De telecomsector zal versneld overgaan op het gebruik van cloud-native tools en het container-orkestratieplatform Kubernetes. De katalysator hierachter is de komst van gecertificeerde producten die het vertrouwen van telco’s in deze technologie zullen vergroten. Dat stelt Sebastian Scheele, cto en medeoprichter van het sinds kort ook in Nederland gevestigde Kubermatic.
Tijdens de beurs KubeCon + CloudNativeCon in Detroit werd de afgelopen week de eerste set gecertificeerde oplossingen aangekondigd als onderdeel van het Cloud Native Netwerkfunctie (CNF)-certificeringsprogramma.
Sebastian Scheele, cto en medeoprichter van Kubermatic, ziet dit als een grote doorbraak. We vroegen Scheele, wiens bedrijf veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Kubernetes, om de belangrijkste trends.
Daartoe behoren zeker CNF’s, applicaties die netwerkfuncties implementeren of faciliteren op een cloud-native manier. Telco’s migreren weg van traditionele virtuele netwerkfuncties en fysieke netwerkfuncties naar CNF’s.
Voordelen zijn een hogere betrouwbaarheid en lagere kosten. CNF’s helpen teams snel nieuwe functies, updates en upgrades uit te rollen via bestaande devops-processen. Zo bleek onlangs uit onderzoek van de Cloud Native Computing Foundation (CNCF).
Dit als onderdeel van een bredere overstap naar cloud-native. Ze vergemakkelijken ook die overgang door meer flexibele implementatie, beheer, configuratie en operaties van services mogelijk te maken. Ook wordt men minder afhankelijk van bepaalde leveranciers.
Tot voor kort werd het gebruik van CNF’s geremd door bezorgdheid over de consistentie tussen platforms en applicaties. Maar het eerdergenoemde certificeringsprogramma leidt tot interoperabiliteit. En dat is weer nodig voor het uitbouwen van een echte cloud-native infrastructuur. Scheele verwacht dat in Europa Vodafone, T-Mobile, Nokia en Ericsson op deze ontwikkeling zullen inhaken. F5, Juniper Networks, Matrixx Software en Pantheon.tech zijn al gecertificeerd.
Communicatie
De tweede belangrijke trend op KubeCon + CloudNativeCon is de grotere adoptie van Istio, een project voor service-mesh-architecturen. Deze middleware zorgt voor een betere communicatie tussen microservices. Connectiviteit, lifecycle-management en beveiliging worden erdoor vereenvoudigd. Vooral in complexe, multi-cloud-omgevingen bewijst Istio zijn nut. Begin dit jaar doneerde Google dit opensourceplatform aan de CNCF, waarna het gebruik ervan snel toenam.
Als derde trend noemt Scheele de opkomst van WebAssembly, kortweg Wasm. Ontwikkelaars kunnen hiermee native code binnen een webbrowser uitvoeren in plaats van dat Java-script nodig is. Wasm is ook bruikbaar op servers. Dit binaire instructie-format voor een stack-gebaseerde virtuele machine combineert de prestaties en veiligheid van een assembler-achtige taal met het gemak van talen op hoog niveau.
Fietsenmaker
Scheele ziet het gebruik van software-containers zich gaandeweg uitbreiden over de volle breedte van het bedrijfsleven. Het zijn echt niet alleen grote ondernemingen die Kubernetes voor hun workloads gebruiken. Ook een middelgroot bedrijf als bijvoorbeeld fietsenmaker Qube begint cloud-native te werken.
Na in Duitsland een behoorlijke klantenbasis te hebben opgebouwd, wil Scheele internationaliseren. Als eerste wordt naar Nederland uitgebreid. Ook is de voor Amerikanen onuitsprekelijke naam Loodse veranderd in Kubermatic. Tegelijk besloot het softwarebedrijf uit Hamburg afgelopen juni zijn Kubermatic Kubernetes Platform (KKP) onder een Apache 2.0-licentie opensource te maken.
De marktvooruitzichten voor cloud-native computing blijven onverminderd goed. CNCF-directeur Priyanka Sharma zei tijdens de opening van de beurs dat cfo’s hun it-uitgaven verhogen om een verdubbeling van de digitale transformatie mogelijk te maken. Ze haalde daarbij een recent rapport van Gartner aan. Verder voorspelt Gartner dat in 2025 liefst 95 procent van alle nieuwe digitale initiatieven is gebaseerd op cloud native computing. Vorig jaar was dat veertig procent.
Zeven miljoen ontwikkelaars.
De community rond de CNCF telt nu ruim 175.000 ontwikkelaars die bijdragen leveren. De CNCF kent 850 leden waaronder 172 eindgebruikers. Wereldwijd telt het cloud-native computing-ecosysteem zeven miljoen ontwikkelaars.
Scheele ziet dat binnen grote ondernemingen het werken met containers meestal start met (Java-)applicaties die in eigen huis zijn ontwikkeld. ‘Het eerste gebruik blijft doorgaans beperkt tot de kant van ontwikkelaars. Als die zien dat alles goed werkt, wordt vervolgens de stap naar productie genomen. Veelal gaat het dan om webapplicaties. Verder zie je vaak dat als nieuwe projecten slagen, men zich ook durft te wagen aan migratie van bestaande (legacy-)oplossingen. En als één team ontwikkelaars succes heeft, beginnen ook andere teams Kubernetes te gebruiken voor hun workloads.’
De meeste ‘container images’ zijn gebaseerd op opensourcesoftware. Langzamerhand komt er ook meer ondersteuning vanuit externe leveranciers van (proprietary-)software. De meeste cloud-native apps belanden in een multicloud- of hybride omgeving, een combinatie van publieke cloud en eigen datacenters of co-locaties.