Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) krijgt minder meldingen binnen over kinderporno. Dit blijkt uit de halfjaarcijfers van het Meldpunt Kinderporno, onderdeel van het EOKM. Het aantal anonieme meldingen laat over de eerste twee kwartalen een daling zien van 93 procent ten opzichte van 2021. Onder meer de druk op hostingbedrijven sorteert effect.
De meldingen die binnenkomen via internationale meldpunten zijn ten opzichte van 2021 met 77 procent gedaald. Deze dalende cijfers tonen aan dat de aanpak van online seksueel kindermisbruik zijn vruchten af lijkt te werpen.
De daling is toe te schrijven aan een aantal factoren. Eén ervan is de toegenomen druk op hosters. Ondanks de goede samenwerking zag het EOKM in het verleden vaker dat niet alle hosting-partijen voldoende inspanningen verrichtten om het internet schoon te houden van seksueel beeldmateriaal van minderjarigen. Maar door het programma ‘Kindveilig Internet’, een initiatief van voormalig minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus, en een samenwerking tussen internetbedrijven, het EOKM en het ministerie van Justitie en Veiligheid, is de druk op hosters toegenomen. Daarbij heeft de in oprichting zijnde Autoriteit Kinderporno de mogelijkheid tot het geven van boetes. Dit speelt een belangrijke rol bij het besluit van hosters om mee te werken aan het opschonen van internet.
Instant Image Identifier
Veel hosters sluiten zich aan bij de Instant Image Identifier, voorheen bekend als de Hashcheckserver. Met dit technische hulpmiddel kunnen hostingproviders controleren of materiaal dat wordt geüpload op hun platformen voorkomt in een database met bekend kinderpornografisch materiaal. Zij kunnen dit vervolgens verwijderen en zo voorkomen dat er materiaal van seksueel misbruik van minderjarigen online wordt gezet.
Door de aanpak van online seksueel kindermisbruik ziet het EOKM dat een aantal imagehosters naar het buitenland is vertrokken. Dit is zorgelijk omdat het probleem zich verplaatst. Ook kunnen hosters volledig uit beeld verdwijnen omdat een deel van hen naar landen is vertrokken waar geen enkele handhaving op dergelijk beeldmateriaal plaatsvindt. Het EOKM blijft dan ook waakzaam en roept op om internationaal nog meer samen te werken.