Stichting IPv6 Nederland, kortweg Stipv6, heft zichzelf op. De in 2010 opgerichte stichting had tot doel om de overstap van internetprotocol versie 4 (IPv4) naar versie 6 (IPv6) aan te jagen. Volgens de stichting is dat gelukt en zijn netwerkbeheerders voldoende op de hoogte van de voordelen en noodzaak om over te stappen naar een ip-adres van de zesde generatie. Het einde van het aantal IPv4-cijfercombinaties is namelijk in zicht.
Joost Tholhuijsen, voorzitter van Stipv6, schrijft in een bericht over de opheffing dat er door meerdere initiatieven en organisaties helderheid bestaat over IPv6. ‘Gebrek aan kennis over de huidige versie van het internetprotocol is voor netwerkbeheerders niet meer de reden om geen IPv6 in te voeren.’ Dat wil volgens Tholhuijsen niet zeggen dat de IPv6-penetratie in Nederland volgens wens verloopt. Meer, de stichting benadrukt dat de invoering van versie zes van het internetprotocol veel langzamer verloopt dan de internetgemeenschap zich had voorgesteld. ‘Wereldwijd is het aantal bezoekers dat de Google-zoekmachine bereikt 25 jaar na het uitkomen van de standaard nog maar zo’n 42 procent. En het cijfer voor Nederland ligt daar met dertien procent nog dramatisch ver onder.’
Toch ziet de stichting voor zichzelf geen toegevoegde waarde meer om hieraan bij te dragen. Waar tien jaar geleden het bewustzijn van het IPv4-adrestekort en het inzicht in de implicaties van de oplossing IPv6 nog laag was, is op dit moment iedere netwerkarchitect voldoende op de hoogte, stelt de stichting.
Overheid is traag
Stipv6 bedankt Ripe, Isoc, Forum Standaardisatie en leveranciers van netwerkapparatuur voor de samenwerking. Ook de opgeheven Nederlandse Taskforce IPv6 wordt genoemd. In de contacten die Stipv6 heeft met netwerkbeheerders, blijkt dat het wachten met het integreren van IPv6 in een netwerk nagenoeg altijd een weloverwogen en goedgeïnformeerde keuze is. Opvallend: op basis van zogenoemde ‘streefbeelden’ van de rijksoverheid verwacht de stichting dat een verregaande invoering van IPv6 zeker tot na 2030 zal duren.
Met het resterend vermogen van Stipv6 worden enkele maatschappelijke en netwerkgerelateerde doelen gesteund.
Eerder stond in dit artikel dat IPv6 uit zes cijfers bestaat en IPv4 uit vier. Dat is niet juist en is aangepast.
IPv6?
Apparaten op internet gebruiken elk hun eigen ip-adres. Door die unieke identificatiecode zijn systemen alle aan internet gekoppelde apparaten uit elkaar te houden. Een belangrijkste reden voor de overstap van IPv4 naar IPv6 is dat de ip-adressen van de vierde generatie op een gegeven moment op zijn.
Het adres van IPv6 is 128-bit, IPv4 bestaat uit 32-bit. Bij IPv6 resulteert dit in een adres met 32 karakters wanneer dit in hexadecimale vorm is genoteerd. Een IPv4 adres wordt normaliter genoteerd door middel van cijfers van 0 t/m 255, en bevat 4 van deze cijfers gescheiden door een punt, dus in totaal (maximaal) 12 karakters.
IPv6 is bovendien veiliger dan IPv4. Dat komt doordat een techniek met de naam IPsec wordt ondersteund. De afkorting staat voor Internet Protocol Security, oftewel de beveiliging van het ip-adres. IPsec was al optioneel bij IPv4, maar is standaard bij IPv6.