We digitaliseren maar door. Daarbij valt het me op dat de digitale versie vaak een slap aftreksel is van de echte versie. Zo is een livestream volgen natuurlijk makkelijk, goedkoop en het kost veel minder tijd, maar het haalt het natuurlijk niet bij een live-optreden.
Natuurlijk is niet elke live-beleving beter dan digitaal. Ik heb laatst live een oester gegeten. En ik moet zeggen: ‘Bah, bah, bah, wat was dat vies!’ Er werd mij beloofd dat het een belevenis was. Nou, het was meer een traumatische ervaring. ‘Het is een delicatesse’, zei de man die mij de oester nogal dwingend aangaf. Hij was verkleed als Zeeuwse mosselman. Dit had al een hint moeten zijn. Volwassen mannen verkleden zich niet als Zeeuwse mosselmannen
Hij zei er ook nog bij dat het veel lekkerder is dan je denkt. Nou, het is nog veel viezer dan je denkt. Het is gewoon een hap zeewater met een stuk snot. En het is niet eens de smaak. Je hebt ineens zo’n glibberig slijmerig iets in je mond. En nu wil ik beslist niet zeggen dat ik nu weet hoe het voelt om aangerand te worden maar ik heb wel aangifte gedaan. Dat oesters eten, dat zouden ze van mij wel digitaal mogen maken.
Alfamannetje
Maar meestal is digitaal dus een makkelijker maar mindere beleving dan een live-belevenis. We hebben dat de afgelopen twee jaar ook gemerkt toen we ineens alleen nog maar dingen digitaal konden doen. Online-eten bestellen is toch een andere belevenis dan uit eten gaan.
Maar ook het thuiswerken is makkelijk en misschien wel efficiënter maar toch kiest niemand er voor om dan maar vijf dagen in de week thuis te werken. Twee dagen prima, maar daarna wil je je toch weer irriteren aan die trage trut van personeelszaken. Je gaat ook niet online schelden op je collega’s. Of neem online-dienstverlening. Een echt persoon aan de telefoon voelt toch beter dan een chatbot die het standaardantwoord plukt uit een database.
Hetzelfde geldt voor online-winkelen. Dit laatste moet ik natuurlijk van mijn vrouw zeggen want ik heb het winkelen samen met mijn vrouw totaal niet gemist. Als je samen met andere mannen heel lullig naast het pashokje zit te wachten, met tussen je benen de tassen met kleren uit de vorige veertien winkels, dan voel je je niet bepaald het alfamannetje. Helemaal niet als je net oesters hebt zitten eten.
(Dit artikel staat ook in Computable-magazine #05/06-22.)
Wat een slap verhaal, tenslotte valt over smaak niet te twisten want wat Jacob heeft met oesters heb ik met zijn grappen. Natuurlijk heeft de voortschrijdende digitalisering ook scherpe randjes want het zorgt voor tweedeling in de maatschappij maar dat is een ander verhaal. Zo valt de trage trut van de personeelszaken nog weinig te verwijten want ze is weg geautomatiseerd met selfservice. Een wolf verkleed in schaapskleren omdat het weinig met service te maken heeft als je alles zelf moet doen.
Wat betreft traagheid is Jacob of de redactie een paar dagen te laat want woensdag, gehaktdag was er een trend. Of valt het gros van de lezers onder de mensen die nog een krant lezen waardoor het slappe aftreksel om zelfbeklag gaat? Want zou Jacob eigenlijk wel de werkelijke betekenis van het liedje over de mosselman kennen?