Het imago-onderzoek onder niet-ict-organisaties kent al jaren dezelfde winnaar: Bol.com. Dat is in 2022 niet anders. Hetzelfde geldt voor de nummer twee van vorig jaar, ABN Amro. Des te leuker is het om te zien dat we een nieuwe nummer drie hebben. Ahold Delhaize maakt ten opzichte van vorige jaar een flinke sprong binnen de top tien en stijgt van zeven naar plek drie. Het gaat hier om de holding waar technisch gezien Albert Heijn, Etos en Gall & Gall onder vallen. Bol.com is ook onderdeel hiervan, maar staat technisch op eigen benen.
Het is even saai als knap dat Bol.com ook in het vijfde jaar dat we het imago van niet-ict-organisaties op ict-vlak meten weer bovenaan weet te staan Waar tot en met vorig jaar ook nog eens de voorsprong groter werd, daar blijft dat dit jaar nagenoeg gelijk aan het gat van 2021. Wat vervolgens vooral in de geïndexeerde uitslag opvalt is dat Philips ten opzichte van vorig jaar een behoorlijke stap terug moet doen en dat Ahold Delhaize juist ruim tien procent op Bol.com weet in te lopen.
Ahold Delhaize
Wat heeft Ahold Delhaize de afgelopen jaren zo goed gedaan dat hun populariteit zo is gestegen? Dan moeten we de reden hiervoor toch vooral zoeken in corona. En dan met name de gevolgen die hieruit voortvloeien. Want toen corona begin 2020 losbarstte, was Ahold niet goed voorbereid op grote verandering. Enerzijds was de organisatie te complex om op veranderingen in te spelen, anderzijds moesten er versneld oplossingen ontwikkeld worden die meer inspeelden op de trend om minder in winkels te verkopen en meer aan huis te bezorgen. Dit laatste zeker ook door de opkomst van bijvoorbeeld Picnic.
Hierdoor is via met name Albert Heijn het in coronatijd getransformeerd naar een samengestelde netwerkorganisatie met een architectuur die de onderneming in staat stelt zich razendsnel aan te passen. Hierdoor is continue innovatie mogelijk om de klant zo goed mogelijk te bedienen en externe ‘schokken’ op te vangen. Schaalbaarheid wordt omarmd en doel is om met beperkte extra inspanningen waarde toe te voegen. Veel beter dan voorheen is nu in te spelen op onverwachte gebeurtenissen. Ahold Delhaize probeert intern communities op te bouwen in een netwerkmodel, een nieuwe manier van organiseren die niet gemakkelijk is maar tot snellere innovatie moet leiden. Het netwerk bestaat uit ‘pods’ (teams); losse onderdelen met een zekere autonomie en eigen kenmerken die schaalbaar zijn. Als alles goed werkt, zijn deze pods snel uit te breiden.
Rest top tien
In de top tien zien we verder dat de TU Delft opnieuw switch tussen de vierde en vijfde positie. Waar het in 2021 nog deze plek verloor, daar wint het deze positie dit jaar weer terug. Vervolgens zie we drie partijen die allemaal binnen de top tien plekken moeten inleveren. We hadden het net al even over Philips, het levert in 2022 ongeveer twaalf procent in ten opzichte van Bol.com, zakt twee plekken en staat dit jaar op vijf. Ook ING moet twee plekken inleveren en zakt van de vierde naar de zesde positie. De AIVD verliest één plek en staat op zeven.
De top tien wordt afgesloten met drie stijgers. Als eerste is dat de TU/e (TU Eindhoven) dat met één plek winst op positie acht terecht is gekomen. De stappen die volgen, zijn beduidend groter. Want Rabobank is nieuw in de top tien en weet de elfde plek van vorig jaar om te zetten in een negende positie in 2022. Achmea stijgt zelfs negen plekken en maakt de top tien compleet. Ten opzichte van vorig jaar valt Defensie uit de top tien.
Deellijsten
Het imago-onderzoek onder niet-ict-organisaties wordt gedaan op basis van vier zaken. Belangrijkste hierbij is hoe Nederlandse ict’ers deze organisaties zien op het vlak van ict. Er wordt gekeken naar de populariteit als opdrachtgever, als werkgever, er wordt gekeken hoe de organisatie het doet op innovatievlak en er wordt onderzocht hoe de markt het kennisniveau inschat van de ict’ers van deze niet-ict-organisaties. Deze vier deellijsten leiden uiteindelijk tot de overall-lijst.
Vorig jaar voer Bol.com twee van de vier deellijsten aan. Dit jaar zijn dat er drie. Net als vorig jaar leidt het als werkgever en op het vlak van innovatie, daar komt nu ook een nummer één-positie als opdrachtgever bij. Het wisselde hiervoor stuivertje met ABN Amro, dat de leiding inruilde voor de tweede positie. Net als vorig jaar wordt het kennisniveau van ict’ers die bij TU Delft werken het hoogst ingeschat. Verder weet Ahold Delhaize ook hier driemaal een top drie in de wacht te slepen, deze derde positie is op het vlak van het kennisniveau van ict’ers voorbehouden aan de TU/e.
Overige lijstjes
Het onderzoek onder niet-ict-organisaties wordt dus over vier assen gedaan. Echter vertegenwoordigen al die eindgebruikers ook allemaal een markt, branche of sector. Daarom krijgen alle 157 deelnemende organisaties ook labels mee zodat zij te rangschikken zijn naar markt. Dit levert in totaal negentien sectorlijstjes op. Hieronder winnaars als de gemeente Amsterdam, Avans Hogeschool, Shell, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Alliander, Achmea, KLM en het Amsterdam UMC.
Net als bij het onderzoek onder ict-bedrijven wordt ook in dit deel van het imago-onderzoek de deelnemers gevraagd waar zij de afgelopen tijd mee bezig waren en waar zij zich de komende tijd op gaan richten. Dit levert allerlei verschillende ict-onderwerpen op, op basis waarvan wij de respondenten gevraagd hebben wie in desbetreffende topic het populairst is. Dit levert in totaal twintig topiclijstjes op. Hier zijn naast Bol.com en ABN Amro ook winnaars terug te vinden als TU Delft, ING, Deloitte, AIVD, Belastingdienst en FrieslandCampina.
Verantwoording imago-onderzoek Enigma Research
Enigma Research heeft gebruik gemaakt van een online kwantitatief marktonderzoek. De resultaten zijn verwerkt met behulp van het (mobiele) onderzoeksysteem van Enigma Research. In totaal 912 personen deden aan dit onderzoek mee. In het onderzoek werd specifiek gevraagd naar het imago als opdrachtgever, als werkgever, op het gebied van innovatie, op basis van het kennisniveau van de medewerkers en twintig ict-deelgebieden. Ook zijn de deelnemers naar sector verdeeld.
De berekening vond plaats door de deeltotalen op te tellen en te indexeren ten opzichte van de nummer één. Mocht er ergens een gelijke stand optreden, dan werd in de hoofdlijst de onderlinge verhouding bepaald op basis van het totaal aantal gegeven beoordelingen (waarbij minder beoordelingen bij een gelijke score voorgaat). In de deelcategorieën werd bij een gelijke stand de onderlinge verhouding bepaald op basis van meest gegeven hoogste scores.
Aan het imago-onderzoek namen 157 niet-ict-organisaties deel. Om tot deze top 157 te worden toegelaten, was het noodzakelijk om minimaal 150 ict’ers in dienst te hebben in Nederland.