De afgelopen jaren zijn datacenters zeer succesvol geweest. Voor de komende jaren ziet Alastair Waite, verantwoordelijk voor Data Centre Market Development bij CommScope, vijf trends die zij goed in de gaten moeten houden.
1. Van 100G naar 400G
Al jaren wordt er in de wereld van datacenters gesproken over de opkomst van 400 Gb-verbindingen. De echte doorbraak heeft echter even op zich laten wachten, wat onder andere door de relatief hoge kosten werd veroorzaakt. Inmiddels is de prijs per GB bij 400 Gb-technologie echter fors gedaald. ‘Dat komt door een veel betere integratie in switches’, meent Waite. ‘Switches worden onder andere door nieuwe chipsets steeds compacter – ‘dense’ noemen we dat – zodat we meer datatransmissie kunnen realiseren met minder apparatuur en in een kleinere ruimte. Er kan hierdoor vanuit de it-apparatuur steeds meer data richting de ‘spine to leaf’- en en de ‘top of rack’-switches worden gestuurd. Daarmee ontstond dus wel de vraag: hoe krijgen we al die data na die switches weer verder? Daar was nieuwe technologie voor nodig, zoals de 16 fibre MPO-connector die we als CommScope laatst met ons Propel-portfolio hebben gelanceerd.’
2. Meer samenwerken
Een probleem dat datacenters lange tijd parten heeft gespeeld, is de traditionele scheiding tussen it-afdelingen en de facilitaire diensten die verantwoordelijk zijn voor aanleg en beheer van de fysieke infrastructuur van het datacenter. Zeg maar: de power, de koeling en de structured cabling. ‘Die samenwerking lijkt al veel beter te gaan’, meent Waite. ‘Zo is de kennis van veel it-afdelingen op het gebied van bekabeling en connectiviteit de afgelopen jaren flink toegenomen. Toch blijft de vertaalslag van wat zij aan connectiviteit nodig denken te hebben naar de daadwerkelijke bekabelingsinfrastructuur in het datacenter lastig. Er is meer nodig dan wat lijntjes op papier tekenen tussen servers, storage-apparaten en switches met daarbij wat getallen over gewenste transmissiecapaciteiten. Infra-mensen hebben dan nog tal van vragen, waar men vanuit it lang niet altijd over heeft nagedacht. Dat hoeft ook niet, mits it en infra maar goed samenwerken en elkaars kennis en expertise weten te vinden.’
3. Single mode fibre
Om nog even bij bekabelingstechnologie te blijven, wat Waite betreft is ‘single mode fibre’ een goede optie voor datacenters. ‘Daarmee kunnen we heel veel data over flinke afstanden sturen. Dat kan soms ook met multimode. Dat kost misschien iets minder, maar daar staat echter wel een afstandsbeperking tegenover. Doordat OM5 extra ‘wavelengths’ biedt, is meer densiteit mogelijk en dat sluit natuurlijk goed aan bij de hiervoor al gesignaleerde behoefte aan meer capaciteit en de mogelijkheid om meerdere switching layers in elkaar te schuiven.’
Laten we alleen niet vergeten dat OM5 nog vrij nieuw is en de markt nog wel aan kennisopbouw moet doen, meent hij. Zo realiseert nog lang niet iedereen zich dat de maximale lengte die voor OM5 geldt soms kan worden opgerekt zonder dat we daarmee per definitie niet meer ‘compliant’ met de standaard zijn. ‘Dit soort ‘supersets’ zijn wel degelijk mogelijk en bieden dan vaak zeer interessante mogelijkheden om hogere snelheden over langere afstanden te realiseren. Dit is echter nog niet bij iedereen bekend en ook niet iedere leverancier biedt dit soort opties aan’, vertelt Waite.
4. Nieuwe locaties
De bekende ‘datacenter hotspots’ in Europa – Londen, Amsterdam, Frankfurt en Parijs – kampen alle vier met vergelijkbare problemen: gebrek aan stroom, gebrek aan ruimte, zorgen over het watergebruik en vaak ook gebrek aan grond. Logisch dat datacenterbedrijven zoeken naar andere locaties, zegt Waite. ‘Die kansen liggen er ook zeker, maar eenvoudig is het voor die nieuwe locaties niet. Vaak heeft men op dit soort alternatieve locaties te maken met een ‘latency’ die niet past bij de eisen en wensen van grote datacenterklanten. Bovendien ontbreekt het in dit soort steden vaak nog aan voldoende kennis en is er nog te weinig sprake van een echt datacenter-ecosysteem met een rijk aanbod aan leveranciers en adviseurs zoals die bijvoorbeeld in Amsterdam of Londen wel aanwezig is.’
5. Sustainability
De laatste trend die Waite wil benoemen is verduurzaming van datacenters. ‘Die trend zet door. Bovendien zit daar inmiddels ook een economische component aan. Natuurlijk wil iedereen persoonlijk dat we de ‘footprint’ van onze digitale infrastructuur verkleinen. Maar we zien bijvoorbeeld ook dat de kosten om producten te transporteren steeds hoger worden. Er is dus een economische ‘incentive’ om meer te doen met minder producten. Daarbij komt de winst uit soms kleine aanpassingen. Als een klant van een bepaald product 25 exemplaren besteld, is het dan werkelijk nodig dat bij ieder individueel product een gedrukte handleiding zit? Is een qr-code die verwijst naar een webpagina met uitleg dan niet veel beter? Zowel de milieu-footprint als de kosten verbeteren hierdoor.’
Ook naar hergebruik wordt steeds kritischer gekeken. ‘Klanten zeggen heel duidelijk: zo min mogelijk verpakkingsmateriaal, gebruik zo min mogelijk plastic, verpak alles zo compact mogelijk en zorg er voor dat restmateriaal en end-of-life producten gemakkelijk hergebruikt of gerecycled kunnen worden. Allemaal zaken waar je als leverancier natuurlijk prima op kunt inspelen.’