Virtualisatiespecialist VMware heeft een schikking getroffen van acht miljoen dollar met de SEC. Volgens de Amerikaanse beurswaakhond zou VMWare boekhoudfraude gepleegd hebben. Door de schikking ontloopt het bedrijf verdere vervolging en hoeft het geen schuld te bekennen.
De zaak draait rond licentiesleutels van zijn software die VMWare met opzet te laat geleverd zou hebben aan klanten. Op die manier konden de inkomsten uit die licenties in een volgend kwartaal geboekt worden. De praktijk zou in het boekjaar 2019 begonnen zijn. ‘VMware verschoof tientallen miljoenen dollars aan inkomsten naar toekomstige kwartalen, waardoor een buffer werd opgebouwd in die perioden en de financiële prestaties van het bedrijf werden verdoezeld toen de activiteiten vertraagden ten opzichte van de prognoses voor het boekjaar 2020’, schrijft de SEC. Daarmee heeft Vmware investeerders misleid.
Bescheiden boete
VMware van zijn kant erkent dat het een ‘civiele monetaire strafboete’ moet betalen, maar meent ook dat het geen ‘algemeen geaccepteerde accountingregels’ heeft overtreden. De boete van acht miljoen dollar is al bij al bescheiden voor een bedrijf met een beurswaarde van meer dan 48,5 miljard dollar.
VMware is nog steeds beursgenoteerd en zelfstandig. Wel heeft chipproducent Broadcom een overnameproces gestart en heeft het dit jaar 61 miljard dollar voor het bedrijf geboden. Het is echter nog geen eigenaar van VMare. Ten tijde van de boekhoudperikelen werd VMware geleid door ceo Pat Gelsinger, die nu topman is van chipbakker Intel.