Niet 5G, de metaverse of andere technologie, maar een eventuele Europese tolheffing voor zware internetgebruikers is het felst bediscussieerde onderwerp tijdens het Mobile World Congress (MWC) in Barcelona.
Greg Peters, co-ceo van Netflix, reageerde gisteren fel op uitlatingen van EU-commissaris Thierry Breton die vindt dat Big Tech mee moet betalen aan de verdere uitrol van 5G en breedband-netwerken. De Fransman die zelf van France Telecom (Orange) en Atos komt, steunt daarmee zijn voormalige telco-broeders. Die voelen er niets voor alleen alle investeringen op te brengen terwijl Big Tech de vruchten plukt.
Netflix ziet de zaken anders. Volgens Peters is het in ieders belang dat het internetgebruik groeit. Dat biedt geweldige kansen voor alle betrokkenen. Content providers als Netflix doen al genoeg in dit opzicht, meent hij. Peters wees erop dat Netflix de afgelopen vijf jaar meer dan zestig miljard dollar heeft gestoken in content, ruim de helft van alle inkomsten over die periode.
Hij reageerde ook op de zorgen die internet service providers (isp’s) uiten over de stijgende kosten van de internet-infrastructuur. Volgens hem is het internetverkeer de afgelopen vijf jaar telkens met ongeveer 30 procent per jaar toegenomen. De isp’s hebben deze groei aardig weten te beheersen. Ze slaagden erin de kosten over diezelfde periode stabiel te houden dankzij efficiency-verbeteringen binnen hun netwerk, aldus Peters.
Evenwichtige verdeling
De co-ceo van Netflix meent ook dat de marges die content providers maken, aanzienlijk lager liggen dan die van Deutsche Telekom en BT. ‘We zouden even goed kunnen zeggen dat de telco’s de entertainment-bedrijven moeten betalen voor de kosten van de content die door hun netwerken gaat.’ Want een belasting waarop de EU zint, heeft een averechts effect, stelt Peters. Hij wees verder op de mogelijkheid dat de (commerciële) omroepen straks ook onder de voorgestelde heffing gaan vallen omdat die ook steeds meer video streamen.
Breton betoogde begin deze week dat de connectiviteit in Europa achterblijft. Het potentieel van de interne markt wordt onvoldoende benut. De infrastructuurkosten zijn per land te hoog. De eurocommissaris wil daarom een ‘evenwichtige verdeling’. Zijn opmerkingen klonken de vertegenwoordigers van de telecom-operators, traditioneel massaal tijdens de MWC aanwezig, als muziek in de oren.
Orange-baas Christel Heydemann zei dat 55 procent van het dataverkeer van slechts vijf Big Tech bedrijven komt. De Europese telco’s moeten daar zo’n vijftien miljard euro per jaar op toeleggen. Met name de grote netwerkoperators lobbyen zwaar voor een infrastructuurheffing. Maar het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Het Nederlandse kabinet voelt er bijvoorbeeld niets voor om tol te gaan heffen op diensten die voor veel internetverkeer zorgen. Minister Adriaansens (EZK) hield afgelopen maandag nog een vurig pleidooi voor handhaving van de zogenoemde netneutraliteit die aparte tarieven uitsluit. Ook veel Europarlementariërs houden vast aan het principe dat internet voor iedereen open moet zijn.
Als Deutsche Telekom eerst eens zou beginnen om CDN-apparatuur van derden in haar netwerken te accepteren, i.p.v. legacy telecom poortwachter te willen blijven spelen (en alleen maar opportunistisch overal een geldkraan willen plaatsen i.p.v. een sustainable business model binnen het ecosysteem te gaan ontwikkelen). Dat scheelt een hoop onnodig dataverkeer.
De ETNO-lobby is al zo lang bezig en met een Eurocommissaris die uit hun wereld komt en de regulering van Big Tech waar ze zelf om gevraagd hebben maar de politiek nu pas goed los komt, ruiken dit soort incumbents hun kans.