We zijn de afgelopen twintig jaar – dat is ongeveer de tijd dat ik in de it meedraai – ontegenzeggelijk veranderd in de manier waarop we de boel aansturen. De tijd van het militaire centralistische model waarbij we planmatig onze opmars lieten voortdenderen is voorgoed voorbij. De maatschappij ziet er natuurlijk ook heel anders uit en daarmee zijn de vragen vanuit de samenleving en de vele miljarden gebruikers over hoe we it moeten maken ook flink veranderd.
Dat centralistische model is vervangen door de netwerkorganisatie, waarin onderlinge relaties dominant zijn en vragen soms als vanzelf opkomen en als vanzelf weer worden opgelost. Maar waarin ook nog steeds sommige bestuurders in achterhoedegevechten bezig zijn om met hun controlerende manier van besturen zand in deze netwerkmachine te strooien. Deze mastodonten staan op uitsterven, maar – gelukkig voor hen – is er de nieuwe (nou ja nieuw) trend: agile.
Dat begon mooi en de achterliggende gedachte is geweldig. We willen als maatschappij ons snel kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ofwel adaptief zijn. Maar ongetwijfeld geheel bezijden de bedoeling van de fameuze grondleggers is voor de nomenklatoera in de bestuurswereld agile het nieuwe mantra geworden; een voorgeschreven manier van werken waarbij de controleverslaafde mastodonten van weleer zonder blikken of blozen propageren dat hun ‘adaptieve stijl’ momentum heeft.
Rompslomp
Jammer genoeg voor die mastodonten (en voor de maatschappij eigenlijk ook wel) zitten er wat nadelen aan agile. Het is een wijdverbreid misverstand, dat je agile-werken in een oogwenk kunt schalen. De procesmatige en procedurele rompslomp die dat met zich meebrengt, maakt dat de positieve effecten van een netwerkorganisatie teniet worden gedaan. En nog erger: daar waar processen en procedures belangrijk worden, duiken altijd weer de controle-mastodonten op die alleen maar willen doen waar ze goed in zijn: de boel controleren. Daarmee zetten ze de organisatie vast in een web van onnodige voorschriften, procedures en beleidsoekazes. Relaties komen vast te zitten en de organisatie is verre van adaptief.
Dat denken over procedures moet sowieso anders. Adaptiviteit zit in het creëren van onze organisatiebouwblokken en niet in de agile-procedures waarmee we ons werk moeten doen. Ons vertrekpunt moeten de producten zijn die we als it aan de maatschappij leveren. Producten kunnen natuurlijk ook diensten zijn. We kunnen het ons niet veroorloven om ons blind te staren op de procedures uit een boekje. Het wordt tijd dat we meer zelf gaan nadenken en ons minder laten adviseren door bedrijven die gladde mantra’s verkondigen die we graag willen horen.
Visie nodig
Het begint bij het hebben van visie. Waar willen we eigenlijk heen? Hoe krijgen we onze mensen mee? We hebben richting nodig binnen de grenzen die we onszelf stellen om die visie waar te maken. Daarvoor hebben we begrip nodig. Het structureel doen van onderzoek naar de altijd weer veranderende context zorgt ervoor dat we ons als organisatie tijdig kunnen aanpassen. Niet alleen private organisaties, maar ook publieke moeten als doelstelling hebben om volledige adaptief te zijn. Private organisaties zullen het snel genoeg merken als ze uit de markt liggen. Publieke organisaties kunnen niet meer functioneren als ze het niet doen.
Naast het hebben van richting moeten we zwaar investeren in hoogwaardige kennis van de bouwblokken in de it en de samenhang daartussen die de organisatie overeind houden. Die bouwblokken zijn dan unieke capabilities waarmee producten gerealiseerd en onderhouden kunnen worden. Als we die relaties beter zien, weten we ook wat vooruitgang werkelijk is. Vanuit die kennis van de inhoud van de bouwblokken werken we stapje voor stapje toe naar het verhogen van onze performance. Dit is creatief en ambachtelijk tegelijk. Het is als een schrijver die een roman werkt, een kunstschilder die op een groot doek de contouren van het grote plaatje uitwerkt. Dat gebeurt in een flow. Zo’n flow zien we ook in organisaties terug. Vooral in die waarvan we vinden dat ze goed presteren. Voordat je zover bent moet je uiteraard wel kijken welke capabilities je daarvoor nodig hebt of al misschien in huis hebt. En bij een steeds verdere digitalisering vervaagt de grens tussen wat precies it en wat bedrijfsvoering is.
Flowmaifesto.io
Last but not least moeten we altijd blijven kijken naar het effect dat we als organisatie op ons omgeving hebben. Hoe is onze relatie? We willen die wereld tenslotte niet kapot maken. Misschien hebben we nieuwe gedachten nodig over hoe we in een flow tot betere en duurzamere keuzes komen. Misschien is het mogelijk om een reeks van uitgangspunten te ontwikkelen.
Samen met anderen heb ik daar op flowmanifesto.io een poging gedaan. Met dit manifest in de hand kunnen we de groei van een organisatie afhankelijk maken van de positieve effecten die onze organisatie op de buitenwereld heeft. Het lijkt mij dat onze aarde hieraan toe is en dat dit manifest nu nuttig kan zijn. Als we over een tijdje meer inzicht hebben over hoe we het beter kunnen doen, vervangen we het door een nieuwe.
Dit artikel verscheen eerder in Computable-magazine #1 2023.
Only dead fish go with the Flow