De Radboud Universiteit en dertien andere Europese onderzoekscentra bundelen hun krachten om een nieuwe, open Europese infrastructuur voor zoekmachines te ontwikkelen. Het OpenWebSearch.EU-project draagt bij aan de digitale soevereiniteit van Europa door een open, mensgerichte zoekmachinemarkt te bevorderen. De Europese Commissie ondersteunt dit Horizon Europe project met 8,5 miljoen euro.
‘Vrije, open en onbevooroordeelde toegang tot informatie – we zijn deze kernbeginselen van zoeken op internet kwijtgeraakt en moeten ze dringend herstellen. Daarom ontwikkelen we een open Europese infrastructuur voor internetzoeken, gebaseerd op Europese waarden en rechtspraak,’ zegt Michael Granitzer van de Universiteit van Passau en de Open Search Foundation, projectcoördinator van OpenWebSearch.EU.
In de komende drie jaar ontwikkelen de onderzoekers de kern van een Europese Open Web Index (OWI) als basis voor nieuwe Europese internetzoekmachines. Daarnaast zal het project de basis leggen voor een open en uitbreidbare Europese Open Web Search and Analysis Infrastructure (OWSAI), gebaseerd op Europese normen, waarden, principes en wetgeving.
Aan de Radboud Universiteit zijn onder andere Arjen de Vries en Djoerd Hiemstra bij het project betrokken. ‘Djoerd en ik hebben onze kracht gebundeld aan de Radboud Universiteit, om mensen weer controle te geven over hun toegang tot informatie,’ aldus De Vries, hoogleraar Informatica en onderzoeksdirecteur van het Onderzoeksinstituut voor Informatica en Informatiekunde van de Radboud Universiteit. ‘We willen mensen helpen te begrijpen hoe hun zoekresultaten tot stand komen, de invloed van reclame bij het zoeken verminderen en, in het algemeen, zoeken ethischer maken.’
Democratie in gevaar
Het project vindt zijn oorsprong in zorgen over de onevenwichtigheid van de zoekmachinemarkt. Zoeken op het web vormt weliswaar de ruggengraat van onze digitale economie, maar wordt gedomineerd en beperkt door een paar poortwachters zoals Google, Microsoft, Baidu en Yandex. Informatie als een publiek goed, met vrije, onbevooroordeelde en transparante toegang staat dus niet meer onder publieke controle. Dit gebrek aan evenwicht brengt volgens de universiteiten de democratie in gevaar en beperkt het innovatiepotentieel van het Europese onderzoekslandschap en onze economie.
Het sterke multidisciplinaire consortium van veertien Europese partners is ervan overtuigd dat ‘de open infrastructuur niet alleen zal bijdragen aan Europa’s soevereiniteit bij het navigeren en zoeken op het web. Het zal ons allen als burgers ten goede komen. Op basis van onze eigen voorkeuren zullen we eindelijk weer een echte keuze hebben bij het kiezen van zoekmachines,’ aldus Granitzer. Het is het eerste project dat de EU financiert om het zoeken op het web van morgen te faciliteren en gaat van start in september 2022. De betrokken partnerinstellingen zullen in eerste instantie samenwerken gedurende een periode van drie jaar.
Toch vraag je je af of Europa op de goede weg is om op deze manier tegenwicht te gaan bieden en de digitale soevereiniteit (- op grond van “Europese waarden”, dat blijft allemaal wat vaag, maar het lijkt vooral een juridisch begrip in praktijk?-) te waarborgen of te verhogen. Er loopt een vergelijkbare poging om een eigen/aparte publieke DNS infrastructuur op te zetten, DNS4EU. Je kunt het beschouwen als stappen om het evenwicht te herstellen, maar wat wordt de policy op lange termijn? Een splinternet waar we hier in Europa in een eigen informatiebubbel leven, maar dan vooral gestuurd vanuit wat eigen infrastructuur, of toch blijven streven naar een mondiaal, open en niet door in het geheim tot stand gekomen handelsakkoorden gecontroleerd internet? Waarbij die zelfde techreuzen en machtige buitenlandse industrieblokken, maar dan zonder dat we het democratisch kunnen controleren, toch weer kunnen bepalen wat wel en niet “legaal” is hier of hoe erop wordt gehandhaafd moet worden.
Ook vraag ik me af hoe de infrastructuur en de daarop draaiende zoekmachines en DNS-servers op lange termijn in de lucht worden gehouden en aantrekkelijk blijven om te gebruiken. Heeft Europa al een alternatief verzonnen voor het “huidige verwerpelijke systeem” dat ook op lange termijn het internet in stand houdt en verder verspreid over de wereld? Of gaan we op termijn via de belastingen deze eigen infrastructuur in stand houden en via wet- en regelgeving het gebruik ervan stimuleren of zelfs verplicht stellen, “om de Europese waarden te verdedigen”?