De drie GGD-instellingen, die in conflict waren geraakt met softwarebouwer Finalist, konden niet leven met de uitwerking van het bindend advies, gegeven door twee onafhankelijke, gerechtelijke deskundigen. Sterker, ze spanden een rechtszaak aan om twee nieuwe adviseurs te laten benoemen die de software van Finalist opnieuw moesten onderzoeken. De rechtbank Midden-Nederland ging daar niet in mee: het bindend advies was in dit project nu eenmaal bindend. Dit blijkt uit een uitspraak die afgelopen juli is gedaan en door de rechtbank Midden-Nederland recent is gepubliceerd. De GGD's zijn hiertegen in hoger beroep gegaan.
De Rotterdamse software-ontwikkelaar Finalist startte na het winnen van de aanbesteding begin 2018 met het ontwikkelen van een dossierapplicatie voor de jeugdgezondheidszorg voor drie regionale GGD’s: GGD regio Utrecht (GGDrU), GGD Twente en GGD Hollands Noorden. Over het systeem zijn de drie instellingen al sinds 2016 bezig. Het zou moeten resulteren in een systeem waarin zowel zorgprofessionals als ouders en/of kinderen toegang hebben tot onderdelen van het dossier.
Impasse
Op 31 januari 2020 sloten partijen een addendum met een plan van aanpak waarin de specificaties (programma van eisen) van de op te leveren software nader werden omschreven en onderverdeeld werden in zogeheten ‘must haves’ (moet in de opgeleverde software zitten) en should-haves (eisen voor na de oplevering), volgens een ‘procesgerichte aanpak’ (agile/scrum, geen fixed price/date-scope). Met als doel in oktober 2020 live te kunnen gaan. Finalist leverde op 31 juli 2020 eerst release 1.2 op en op 28 februari 2021 release 1.2.11. GGDrU (de penvoerder van het drietal) accepteerde de aangeboden software echter niet, blijkt uit de gerechtelijke stukken.
Na de functionele acceptatietest benoemden de GGD’s ontbrekende functionaliteit. Volgens Finalist behoorden die gevraagde functies niet tot de tussen partijen overeengekomen scope van must-haves en should-haves. Om uit de impasse te komen, besloten beide partijen alle onzekerheden en geschillen rond het project vast te stellen om die te beslechten met een zogeheten bindend advies, opgesteld door twee onafhankelijke, beëdigde deskundigen.
Arbiters
Deze bindend adviseurs beoordeelden in dit beding dertig, door beide partijen voorgelegde issues die te maken hadden met versie 1.2.11. Daarvan bleven er zeven (‘blokkerende issues’) over die Finalist moest oppakken voordat de software live kon gaan en drie issues (‘non-blokkerende issues’) direct na oplevering van de nieuwe versie. Verder was er nog een aantal issues die opgelost konden worden gedurende het onderhoud van de software en twee functies die onder de should-haves geschaard konden worden. De drie GGD’s konden zich dus gaan voorbereiden op de livegang in de tijd dat Finalist de zeven ‘blokkerende issues’ oploste.
De softwarebouwer leverde op 30 december 2021 na zeven (!) nieuwe subreleases (1.2.12 t/m 1.2.18) uiteindelijk release 1.2.19 op die de GGDrU na een test weer niet accepteerde. Zij vonden dat de nieuwe release van Finalist niet voldeed aan wat het bedrijf op grond van het bindend advies had moeten leveren. De it-dienstverlener was het daar niet mee eens. In plaats van de klachten weer voor te leggen aan de bindend adviseurs stapten de GGD’s echter naar de rechter met het verzoek om een zogeheten voorlopig deskundigenbericht. Daarbij zouden twee nieuwe it-arbiters de software opnieuw onderzoeken op de (on)deugdelijkheid er van, zodat de instellingen hun proceskansen konden inschatten in een nog te starten juridische procedure om schadeloosstelling tegen Finalist.
Bindend advies is bindend
In de oorspronkelijke software-overeenkomst voor de ontwikkeling van een digitaal dossier stond namelijk de afspraak om geschillen voor te leggen aan de rechtbank Midden-Nederland. Volgens de GGD’s ging het bindend advies slechts over één gedeelte van het project (namelijk het addendum met het programma van eisen) en daarom was in hun ogen een verzoek aan de rechtbank om een deskundigenbericht gerechtvaardigd. De rechtbank Midden-Nederland heeft dit echter naar de prullenmand verwezen. Uit de uitspraak komt naar voren dat het bindend advies wel degelijk gold voor het gehele project en geen beperkte reikwijdte had. Bovendien was het geschil, dat opnieuw zou moeten worden beoordeeld, hetzelfde als wat aan de bindend adviseurs ter beoordeling was voorgelegd, namelijk de vraag of de ter release aangeboden software voldoet aan de door partijen overeengekomen eisen.
