In een onderzoek in opdracht van VWS concludeert de Universiteit Twente dat Nederland achterloopt met de digitalisering van de zorg ten opzichte van veel Europese landen. Veel zorgorganisaties beperken zich tot het digitaliseren van het hoogstnodige, terwijl onderlinge samenwerking en uitwisseling van informatie moeizaam op gang komt. Wat is er nodig om de volgende stap te zetten?
Technisch is er al veel mogelijk waardoor lage kosten, meer tijd voor de patiënt en betere uitwisseling van gegevens tussen organisaties binnen handbereik zijn. In de zorg zijn heel veel processen die in aanmerking komen voor digitalisering. Hierdoor verandert het werk, of verdwijnen zelfs taken. Zo’n verandering vindt niet van de ene op de andere dag plaats. Aan de organisatiekant moeten zorginstellingen hun processen onder de loep nemen en afstemmen op die digitalisering. Dat vraagt bereidwilligheid van organisaties en de medewerkers. Wanneer ze uiteindelijk de volgende stap in hun digitalisering zetten zijn er grote winsten te halen, voor zowel patiënt, zorgmedewerker als de organisatie.
Taakdruk
Domotica en robotic process automation (tpa) staan aan de basis om de taakdruk van zorgverleners te verlagen. Slimme inzet van domotica, zoals de valdetectielamp van Nobi, maakt het mogelijk om in verzorgingstehuizen te monitoren of iemand uit bed stapt of bijvoorbeeld gevallen is. Hiermee hoeft verzorgend personeel minder vaak langs bij vals alarm, en kan het adequater reageren wanneer er daadwerkelijk iets aan de hand is. Daarnaast kunnen fysieke robots in de zorg een rol vervullen in de zorgverlening door koffie te zetten, of te ondersteunen bij een toiletbezoek.
Omdat fysieke robots minder goed in staat zijn tot empathie en betekenisvol contact met patiënten zijn zorgorganisaties met deze vorm van taakverlichting vaak nog voorzichtig. Ik zie daarom meer kansen voor rpa, het automatiseren van repetitieve processen. Hiermee worden routinematige en herhaaldelijke administratieve processen die nu de verantwoordelijkheid zijn van een arts of verpleegkundige automatisch afgehandeld. In de ouderenzorg wordt bijna dertig procent van de tijd besteed aan verslaglegging en communicatie. Rpa kan een deel van die taken overnemen.
Het is het daarbij niet aannemelijk dat toenemende automatisering leidt tot vervreemding van de patiënt. Hoewel een robot onpersoonlijk klinkt, is het resultaat van rpa juist omgekeerd: er is grote winst te behalen door tijdrovende processen te automatiseren, waardoor personeel in de zorg meer tijd en aandacht kan hebben voor de patiënt.
Interpretatie
Door het toenemende aantal processen dat in de zorg digitaal verloopt, wordt er een grote hoeveelheid data gegenereerd. Deze informatie leidt tot meer inzichten in zorg en zorgprocessen; niet alleen voor managers maar ook voor artsen, behandelaars en verpleegkundigen. Om dat te bereiken, is het belangrijk om binnen zorgorganisaties processen in te richten voor de toepassing en de interpretatie van die data.
Als je gebruik wilt maken van data die gaat over de bezetting van bedden, dan moeten goede afspraken worden gemaakt over de interpretatie ervan. Een zorgmanager wil die gegevens misschien gebruiken voor een efficiëntere bezetting, maar heeft daarbij de klinische blik van verplegend personeel en artsen nodig. Zij kunnen verklaren waarom een bed langer of korter bezet blijft, en wat dit betekent. Door te delen en te toetsen kun je de data verrijken met de inzichten van zorgprofessionals, en zo waarde toevoegen aan zorgorganisaties.
Zorginformatiebouwstenen
De hoeveelheid beschikbare data neemt toe, maar het uitwisselen hiervan vormt in vergelijking met andere landen nog een uitdaging. Zo is het delen van informatie tussen zorgsectoren lastig. Een vertragende factor is het gebrek aan uitwisselingsmogelijkheden tussen verschillende systemen en platformen. Door verschillende leveranciers wordt er gewerkt aan standaarden om onderlinge gegevensuitwisseling beter mogelijk te maken.
Kenniscentrum Nictiz heeft met de Zorginformatiebouwstenen al grote stappen in standaardisatie gezet. Dit is een standaard om zorginformatie vast te leggen en te integreren in onder andere het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Ook de leveranciers van EPD-software werken hard om betere uitwisseling van gegevens tussen instellingen te faciliteren. Technisch is er dus steeds meer mogelijk. Het beleid rondom zorg in Nederland is echter ingewikkeld, met een groot aantal stakeholders in verhouding tot andere landen. Hierdoor is het extra belangrijk dat zorgorganisaties kritisch kijken naar hun processen, welke data ze willen uitwisselen en op welke manier, en of die informatie hetzelfde betekent voor andere zorginstellingen. Wanneer dit duidelijk is, kunnen zorgorganisaties de technologische mogelijkheden benutten om de volgende stap te zetten in hun digitalisering.
(De titel van het aangehaalde onderzoek van de Universiteit van Twente heet ‘A closer look at digitlization in healthcare‘)