geld. Als je weet dat de koersen zo sterk gaan kelderen en wanneer dat gebeurt, dan verdien je bakken met geld. Zo simpel is het.’
Kennismachine
Alle talen noemen een computer een machine die kan rekenen, behalve het Fins; daar is het een kennismachine. “Ik las voor het eerst over ai in een Fins tijdschrift in 1983. Veel van wat er toen werd beweerd is uitgekomen: er zou een tijd komen dat computers enorm veel rekenkracht hebben. Zo veel dat je er van alles mee kunt doen. Welnu, tegenwoordig heeft iedereen een supercomputer in zijn binnenzak. En we hebben allemaal toegang tot kennis.’
De komende jaren zullen door ai banen verdwijnen. ‘Alles dat online kan worden afgehandeld, zal worden vervangen. Denk aan advocaten, media, vertalers, blockchain engineers. Werk in de fysieke wereld zal blijven bestaan. Loodgieters, koks, leggers van vloerbedekking; die banen worden niet ingenomen door ai.’
Hyppönen spreekt van een revolutie die de Industriële Revolutie doet verbleken. “Daarom moeten we dit niet alleen aan Big Tech overlaten. Het is ook daarom dat OpenAI ChatGPT 4 op de markt bracht. Om te laten zien dat regulering nodig is. Een schreeuw om aandacht zou je het kunnen noemen.’
Geen open source
Hij vindt het opmerkelijk dat, hoewel Microsoft sinds 2019 miljarden dollars heeft gestoken in OpenAI, het softwarehuis uit Seattle geen enkele zetel heeft in de raad van bestuur van OpenAI. Hij leest daaruit dat OpenAI de technologie te risicovol vindt om aan een commerciële wedloop onderhevig te maken. ‘Want vergis je niet: OpenAI heeft als missie om AGI te creëren; Artificial General Intelligence. Dan hebben we het over zelflerende, kunstmatige intelligentie. Software die de mensheid kan overvleugelen.’
Hyppönen vermeldt voorts dat, hoewel de naam anders doet vermoeden, OpenAI geen open source software maakt. “Sam Altman, de ceo van OpenAI, was oorspronkelijk wel van plan om tot de open source beweging toe te treden, maar heeft daar vanwege de risico’s van afgezien. Want stel je voor dat AGI in handen valt van een misdadig regiem als dat van Putin of Noord-Korea. Of dat China ermee aan de haal gaat. Dat wil hij voorkomen. Duidelijk is in elk geval dat de mensheid nu regels moet opstellen over het omgaan met kunstmatige intelligentie.’
Goed uitgepakt
Sinds de oprichting in 1988 heeft F-Secure een leidende rol in de antivirus-gemeenschap. Maar het bedrijf richt zich vooral op de consumentenmarkt. F-Secure Business maakte producten en diensten voor het bedrijfsleven dat andere eisen stelt dan consumenten. Om beter zijn klanten te kunnen bedienen, is een jaar geleden besloten F-Secure Business af te splitsen en om te vormen tot WithSecure. Dat maakte Juhani Hintikka (baas van WithSecure) een jaar geleden tijdens de eerste Sphere bekend.
Heeft dat goed uitgepakt? Hintikka zegt van wel. ‘Onze bestaande klanten zijn gebleven en we hebben er nieuwe bij gekregen.’ Vanwege concurrentiegevoelige informatie wil hij het bij deze bewering laten.
Een medewerker van WithSecure Benelux (presales consultant en al sinds 2007 bij het bedrijf) beaamt dat er groei zit in het aantal klanten. “We kunnen nu mkb en mkb-plus bedienen. En ik moet zeggen dat er een enorme versnelling is gekomen in het aantal producten en diensten die we deze markten kunnen aanbieden.’