Daarbovenop oordeelt de rechter dat, als een partij instemt met zo’n bindende-adviesprocedure met een neutrale derde partij, die partij daarmee het recht op een gerechtelijke procedure vrijwillig prijsgeeft (hier is ook Europese jurisprudentie over). ‘Het staat haar daarom niet vrij om aangaande hetzelfde onderwerp nog eens via de burgerlijke rechter het oordeel van een (andere) deskundige(n) in te winnen’. Wel hadden GGD’s hun klachten nog een keer aan de bindend adviseurs kunnen voorleggen, aldus de magistraat.
Dat hebben de instellingen niet gedaan. Wel zijn zij in hoger beroep gegaan. Toch hebben de GGD’s de stekker uit het project getrokken en lieten ze recent weten daarmee een schadepost van zo’n dertien miljoen euro te hebben opgelopen.
Reactie GGD’s
Computable legde naar aanleiding van het stopzetten van het GGiD-project en de uitspraak van de rechter de drie GGD’s de volgende vragen voor die zij in gezamenlijkheid hebben beantwoord:
Waarom hebben de GGDrU en de twee GGD’s de klachten over de laatste versie van de software niet besproken met de twee bindend adviseurs die al waren benoemd, zoals de rechter ook aangeeft? De softwareleverancier heeft immers geleverd wat er bindend was voorgeschreven.
‘De drie betrokken GGD’en hebben lang vertrouwen gehad in het realiseren van het digitaal dossier. Helaas blijkt dat na een lang proces, dat moeizaam is verlopen, met de leverancier een impasse is ontstaan vanwege een blijvend verschil van inzicht over de kwaliteit en functionaliteit van het GGiD. De beslissing om te stoppen met het GGiD is niet over één nacht ijs gegaan. Daar zijn vele gesprekken en pogingen om met elkaar door te gaan aan vooraf gegaan. Daarom heeft het hele traject ook zo lang geduurd.’
Hebben de GGD’s behalve een functionele acceptatietest ook de potentiële gebruikers voorbereid op de komst van GGiD? Ik lees daarover niets terug in de uitspraak.
‘Er zijn verschillende gebruikerstesten geweest. Uiteindelijk zijn ouders nooit betrokken geweest, omdat het product nog niet klaar was.’
Zijn de betrokken gemeenten op de hoogte gesteld van de bindend-advies-procedure en het niet navolgen van het bindend advies door de GGD’s?
‘Ja, als het gaat om het op de hoogte stellen van de bindend-advies-procedure zijn de vertegenwoordigende wethouders goed op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Als het gaat om het bindend advies bevat de vraag een feitelijke onjuistheid. GGD’s hebben het bindend advies wel nagevolgd, Finalist naar de mening van GGD’s niet. Partijen zijn het er niet over eens of door GGD’s afstand van geschillenbeslechting door de gewone rechter zou zijn gedaan. Daarover loopt nu het hoger beroep.’
Eerder is door jullie gecommuniceerd dat de schade ongeveer veertien miljoen bedraagt. Hoeveel daarvan zijn interne kosten, waaronder de juridische, en wat zijn de kosten van Finalist geweest?
‘De totale af te boeken investering in het nieuwe dossier bedraagt ongeveer dertien miljoen euro. Deze investering bestaat uit een gezamenlijk deel van de drie GGD’s en uit per GGD specifieke gedane investeringen. De gezamenlijke investering bestaat uit bouw- en programmakosten van in totaal circa 10,6 miljoen euro voor drie GGD’s. Elke GGD participeert hierin voor een derde deel. De individuele door de GGD’s gedane investeringen, zoals specifieke projectkosten, bedragen totaal ongeveer 2,4 miljoen euro. Op de vragen over de juridische kosten en die van Finalist kunnen wij geen antwoord geven.’
Is er al meer bekend over de vervolgstappen, zoals in jullie persbericht aangekondigd?
Momenteel wordt gewerkt aan het uitvoeren van het besluit om te stoppen met het GGiD. Daarvoor worden verschillende stappen gezet die de komende periode door elke GGD afzonderlijk bestuurlijk vastgesteld worden.’
Reactie Finalist
De softwareontwikkelaar laat in een verklaring het volgende weten: ‘Wij hebben 3,8 miljoen euro vergoed gekregen en 1,2 miljoen euro zelf geïnvesteerd, omdat wij wilden komen tot een mooi digitaal product wat ten goede komt aan de jeugdgezondheidszorg. GGD’s geven zelf aan in totaal dertien miljoen euro te hebben besteed. Ondanks deze hoge interne kosten (negen miljoen euro) zijn de GGD’s niet in staat geweest hun achterban opgelijnd te krijgen en daarmee overeenstemming over de functionaliteiten in het GGiD. Wij hebben ontwikkeld wat van ons gevraagd werd. Gerechtelijk deskundigen (bindend adviesrapport) hebben ons daarin gelijk gegeven’.
