Vanaf 2024/2025 moeten alle beursgenoteerde bedrijven en grote ondernemingen verplicht verslag uitbrengen over duurzaamheidsbeleid en prestaties. Dit is vastgelegd in de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), een richtlijn vanuit de Europese Unie. Om te rapporteren over de impact van het duurzaamheidsbeleid van organisaties, zijn doelstellingen én inzicht in data essentieel.
Het is gemakkelijk om te pronken met een groene geloofsbrief, maar om zowel klanten als talent aan te trekken, is het noodzakelijk dat organisaties hun betrokkenheid bij milieu, maatschappij en bestuur (ESG) kunnen bewijzen. Het antwoord ligt voor velen in data. Dit soort informatie wordt steeds vaker gerapporteerd; uit een studie van KPMG blijkt dat tachtig procent van ’s werelds grootste organisaties nu een vorm van duurzaamheidsrapportage vastleggen, ten opzichte van 13 procent in 1993.
Ondanks alle bedrijfsrapportage in de wereld is het gevaar dat de verzamelde gegevens in dovemansoren vallen door een gebrek aan gestandaardiseerde maatstaven. Als gegevens specifiek zijn voor een organisatie, hoeveel ervan is dan betekenisvol voor klanten, investeerders en regelgevers? Zonder normen dreigt ESG-data te worden gebrandmerkt als de volgende golf bedrijfsjargon.
Datageletterdheid centraal stellen
Uit onderzoek van Qlik blijkt dat, ondanks de aanzienlijke toename van het gebruik van data in elk aspect van het bedrijfsleven, slechts 24 procent van de werknemers wereldwijd zegt volledig vertrouwen te hebben in hun vermogen om data te lezen, ermee te werken, te analyseren en te beargumenteren.
Zoals blijkt uit de toenemende debatten over milieu en sociale rechtvaardigheid, heeft de noodzaak om met gegevens een verhaal te vertellen echter meer gevolgen dan alleen het aantrekken van klanten, het aannemen van personeel of het benaderen van investeerders. Het vermogen om ESG-data te begrijpen kan leiden tot besluitvorming met grote gevolgen voor mens en milieu. Op het hoogste niveau draagt het bij aan beslissingen die belangrijke doelen en doelstellingen ondersteunen, zoals het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). Dit is waar wereldwijde ESG-standaarden om de hoek komen kijken. We hebben nu de kans om gefragmenteerde doelstellingen en duurzaamheidsrapporten van organisaties op één lijn te brengen. En het begint allemaal met een volledig begrip van de beschikbare informatie.
Zelfs voor de grootste organisaties kan het moeilijk zijn te begrijpen hoe hun activiteiten rechtstreeks verband houden met wereldwijde duurzaamheidsdoelstelling. Met een beter begrip van data en het vermogen om het verhaal in de informatie te zien, bevinden organisaties zich in een sterkere positie om hun activiteiten af te stemmen op wereldwijde doelen en beslissingen te nemen die een tastbaar effect hebben.
Uitdaging
Een deel van de uitdaging is dat niet iedereen een klimaatexpert is. Om ESG-data nauwkeurig over te brengen, moet elke organisatie ze op een gebruiksvriendelijke manier kunnen presenteren. Zo kunnen alle belanghebbenden met de data aan de slag om proactieve inspanningen voor een duurzamere bedrijfsvoering op elkaar af te stemmen en te activeren.
(Auteur Julie Kae is vp duurzaamheid en diversity, equity, and inclusion, evenals uitvoerend directeur van Qlik.org.)
Dat niet iedereen een klimaatexpert is blijkt wel uit beleidsmaatregelen die maar één kant van het probleem benoemen. Zo is het nogal ambitieus van auteur om te spreken over een afstemming van globale doelen als er lokaal nog geen consensus is over de maatregelen. Denk globaal acteer lokaal haalt de bakker de kerst niet omdat de energieprijzen te zwaar belast zijn.
Met klimaatexperts als Greta Thunberg is elke wetenschappelijke argumentatie alsof je met een stel kleuters over CO2 in een circulaire economie praat. De klok terug zetten naar de middeleeuwen met een economische isolatie is als het idee van Pol Pot. De groene Khmer begint door te slaan naar een autoritair bewind met dictaten die maar één kant van het probleem benoemen.
Ik lees hier een focus op rapporteren maar waarop eigenlijk want één van de komende uitdagingen is hogere efficiëntie in zowel het produceren als het consumeren. En de drol over de tafel schuiven naar de producenten is leuk maar gaan we ook een import stop invoeren voor Chinese producten?
Ik ontken de waarde van data in supply chains niet maar pronken met groene geloofsbrief is als de sticker van de Smaakpolitie. Dit zinloze certificeringscircus is vooral een baantjesmachine voor de nieuwe no(r)menklatoera als er meer te winnen is met hergebruik. Natuurlijk heb ik wel mijn twijfel over het eten wat een ander gescheten heeft maar gaat de duurzaamheid uiteindelijk ook niet om de duur van gebruik?