Op 5 juli 2022 nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’ met een ruime meerderheid aan. De Eerste Kamer kwam daarna met veel vragen over de plannen om de huidige Wet flexibel werken (Wfw) te veranderen rond verzoeken van werknemers om meer zeggenschap te krijgen over de plek waar ze willen werken. Dit jaar moeten knopen worden doorgehakt. Wat betekent de nieuwe wet voor de ict-branche? Arbeidsrechtjurist Kyra van Denken licht toe.
Uit een recent onderzoek op LinkedIn zou blijken dat 70 procent van de werkgevers thuiswerken aan banden wil leggen. Het belangrijkste argument? Meer zicht op de productiviteit van medewerkers. Volgens arbeidsrechtjurist Kyra van Denken van Baker Tilly Employment Advisory stroken deze bevindingen niet met wat zij in de praktijk tegenkomt: ‘Ik krijg eigenlijk meer vragen over uitbreiding dan inperking van thuiswerken. Dat is ook logischer. Ik snap dat werkgevers graag controle willen. Maar een te starre houding past niet bij de moderne manier van werken en werkgevers maken zich ook niet populair op de krappe arbeidsmarkt.’
Nieuwe wet
Even de stand van zaken. De huidige Wet flexibel werken (Wfw) regelt de rechten van werknemers met betrekking tot aanpassing van ‘arbeidsduur’, ‘werktijden’ en ‘arbeidsplaats’. Een werknemer kan (schriftelijk) om andere afspraken vragen bij de werkgever, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Onder meer moet de werknemer minimaal 26 weken in dienst zijn en het verzoek moet tenminste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum van de wijziging schriftelijk zijn ingediend.
De nieuwe ‘Wet werken waar je wilt’ -die overigens niet van toepassing is voor werkgevers met minder dan tien werknemers- wijzigt de Wfw ten aanzien van het verzoek tot aanpassing van punt nummer drie: arbeidsplaats. De hoofdregel moet worden dat werkgevers in beginsel verplicht zijn om zo’n verzoek in te willigen. Dit is wel aan een aantal voorwaarden gebonden. De werkgever kan alleen worden verplicht om het verzoek in te willigen voor zover de arbeidsplaats het woonadres van de werknemer betreft. Een werkgever hoeft dus niet in te gaan op verzoeken van de werknemer om te kunnen werken vanaf een vakantieadres.
‘One size fits all’ werkt niet meer
Momenteel heeft de werkgever juridisch nog de regie over deze kwestie. Hij mag een verzoek weigeren van een werknemer die thuis wil werken. De nieuwe wet geeft meer ruimte aan de werknemer. Van Denken: ‘Kort samengevat gaan we wat betreft een verzoek om verandering van arbeidsplaats van ‘nee mits’ naar ‘ja tenzij’.’ Dit betekent dat een thuiswerk- of werkplekverzoek voortaan gelijk wordt behandeld als verzoeken inzake arbeidsduur en werktijden die kunnen worden gedaan op grond van de Wfw. De werkgever moet straks zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen hebben om een verzoek te kunnen afwijzen.
Van Denken krijgt veel vragen uit de ict-branche over wel of niet thuiswerken. One size fits all gaat sowieso niet meer werken, daarvoor zijn de functies van manager, consultant en programmeur te verschillend. Managers voeren vaak de regie vanuit kantoor. Consultants overleggen op locatie bij de klant, vergaderen en socializen op kantoor en werken thuis. Voor programmeurs geldt nog een ander verhaal. Hard programmeerwerk vraagt focus en leent zich uitstekend voor thuiswerk.
Maatwerk vereist
Hybride werkvormen zullen volgens Van Denken een goede oplossing zijn voor het gros van de werknemers en werkgevers. Baker Tilly krijgt veel vragen over het opstellen van goed beleid, zodat iedereen in de organisatie weet wat er verwacht wordt. Van Denken verwacht dat de nieuwe wet de weg nog meer vrijmaakt voor ‘hybride’ werkvormen: thuis, onderweg, bij de klant en op kantoor.
Samen vergaderen kan misschien efficiënter op kantoor dan via Teams. Samen feesten doe je in het café. In je eentje thuis programmeren werk misschien beter dan in de rumoerige kantoortuin. Maar daar zit wel een risico aan. Van Denken: ‘Het sociale aspect kan uit beeld raken. Mensen kunnen vereenzamen op hun zolderkamer. Als ze niet zelf aan de bel trekken, dan heeft de werkgever daar geen zicht op en kan hij niet op tijd ingrijpen.’ Voor starters geldt sowieso dat ze beter op kantoor begeleid kunnen worden. Kortom: maatwerk is vereist in alle situaties.
Vanuit de hangmat
Van Denken: ‘De combinatie van functies, mensen en werkzaamheden moet voor elk bedrijf specifiek bekeken worden. Een ding is zeker: we gaan niet terug naar de oude situatie, ook omdat de arbeidsmarkt krap is en veel werknemers voordeel hebben van hybride werken. In de praktijk zullen we 20/80 of 50/50 of een andere variant gaan zien in de verhouding thuis/kantoor. Wat mij betreft gaat het erom de juiste balans te vinden en erop te vertrouwen dat mensen ook thuis hun werk doen en productie halen. Daar krijg ik ook de meeste vragen over vanuit de ict-sector.’
En productie draaien vanuit de hangmat in Thailand? Ook daar krijgt Van Denken veel vragen over -ze werkte zelf tijdelijk vanuit Spanje. Werkgever en werknemer kunnen volwassen afspraken maken over werken in het buitenland maar de ‘Wet werken waar je wilt’ is daar niet voor bedoeld en ziet daar niet op toe. Van Denken concludeert: ‘Kijk waar de behoeftes liggen in het bedrijf, bijvoorbeeld met een medewerkertevredenheidsonderzoek. Zorg voor een goede balans tussen werk en privé, maak goede afspraken met elkaar en blijf evalueren.’