Fake news, trollenfabrieken, internetbubbels, deep fakes; zal de mensheid bezwijken onder de polarisatie die hiervan het gevolg is? Het verbieden van fake news, zoals in Rusland, werkt in elk geval niet, als het er al niet erger van wordt. Maar wat dan? Hoe kun je het recht op vrije meningsuiting beschermen en tegelijk fake news bestrijden?
Het recht op vrije meningsuiting heeft een akelige keerzijde. In de anonimiteit van het internet zeggen mensen de meest vreselijke dingen. En niet zonder gevolg: karaktermoord, faillissementen en zelfmoorden zijn zichtbare effecten die mensen zoals u en ik kunnen raken. Beïnvloeding van verkiezingen, polarisatie in de maatschappij en sociale onrust zijn zichtbare effecten die het openbare leven raken. Niemand ontkomt eraan. ‘Het puntje van een gaeuwe pen is ’t felste wapen dat ick ken’, schreef Jacob Cats al in de zeventiende eeuw. Het geschreven woord, een foto, een tweet, een filmpje, zijn in het internettijdperk alleen maar krachtigere wapens geworden door de snellere verspreiding van deze uitingen. Een we hebben nog nauwelijks juridische middelen om het gebruik van dit soort wapens aan te pakken, omdat we vrezen afbreuk te doen aan het recht om onze mening vrijelijk te uiten. We zijn kennelijk bereid om een hoge prijs te betalen voor dat recht.
Balans
Het recht op vrije meningsuiting moet dus boven alles altijd gewaarborgd blijven. Dit roept een fundamentele vraag op: als het vrijelijk uiten van je mening een recht is, welke plichten staan daar dan tegenover? En hoe zit het met de balans tussen rechten en plichten van de aanspreker (die het recht op vrije meningsuiting uitoefent) en de aangesprokene (die hinder of schade ondervindt)? Dit is in essentie een ethisch dilemma.
Als je het niet eens bent met een anders mening, mag je die ander nog niet de mond snoeren. Maar je hebt wel een recht van repliek. Als iemand in de openbare ruimte iets roept, moet je wel wat terug kunnen zeggen. Anonieme auteurs en trollen ontnemen je dat recht door in de anonimiteit te duiken. Dit recht van repliek moet het mogelijk maken dat je de spreker kunt aanspreken. Aanspreken in de letterlijke zin, omdat je iets terug wilt zeggen. Maar ook aanspreken in juridische zin omdat de uitspraak een onrechtmatige daad of een strafbaar feit oplevert. Een uiting op het internet kan immers leiden tot schade, faillissement of zelfs moord of zelfmoord. Me dunkt dat je zulke uitingen kunt laten vallen onder het recht. Al moet je wel kunnen aantonen dat het rechtsgevolg (bijvoorbeeld de zelfmoord) een direct gevolg is van de gewraakte uitspraak. Dit alles blijft op dit moment pure theorie, zolang je de anonieme auteur niet kunt aanspreken. Als je de afweging tussen een vrije meningsuiting of een strafbaar feit door een rechter wilt laten maken, moet je de auteur van de uitspraak wel juridisch kunnen aanspreken. Het recht op repliek vereist op zijn minst dat alle uitingen in de openbare internetruimte terug te voeren zijn op een persoon. Dat kan een individu zelf niet regelen; daarvoor is een wettelijke basis nodig.
Bekendmaken
Het recht van repliek hoort mijns inziens thuis in de grondwet, nevengeschikt aan het recht op vrije meningsuiting. Daarnaast zijn meer wetten nodig, waaronder een wet die regelt dat je überhaupt iemand kunt aanspreken. Je zult dus moeten definiëren binnen welke ruimtes dat recht geldt: sociale media, blogs, websites en alle sites waar iedereen zich vrijelijk toegang kan verschaffen: de ‘openbare internetruimte’. Je zult ook moeten definiëren hoe je de auteur aanspreekt. Je zult tenminste een juridisch acceptabele identificatie van de persoon nodig hebben, plus een mechanisme om de auteur aan te spreken. Als een sociaal medium geen anonieme bijdragen accepteert, voldoet het hieraan. Het vereist in elk geval dat het recht op vrije meningsuiting in de openbare ruimte vereist dat de auteur zich bekend maakt.
Alleen al een verbod op anonieme uitingen in de openbare ruimte is voldoende om trollen, pesters en stalkers de mond te snoeren, want ze kunnen niet meer ongestraft schade berokkenen. Voor mensen die wel een mening hebben is het een plicht die hoort bij het recht op vrije meningsuiting. Een kleine prijs om te betalen voor een duurzame verankering van het recht op vrije meningsuiting op het internet.
Wat een onzettend onsamenhangend verhaal, een diarree aan emoties welke geen recht doen aan het recht op repliek wat Stef gewoon heeft als hij reageert op een anonieme reactie. Dat recht wordt hem alleen ontnomen bij censuur en ik begrijp dat Stef daar voor is als het om anonieme mening gaat. Wat is de volgende halte, identificeren bij het stemmen zodat duidelijk is wie voor welke partij is?
Ik spreek mijn vermoeden uit dat Stef D66 stemt want de juridisch acceptabele identificatie van de persoon om eloquent een mening te mogen geven past in het denken van de elitaire academici die neerbuigend doen over Henk en Ingrid die ongezouten op taalniveau B1 hun mening geven. Te lang in de boeken gezeten is Stef een beetje het contact met maatschappij kwijt als je begint over onrechtmatige daden door recht op een vrije meningsuiting te beperken middels een drempel van identificatie.
