Elk hopje dat een data-pakket maakt, vraagt om stroom. Beginnend in je muis, eindigend in de cloud en vele stappen ertussen. En dan gaat het pakketje ook nog retour. Geheel voorkomen kunnen we het niet, wel kunnen we acteren op wat het minst milieubelastend is.
Hoewel het begrip ‘green it’ regelmaat voorbijkomt, is niet altijd even duidelijk wat de term impliceert. Bij het doorspitten van internet blijkt green it vooral te slaan op datacenters, interne netwerken en randapparatuur. Maar met die ‘omschrijving’ komen we niet meer weg; we moeten naar het hele netwerk kijken. Ofwel, green it dekt niet meer de lading.
De huidige tijd vraagt ons allen om na te denken over de toekomst van de planeet. Of zoals klimaatonderzoeker Robert Swan zei: ‘The greatest threat to our planet is the believe that someone else will save it.’ Of we nu auto, koelkast of verwarmingsketel kiezen, in alle gevallen trachten we de milieubelasting te verlagen. Milieulabels geven een indicatie: hoe meer plusjes achter de A, hoe minder belastend. Maar als het gaat om internet, blijkt er niks geregeld. Wel is een paar jaar geleden begonnen de milieubelasting op het toegang tot internet in kaart te brengen. Onderzoeksorganisaties, waaronder Prysiam Group, keken naar het stroomgebruik (wattage) van mobiel (4G), kabel, koper (adsl, zelfs pstn) en glasvezel. De door Europese Commissie onderschreven conclusie: fiber is het minst belastend. Sterker, glasvezel is tien keer minder belastend dan het gebruik van een mobiele (4G-)aansluiting en drie keer minder dan ouderwetse koper. Kabelaansluitingen zijn na fiber het ‘milieuvriendelijkst’, maar nog atlijd anderhalf keer meer.
Verenigde Naties
Naast de gebruiker dient ook de industrie mee te werken aan de vergroening van appratuur. Vaak worden deze doelen gedefinieerd binnen het Corporate Sustainable Responsibility-framework – waarbij ik altijd hoop dat bedrijven over hun lokale regelgeving heen kijken en ook eens een blik werpen op de zeventien door de Verenigde Naties gedefinieerde doelen (zie sdgs.un.org/goals). Om alle doelen hier te belichten, gaat te ver, maar drie verdienen de aandacht.
SDG 9 is gericht aan de industrie om innovatief te blijven en de infrastructuur verder (groen) uit te bouwen. SDG 12 spreekt naast de productie van appratuur ook het gebruik aan, dat wil zeggen dat het apparaat niet per definitie de maximale stroom consumeert en flexibel aan ons gebruik aanpast. Ook het hergebruiken van plastic is een grote stap voorwaarts. Als laatste is SDG 13 relevant, namelijk ‘actie nemen’ om het klimaat te beschermen. Dit kan al door de kantoorruimte een graad minder te verwarmen en alle lichten uit te doen als het kantoor dicht is.
Vlieger
Als we iets willen verbeteren, moeten we ook iets laten. Deze vlieger gaat nu niet op. Met fiber hebben we een toegangstechnologie waar de maximale (data-)snelheid nog niet in zicht is. Vele internetaanbieders zijn de weg al ingeslagen van 1 Gbit/s (ook wel XGS-PON genaamd) en binnen de industrie zijn er testen om 25 Gbit/s en zelfs 50 Gbit/s voor thuisgebruikers aan te bieden. Toekomstmuziek? Het is realistisch dat we hier binnen tien jaar gebruik gaan maken, én zonder dat het meer stroom vraagt.
(Auteur Jan Buis is head of business development bij Genexis.)
Zeker is er een impact op het klimaat als je een op kolen gestookte cloud hebt maar hoe zit het met CO2-footprint van kernenergie? En glasvezel is prachtig maar ouderwets koper kan stroom geleiden want draadloos stroom moet nog uitgevonden worden. Nu zijn kabels niet erg handig in een mobiliteitsvraagstuk want je hebt weinig aan 25Gb/s thuis als je onderweg tot de digitalisering gedwongen wordt. Het Internet of Things is tenslotte een trend waarin niet alleen draadloze verbindingen die weinig stroom gebruiken de accuduur vergroten maar de kleine datapakketjes ook met minder gigabits per seconden toe kunnen. Wat betreft de streaming videodiensten met 3D geluid en 4K beeldkwaliteit schaadt de overdaad.