Al in de hoogtijdagen van het mainframe was het noodzakelijk de prestaties te monitoren voor het signaleren en traceren van onvolkomenheden in de systeem- en applicatiesoftware. In de loop der tijd zijn we ook de gebruikerservaring gaan registreren. De toenemende complexiteit van it-processen in de diverse cloudvarianten maakt monitoring zelfs van vitaal belang. Maak daarom kennis met de functionaliteit die ‘ai-ops’ heet. Wat ook kan: maak kennis met Rick McConnell, ceo van Dynatrace, leverancier van software voor application performance monitoring (apm).
Gartner onderzocht de markt van leveranciers voor application performance monitoring (apm) en observability. In de Magic Quadrant van dit jaar staat Dynatrace vermeld als een marktleider. Ceo Rick McConnell verklaart de prominente positie.
McConnell is een Silicon Valley-veteraan. Opgeleid aan de Stanford University in Palo Alto maakte hij carrière bij een reeks gerenommeerde it-partijen waaronder Cisco. Een jaar geleden streek hij neer bij Dynatrace, een bedrijf met een hoofdkantoor in Waltham Massachusetts. Zoals de ceo van het westen naar het oosten van de Verenigde Staten verkaste, zo verhuisde de onderneming ooit van het oosten naar het westen. Het bedrijf werd in 2005 opgericht in het Oostenrijkse Linz. Volgens McConnell telt Dynatrace nog steeds veel klanten in de Oude Wereld, ofschoon de helft van de klantenbasis in de VS zit.
De productreeks bestaat sinds zeventien jaar uit software voor het monitoren en analyseren van operationele it-applicaties. De organisatie onderging de afgelopen jaren een transitieslag, geïnitieerd door Bernd Greifeneder, oprichter, voormalig ceo en nu cto. Met het vervangen van grote delen van de programmacode sloeg Dynatrace een nieuwe weg in richting cloudnative-software en het op basis van ai-algoritmes doorgronden van de software-infrastructuur. De huidige ceo spreekt over een geheim wapen voor proactief acteren. Hij doelt op de functionaliteit algemeen aangeduid als ’ai-ops’, omdat die niet alleen signaleert en een remedie adviseert, maar daar waar de urgentie groot is, automatisch operationeel ingrijpt op basis van diepgaande analyses op de voorhanden monitoringdata.
Overbelasting aan data
Het is die overbelasting aan data die in de multi-cloud-omgeving systeembeheerders achter hun Network Operation Center Consoles tot wanhoop brengt. ‘En het wordt alleen maar complexer en met nog veel meer data, gegenereerd vanuit it-assets on-premise, in de publieke of private cloud en in samenhang met edge-computing en iot-netwerken’, zegt McConnell. ‘Door diepgaande inspectie van alle componenten op alle lagen binnen een software-ecosysteem zijn we in staat om na te gaan of bijvoorbeeld een klant van een Duitse online-winkel een acceptabele respons krijgt, zoals het verversen binnen twee seconden van de webpagina op diens smartphone. Duurt het langer, dan houdt die klant het voor gezien en gaat elders shoppen.’
‘Bij een supermarkt draaiden ze een ‘proof of concept’ met ons platform’, vervolgt de topman. Tijdens de test signaleerden ze dat de transactieverwerking niet goed interacteerde met het loyaliteitsprogramma, waardoor klanten bij het afrekenen hun kortingen misliepen. Klanten accepteren dat niet; de reputatie van de winkel staat op spel. Zonder ons platform zou de winkel uren, zo niet dagen bezig zijn om erachter te komen wat er aan de hand was. Binnen een kwartier hadden wij het opgelost. De poc is direct omgezet naar een order.’
Besparingen
De Britse telecomoperator BT schat 28 miljoen pond aan besparingen te hebben gerealiseerd met het Dynatrace-platform door daarmee negentig procent van de operationele incidenten te voorkomen. De introductie van de meest recente iPhone op het mobiele netwerk verliep met de helft minder problemen dan bij voorgaande Apple-lanceringen op het wereldwijde mobiele netwerk van de telecomoperator. Afrekening op basis van de gerealiseerde besparingen is wellicht een interessante financiële optie.
Volgens McConnell is het businessmodel gebaseerd op het aantal servers, waarop het vanuit de cloud geactiveerde systeem functioneert. Het Gartner-oordeel over het platform is zeer positief voor wat betreft de sterke code-analyse en ai-functionaliteit bij het leggen van oorzakelijke verbanden achter verminderde softwareprestaties. Potentiële afnemers wijst Gartner echter ook op de verrekenmethodiek, gebaseerd op het geheugenbeslag op de host-systemen waarop het platform is ondergebracht. Zeker bij het monitoren van grote ecosystemen met de uitrol van zware container-applicaties zou het lastig kunnen zijn om de omvang van de financiële consequenties in te schatten. Met de hoogste score op vier van de zes beoordelingscriteria malen ze in Waltham niet om die kritische noot.
Beren op de weg
McConnell ziet voorlopig geen beren op zijn weg. Productinnovaties gaan via Europese r&d-investeringen steeds sneller. Hij ziet een groei van astronomische omvang bij de drie hyperscalers (Amazone Web Srvices, Google Cloud en Microsoft Azure) naar een gezamenlijke jaaromzet van 175 miljard dollar. Ondernemingen verwachten daar hun gewenste it-infrastructuren gemakkelijker te kunnen realiseren met lagere kosten, die niet langer capex- maar opec-gerelateerd zijn. Het legt McConnells onderneming geen windeieren. De omzet groeide gedurende het afgelopen jaar met 23 procent tot ruim een miljard dollar, terwijl de winstmarge opliep tot 26 procent. Een gezond bedrijf met veel groeipotentie dus.
