De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) maakt zich zorgen over het interne toezicht bij de gemeente Amsterdam op de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De onafhankelijkheid van de hoofdstedelijke Functionaris Gegevensbescherming (FG) wordt in twijfel getrokken. Deze FG zou namelijk tevens werken als privacy officer. Dit betekent dat de medewerker die het privacybeleid mede vorm geeft, zijn eigen beleid moet controleren. Het combineren van deze twee functies kan tot een belangenconflict leiden, vreest de AP, met mogelijke gevolgen voor de privacy van de burgers.
PvdA-wethouder Hester van Buren (Personeel en Organisatie) en D66-wethouder Alexander Scholtes (Ict en Digitale Stad) zijn hierover op het matje geroepen. Ze moeten de AP uitleg geven over de positie van hun interne privacy-toezichthouder. Monique Verdier, vicevoorzitter AP: ‘Een grote stad als Amsterdam, waar veel privacygevoelige informatie van burgers wordt verwerkt, moet het interne privacytoezicht op orde hebben. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de gemeente zorgvuldig omgaat met hun gegevens, en dat het toezicht daarop deugt en onafhankelijk is ingericht.’
Amsterdam is niet de enige gemeente die bij de AP onder een vergrootglas ligt. Ook Eindhoven heeft zijn privacyzaken niet op orde, aldus de waakhond. Uit onderzoek van privacy-voorvechter Bits of Freedom bleek vorig jaar dat negen van de tien grote gemeenten zich niet aan de basisverplichtingen van de AVG houden. En dat terwijl diezelfde gemeenten de mond vol hebben van ‘datagedreven werken’. Volgens Bits of Freedom doen betrokken gemeenten er verkeerd aan ‘te willen rennen voordat ze kunnen lopen’.