Een nieuwe lessenreeks voor kinderen uit groep 7 en 8 van de basisschool moet die scholieren weerbaarder maken tegen cyberdreigingen. Thema’s die voorbijkomen zijn online-pesten, fraude, doxing (persoonsgegevens delen zonder toestemming), hacking en sexting. Ook leren en ervaren de scholieren over online-slachtoffer- en daderschap.
De lessen zijn een initiatief van het ministerie van Justitie en Veiligheid en zijn ontwikkeld door stichting FutureNL. Betrokken minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius heeft Mijn Cyberrijbewijs inmiddels officieel gelanceerd.
Het lesmateriaal van Mijn Cyberrijbewijs is gebaseerd op het socratisch gesprek, een gespreksvorm waarbij leerlingen zich verplaatsen in de ander en hun oordeel leren uit te stellen. De lessen worden ondersteund met filmpjes vanuit het perspectief van de dader, het slachtoffer en de omstander. Door middel van praktijkvoorbeelden leren leerlingen hoe ze zich veilig in het digitale domein kunnen gedragen. Ook wordt er hulp geboden voor het geval het toch mis gaat.
De lessen zijn gratis toegankelijk via www.mijncyberrijbewijs.nl. Ook zijn de lessen beschikbaar via de platformen LessonUp en Gynzy. De lessenreeks wordt afgesloten met de uitreiking van een Mijn Cyberrijbewijs-certificaat.
Cyberweerbaarheid
Hoewel er al jaren stemmen opgaan om cyberweerbaarheid op te nemen in het curriculum van het primair onderwijs, zijn die lessen nog steeds geen onderdeel van het landelijk vastgestelde lesaanbod van basisscholen.
Inmiddels zijn er vanuit stichtingen wel allerlei initiatieven zoals het Cyberrijbewijs ontstaan. Een ander voorbeeld is Hackshield, waarvan het lesaanbod zich ook richt op cyberweerbaarheid van basisscholieren. In dat programma wordt de inhoud vooral via gamificatie, ofwel het op een positieve wijze sturen van menselijk gedrag via on- en offline-spelvormen (serious games) bijgebracht.