Meer vraag komt ook voort uit de kritische blik op het energieverbruik van datacenters. Ook daarin speelt het Dynatrace observalility-platform een rol. Het eigen product is cloud gebaseerd; men is dus zeer kien op de hoeveelheid gebruikte systeembronnen. Het beslag van bepaalde applicaties en de impact op het energiegebruik wordt nauwkeurig bijgehouden. Inefficiënties in de programmatuur laten zich snel opsporen. Erp-software stond vroeger te boek als energievreter; de programmatuur sprong royaal om met de ‘cycles’. Inmiddels is Dynatrace huisleverancier bij de tak voor commerce applicaties van SAP. En meer leveranciers van standaard-applicaties besluiten om hun softwarecode via een api te voorzien van observability-functionaliteit.
Niche-spelers
In het apm en observability-toolsoverzicht van Gartner treffen we in het kwadrant niche-spelers aan als het Chinese Alibaba Cloud, Riverbed (endpointmonitoring), Oracle (OCI), Broadcom (nam CA over), SolarWinds (Sundburst-hack in 2020) en ManageEngine. In het visionaries-kwadrant bevinden zich de partijen die het moeten hebben van hun vernieuwende aanpak zoals Splunk (focus op security), Elastic (opensource), VMware (Tanzu) en Logz.io (opensource).
De naam Ymor komt niet voor. Deze Nederlandse speler hield zich jaren geleden al met de toen nog nieuwe tak van sport bezig. HP werkte met ze samen, maar nam ze niet over. Dat deed clouddienstverlener Sentia wel. Een goede zet, want onder meer de observability-expertise, deed Accenture Nederland besluiten om Sentia in te lijven. Zij troffen daar aanvullende kennis voor hun digital experience monitoring voor hybride-cloud-omgevingen.
Drijfveer
Een belangrijke drijfveer voor organisatie om over te stappen naar hun platform is volgens McConnell een vermindering in monitoringtools. ‘In veel gevallen hebben it-afdelingen die in eigen huis ontwikkeld, vaak ‘dashboards’, gericht op een specifieke applicatie. Sommige organisaties beschikken over meer dan zestig verschillende tools. Systeembeheerders moeten zich soms de specificaties eigen maken van meer dan twaalf software-instrumenten om hun taak te kunnen uitvoeren. Van ons verwachten ze dat we het aantal drastisch terugbrengen naar maximaal drie soorten monitoringgereedschap.’ Recent werd daartoe het ‘Grail causational data lakehouse’ uitgebreid. Daarmee kan het platform op grote schaal realtime bedrijfsdata via eigen applicaties en van derden vastleggen zonder wijziging aan code of de inzet van technische hulpmiddelen.
Prioriteitbepaling speelt eveneens een belangrijke rol. McConnell noemt als voorbeeld de Log4j-hack, gericht op het compromitteren van de rechten op Apache-webservers. ‘Systeembeheerders zaten met de handen in het haar, omdat ze niet wisten gedurende welke tijdspanne er hoeveel ‘libary calls’ op welke servers waren geactiveerd en waar direct ingrijpen noodzakelijk was. Het is niet eenvoudig om snel te zoeken in meer dan tien miljoen coderegels. Wij konden voorzien in een overzicht van die delen in het applicatielandschap waar het uitvoeren van patches absolute prioriteit had en waar niet, omdat er geen tot weinig interactie met logdata had plaatsgevonden. Dat scheelde dus heel veel werk.’
Hyperscalers geen concurrent
In het Gartners leiderskwadrant treffen we naast Honeycomb (alleen observability, geen apm) ook IBM aan met de breed inzetbare Instara-productreeks. Big Blue was vroeger dominerend op de markt van tools voor het monitoren van mainframes en omvangrijke serverclusters met in zijn kielzog partijen als CA, BMC en HP. Vlakbij Dynatrace staat Datadog en iets naar links NewRelic. ‘Functioneel komt Datadog een eind in onze richting’, zegt McConnell. ‘Ze richten zich echter voornamelijk op bedrijven in het mkb-segment en dat geldt ook voor New Relic. AppDynamics, verdwenen uit het leiderskwadrant, had volgens hem een hele grote naam in het observeren van omvangrijke it-infrastructuren. Reden voor Cisco om ze over te nemen. McConnell beschouwt hun oplossing inmiddels als achterhaald, omdat die niet goed aansluit op cloudnative-applicaties.
Vlak bij Cisco staan als ‘challengers’ ook Microsoft en AWS. Zouden die Dynatrace willen overnemen? ‘Voor het businessmodel van hyperscalers is het alleen interessant om de werking van applicaties in de eigen public cloud te bewaken’, zegt McConnell. ‘Bijna alle grote ondernemingen kiezen tegenwoordig voor de hybride vorm en dat impliceert het onderbrengen van bedrijfsapplicaties in alle cloudvarianten en on premise. Wij hebben geen voorkeur en bieden api’s voor alle software-ecosystemen, ongeacht waarin de onderdelen zich bevinden.’