De kogel is door de kerk. Het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC), het Digital Trust Center (DTC) en het Cyber Security Incident Response Team voor digitale dienstverleners (CSIRT-DSP) slaan de handen ineen. Het resultaat van de ontmoeting is dat er straks geen informatieachterstand voor niet-vitale bedrijven meer optreedt.
Plan is om in 2026 samen één centraal expertisecentrum en informatieknooppunt te vormen. De nieuwe instelling gaat alle organisaties in Nederland – groot of klein, publiek of privaat, vitaal en niet-vitaal – van passende informatie en kennis voorzien. Daarmee is een langgekoesterde wens van het bedrijfsleven ingewilligd. Niet-vitale bedrijven kampen momenteel een informatieachterstand.
Ministers Dilan Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) kondigen de collaboratie in een brief aan de Tweede Kamer aan. In 2024 gaan beide Cybersecurity Incident Response Teams (NCSC en CSIRT-DSP) van de Rijksoverheid samen. Daarna, in 2026, worden beide informatieknooppunten en de twee expertisecentra (NCSC en DTC) gebundeld.
De overheidsinstellingen delen dezelfde doelen, maar werken voor verschillende doelgroepen. Het NCSC heeft als primaire doelgroepen de vitale organisaties, zoals banken, energie- en telecomaanbieders, en de Rijksoverheid zelf. Het DTC is er voor het bedrijfsleven en het CSIRT-DSP voor de digitale-serviceproviders.
Deze nieuwe organisatie, onder de noemer van het NCSC, fungeert straks als nationaal expertisecentrum, informatieknooppunt én nationaal Computer Security Incident Response Team (CSIRT). De bundeling van krachten zorgt ook voor een efficiëntieslag op het gebied van gezamenlijke bedrijfsvoering, huisvesting en ict.
Dit lijkt een logische ontwikkeling, maar waarom moet het zo lang duren, tot 2026 maar liefst? Wel typerend voor de (ambtelijke cultuur in de) Rijksoverheid, dat kokerdenken om alleen de eigen doelgroep te willen bedienen in eerste instantie. Of meestal: bang zijn dat de collega’s die dezelfde uitdaging gaan aanpakken in een ander departement (en dan vooral de beleidsfiguren, niet gehinderd door enige kennis van zaken) anders moeilijk gaan doen. Pas als de departementen elkaar in de uitvoering tegenkomen kan het traject van samenwerking in gang worden gezet.
@fred
Ik denk dat de clue zit in “De bundeling van krachten zorgt ook voor een efficiëntieslag op het gebied van gezamenlijke bedrijfsvoering, huisvesting en ict.”. er treed nu een loopgraven gevecht op tussen deze partijen over wie wat waar mag gaan doen en wie mag gaan down-sizen etc.