Nederland en Frankrijk slaan de handen verder ineen op gebied van digitalisering, innovatie en verduurzaming. De intensievere samenwerking spitst zich toe op halfgeleiders, quantum, fotonica, kritieke grondstoffen, duurzame mobiliteit en energie-infrastructuur. De afspraak is gemaakt tijdens het lopende staatsbezoek van de Franse president Emmanuel Macron aan Nederland.
Het zogeheten Pact voor Innovatie en Duurzame Groei is een vervolg op eerdere afspraken tussen beide regeringen uit 2021 en 2022. De overeenkomst past bij het streven naar grotere Europese soevereiniteit, het hoofddoel van Macrons komst naar Nederland. De Franse president wil de geschiedenis ingaan als de man die Europa economisch minder afhankelijk maakte van Amerika en China.
Brainport Eindhoven en de regio Grenoble hebben daarom afgesproken om meer samen te werken en kennis uit te gaan wisselen. In Crolles nabij Grenoble bouwen het Frans-Italiaanse STMicroelectronics en GlobalFoundries met veel staatssteun een grote nieuwe chipsfabrieken. Rond Grenoble zitten ook veel onderzoeksinstellingen. Maar de belangrijkste pilaar onder de Frans-Nederlandse technologische samenwerking moet de quantum-technologie worden. Op dat terrein zijn de kaarten nog niet geschud; reden voor Macron om hard in te zetten op deze techniek van de toekomst.
Bijpraten
De Franse president bezocht het Amsterdam Science Park om zich te laten ‘bijpraten’ over extreem koude atomen en quantum-gassen. De Duitse UvA-hoogleraar Florian Schreck en de Franse onderzoeker Philippe Bouyer legden Macron en koning Willem-Alexander uit hoe deze ultra koude atomen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van quantum-sensoren en quantum-computers.
Quantum Delta Nederland ontwikkelt niet alleen quantum-computers en grotere quantum-netwerken, maar ook quantum-sensoren. Die zijn in staat veranderingen bij zeer kleine deeltjes te meten, zoals in dna.
Frankrijk en Nederland waren twee jaar geleden de eerste twee Europese landen die concrete nationale investeringen aankondigden in quantum. Frankrijk startte toen met 1,8 miljard euro, terwijl Nederland vanuit het Nationaal Groeifonds 615 miljoen euro beschikbaar stelde.