Het recht op anonimiteit opgeven om je zegje te mogen is geen kleine prijs maar een stap naar dictatuur want addertje zit in de zin dat alle uitingen in de openbare internetruimte terug te voeren zijn op een persoon.
Ook toepasbaar op kiesrecht.
“als het vrijelijk uiten van je” stem “een recht is, welke plichten staan daar dan tegenover”.
“In de anonimiteit van het internet” stemmen “mensen de meest vreselijke dingen”.
“Een kleine prijs om te betalen voor een duurzame verankering van het recht op vrije meningsuiting”
“Je zult tenminste een juridisch acceptabele identificatie van de persoon nodig hebben, plus een mechanisme om de auteur aan te spreken”
FvD ziet ook de voordelen, handig voor die tribunalen 😉
Wonderlijk trouwens om te suggereren dat trollen, pesten en stalken alleen anoniem plaats vindt.
Aangaande onsamenhangenheid spreek ik mijn vermoeden uit dat “een oudlid” het pseudoniem is van de auteur ….
Beste “een oudlid”,
Heb ik een gevoelige snaar geraakt? Ik stel toch echt niets nieuws voor. Toen er nog geen internet was kon je ook anoniem een stukje in de krant schrijven, maar je naam was wel bekend bij de redactie. Precies om het recht op repliek in de openbare ruimte te kunnen honoreren. En zelfs Geert Wilders, toch duidelijk geen D66-stemmer, doet uitingen in het volle zonlicht zodat iedereen hem van repliek kan dienen.
Nee, uw “stap naar dictatuur” komt juist van mensen die hun vrijheid van meningsuiting misbruiken om anderen te beschadigen of onze maatschappij te ontwrichten. Ik zeg: debatteer met open vizier! Geef vooral je mening en aanvaart dapper de consequenties. Wie anderen bewust beschadigt onder de dekmantel van vrije meningsuiting heeft wat uit te leggen. Daarvoor hebben we in laatste instantie de gang naar de rechter. Maar dat kan alleen als we het wettelijk kader hebben om naar de rechter te kunnen gaan. En juist daarvoor hebben een recht op repliek in onze grondwet nodig. Juist om laffe bullebakken, verstopt achter slecht verzonnen pseudoniemen, trollenfabrieken, of anderszins, te kunnen aanspreken op de aangerichte schade (en niet op hun mening, want die mogen ze hebben). Om zo de ontwrichting van onze maatschappij te voorkomen en ruimte te maken voor een echte uitwisseling van meningen en standpunten.
Dus dank voor uw reactie. Ik begrijp dat u tegenstander van het recht op repliek in de openbare ruimte bent. Dan hebben we hierin een verschillende mening. Ik ben blij dat u en ik deze discussie kunnen hebben en elkaar van repliek dienen, met dank aan het Computable-platform.
Dat u mij in het hoekje probeert te drukken van elitaire academici is geheel voor uw rekening. Dat zegt meer over u dan over mij. Maar uw vooroordelen over mij raken mij persoonlijk. Dat maakt het voor mij lastiger om uw tekst goed te lezen, zodat ik u minder snel begrijp. En nog iets: Ik zie niet hoe mijn politieke voorkeur relevant is in deze discussie. U heeft mijn politieke voorkeur ook nog eens onjuist geraden…..
Stef,
Nee hoor, ik wijs alleen op een onsamenhangend verhaal waar mooie maar nietszeggende woorden in gebruikt zijn. Neem begrip ‘nepnieuws’ wat veelvuldig gebruikt wordt zonder een goede (juridische) definitie. Kan naar wikipedia verwijzen maar daar wordt je uiteindelijk ook niet veel wijzer over het fenomeen, doel ervan is wel duidelijk. Plat gezegd zou veel marketing juridische onder dezelfde noemer ‘misleiding’ kunnen vallen als winstbejag het doel is. Politiek is uiteindelijk marketing als het om een beïnvloeding van de publieke opinie gaat met als doel winst in verkiezingen.
Mogelijk ben ik onjuist in de politieke partij maar de denkrichting komt van een bepaalde kant want 10 januari 2012 schreef ik een opinie over het fenomeen van sociale media als hefboom in de verspreiding. Zal Dino niet wakker maken met het ethos, pathos en logos verhaal als we kijken naar de kunst van de retoriek. Maar act & react gaat het grotendeels om emotie zoals jezelf al zegt. Je moet een snaar raken om tot reactie te komen want de filosofische gelatenheid van Jack’s grijze massa is de zwevende kiezer welke op populistische partijen stemt. De vraag van Kaag over wie toch die mensen zijn gaat om een begrip over hun situatie, wat betreft de empathie van ‘zijn & tijd’ in een situatie.
Het is niet mijn taak om u te laten begrijpen wat ik denk maar ik ben absoluut niet tegen de repliek van een reactie, mijn ‘Pavlov hondjes’ kunnen beamen dat ze maar wat graag tegen me blaffen als ik het juiste belletje weet te laten rinkelen in het spel van act & react. Wat betreft het doel is er zoiets als het scorebord waar ik me van verwijderd heb omdat ik niet zoveel waarde hecht aan het predikaat Computable Expert. Terugkomend op ethos, pathos en logos is er beïnvloeding op basis van het schild was je op gehezen wordt, je laat je uiteindelijk zelf in een hoek drukken.
Wat betreft de argumentum ad hominem moet je nog maar eens goed nadenken wat je schrijft als je wilt dat alle uitingen in de openbare internetruimte terug te voeren zijn op een persoon. Dino is goed in het nadragen van een oude mening, een goede is als wijn en een slechte als azijn. Misschien dat Computable de Rutte doctrine toe moet passen want zoals gezegd is het een onsamenhangend verhaal waar je straks niet meer aan herinnerd wilt worden;-)