Triest verhaal en niet voor het eerst. Het vertrouwen in de rechterlijke macht daalt alsmaar. Het vertrouwen in de kwaliteit van de ICT daalt ook. De communicatieve vaardigheden blijken opnieuw onvoldoende. Waar zijn de verbindende personages die wel kans zien ontwikkelaars en gebruikers goed samen te laten werken? En waarom zie ik hier opnieuw zeer hoge bedragen? De vele drama’s van vroeger staan me helaas nog bij. Mooie job voor Computable. Spit die narigheid eens uit, haal er de communicatief vaardige, zeer slimme mensen bij en leg eens uit waar het precies mis is gegaan. We zouden zo langzamerhand toch aanzienlijk professioneler moeten kunnen opereren. Misschien dat er een rol is voor een paar klokkenluiders? Follow The Money? Wat valt er te leren? In de praktijk maak je zat gekte mee. Stoorzenders e.d. Als de organisaties onvoldoende functioneren of als key-players saboteren, stop dan het project. Dit is niet de tijd om miljoenen te laten verdampen.
Wel apart dat de GGD’s 10,6 miljoen kwijt waren aan bouw- en programmakosten en dat finalist zegt dat ze ‘maar’ 3,8 miljoen getoucheerd hebben. Hebben de GGD’s dan mee ontwikkeld of hebben ze ook verschil van mening over de facturen en betalingen?
Ik neem aan dat ze recht hebben op alle sourcecode en ontwikkeldocumentatie. Het kan zulke meuk niet wezen of er zit her en der wel wat bruikbare code in neem ik aan. Als je al het geleverde total loss denkt te moeten verklaren, zou je toch mee die gebonden adviseurs andere inzichten te kunnen laten verwerven.
Ik vraag me af waarom niet gebruik gemaakt wordt van bestaande software. Dossier (medisch) software is toch niet zo bijzonder uniek? Of zijn de GGD requirements volledig onrealistisch?
@FritsP, Frameworks bestaan uit software-onderdelen die geschikt zijn gemaakt voor gebruik in meerdere projecten. Die tref je meestal wel aan. Zowel eigen frameworks (voor wat ze soms wel of niet waard zijn, als commerciële en opensource producten van derden).
@FritsP (ter aanvulling). Je kunt eventueel ook een compleet platform gebruiken. Van Microsoft o.a. Business Central en Dynamics. Op dat soort platformen kun je vaak dingen tientallen malen sneller ontwikkelen. Je hebt dan meestal wel met licentiekosten te maken.
Wat me opvalt in de reacties, dat direct uit wordt gegaan van een software ontwikkelaar als boosdoener, maar de waarheid is maar al te vaak dat er uit alle macht getracht wordt een opdrachtgever, in zijn rol als leek, te overtuigen waar op te letten, waar rekening meer te houden, en waar de overeengekomen grenzen v.h. project liggen. Dat gebeurt dan vaak in een “air” van beperkte aandacht en interesse in, gek genoeg, de eigen belangen. Alles is maar lastig en moeilijk op dat moment. Het maffe is dat bij geheel andere zaken, die dezelfde mate van belang en organisatie vereisen, zoals het investeren in nieuwbouw van een groot en complex pand, men die interesse en aandacht vaak wel heeft. Wat maar hardnekkig mager wordt begrepen is dat software complex is, en een gedegen fundament moet hebben voordat je erin kunt gaan wonen. Dat kom je overeen en dan kun je zinnig gaan bouwen. Heb aandacht voor zaken *vooraf* en niet steeds tussentijds en achteraf, en projecteer vaak uit de lucht gegrepen verwachtingen niet constant op de bouwer. Dan is het eind nl. zoek en komt er nooit iets van het inmiddels ondankbare project terecht, met als gevolg alleen maar verliezers. Men kan dat samenvatten als “miscommunicatie”, maar na bijna 25 jaar “in het vak” valt er wel een steevast patroon op m.b.t. de dieperliggende oorzaak. Dit type oorzaak steekt steeds de kop weer op, en het gevolg, compleet mislukken van projecten is niet zo vaak het gevolg van de ontwikkelaar als dat de media vaak doet geloven. Op heel vervelende uitzonderingen na, die deze opinie helaas, al vele jaren, veel voedingsbodem geven.
Probleem is denk ik dat de rechtspraak nog steeds uitgaat van de relatieve ondeskundigheid van de opdrachtverstrekker en dat opdrachtnemers en adviseurs zich in het opdrachtproces opwierpen als deskundige partijen. Klanten moet je vast wel vaak tegen zichzelf in bescherming nemen maar – als je dat achterwege laat – ben je vanuit dat door de rechter in aanmerking genomen machtsverschil eerstverantwoordelijk voor wat er is aangegaan. Achteraf zeggen dat je vooraf of tijdens al hebt gewaarschuwd, houdt in mijn ogen terecht geen stand.
Het lijkt me terecht dat een rechter wijst op mediation via een door alle partijen onafhankelijk geaccepteerd bindend advies, het vragen om een second opinion betekent namelijk dat je terug komt op eerdere toezeggingen en dat maakt je onbetrouwbaar. En een onbetrouwbare overheid die door een rechterlijke macht op haar opportunisme gewezen wordt verbaast me ondertussen niet meer. Wat betreft goed opdrachtgeverschap lees ik een interne strijd tussen bestuurlijke entiteiten die wat mij betreft zo snel mogelijk opgeheven worden.