Willen we de duurzame en weliswaar ambitieuze ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals; SDG’s) van de Verenigde Naties tegen 2030 halen, dan moeten we een paar versnellingen omhoog. Bedrijven zijn daarom bereid hun strategie te herzien. Niet alleen met behulp van een materialiteitsanalyse, maar ook door te focussen op meer specifieke domeinen waarbij in korte tijd veel vooruitgang is te boeken.
De klok tikt voor de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen die de Verenigde Naties enkele jaren geleden opstelden. En zonder radicale versnelling komen we er niet. Gelukkig zijn er mogelijkheden voor bedrijven om de impact van hun inspanningen te vergroten, onder meer door sterk te focussen op de ontwikkeling van technologische vaardigheden. Zelfs nu de economische activiteiten overal vertragen, blijft er een tekort aan technologische vaardigheden en hebben bedrijven het lastig de juiste krachten voor projecten te vinden.
Wereldwijd blijven tegen 2030 naar schatting 85 miljoen vacatures niet ingevuld. Oorzaak: een tekort technologische vaardigheden. Hierdoor dreigt ongeveer 8,5 biljoen dollar aan omzet niet te worden gerealiseerd. Het wegnemen van dit knelpunt biedt dus veel potentieel om projecten op te schalen en bedrijven te laten groeien.
Progressie
Natuurlijk zeggen we niet dat we enkel moeten focussen op SDG’s die snelle progressie toelaten. Elk duurzaam ontwikkelingsdoel is even belangrijk. En we mogen ook niet pretenderen dat up-skilling van technologische vaardigheden het wondermiddel is dat hele SDG-programma zal helpen verwezenlijken. Zelfs 85 miljoen jobs zullen de globale schaal van deze uitdagingen niet kunnen beantwoorden. Maar in vergelijking met waar we vandaag staan, kan het opvangen van het tekort aan vaardigheden op de arbeidsmarkt ons wel een boost geven.
Indien we grotere aantallen hun schouders onder technologieprojecten zetten, zullen verschillende SDG’s daar wel bij varen. Niet in het minst SDG 8, die waardig werk en economische groei wil stimuleren. En omdat technologische profielen doorgaans een goed loon krijgen, helpt het tevens om armoede (SDG 1) te bestrijden. Dat heeft dan weer een positieve impact op het tegengaan van honger (SDG 2) en het bevorderen van gezondheid en welzijn (SDG 3).
Technologiebedrijven werken bovendien steeds vaker in ecosystemen met duidelijke standaarden en waarden. Vaak zien ze het als hun verantwoordelijkheid om gendergelijkheid (SDG 5) uit te dragen en willen ze ook ongelijkheid in het algemeen (SDG 10) zoveel mogelijk uit de wereld helpen. Ze zijn daarnaast sterk bezig met de problematiek rond klimaatverandering (SDG’s 7 en 13) en het beperken van schade voor het milieu (SDG’s 6, 14 en 15).
Onevenwicht
Dat klinkt allemaal veelbelovend, maar de vraag luidt: hoe kunnen bedrijven dat potentieel voor technologische vaardigheden vertalen naar vooruitgang op het gebied van de SDG’s? Het onevenwicht tussen vraag en aanbod is het grootst in ontwikkelde landen. Veel grote economieën slagen er maar niet in om genoeg personen op te leiden en de juiste technologische vaardigheden bij te brengen. Het begint al in het onderwijs waar nog te weinig kinderen voor een Stem (science, technology, engineering en mathematic)-richting kiezen.
Daarnaast maakt technologie voor werken op afstand het ook mogelijk om te vissen uit een globale vijver met it-talent. Werknemers hoeven zich immers niet meer elke dag te verplaatsen en dus maakt het weinig uit waar dat it-talent zich precies bevindt. Wel moeten organisaties en overheden meer inspanningen leveren om problemen rond infrastructuur en culturele barrières weg te werken. Door bijvoorbeeld in te zetten op digitale leermogelijkheden die mensen voorbereiden op interviews.
Intussen zijn er initiatieven die aantonen hoe we vooruitgang kunnen boeken. In Costa Rica werkt Fujitsu samen met Microsoft en AWS om drie nieuwe schoollabo’s te bouwen voor studenten (vooral meisjes) die Stem-richtingen willen volgen. Zo’n project zet bovendien de kracht en carrièremogelijkheden van technologie in de verf. Natuurlijk is de schaal van dit soort initiatieven vandaag wel nog te beperkt om het verschil te maken in de veel bredere crisis. Anders zouden niet zoveel bedrijven aan de alarmbel trekken omdat ze geen technologische profielen vinden.
Er is dus een grote shift nodig in combinatie met een meer gecoördineerde aanpak. Hier ligt een rol voor bedrijven die op wereldwijd niveau actief zijn en samenwerken met lokale overheden. Hoe dan ook moeten we nu een versnelling hoger schakelen. Het is vijf voor twaalf. Als we niet willen dat de SDG’s irrelevant worden, moeten we nauwer samenwerken om technologische vaardigheden te trainen en controle te krijgen over een crisis – die al véél te lang duurt.
(Auteur Inès Godart is head of responsible business bij Fujitsu België.)