Stapten we vroeger bij afwezigheid van een digitale infrastructuur in het vliegtuig, de auto of trein om een meeting bij te wonen, tegenwoordig is dat met het opzetten van een videocall niet altijd meer nodig. Het reizen had een flinke uitstoot van CO2 tot gevolg, met alle nadelen voor het milieu van dien. Met dit in het achterhoofd denk je dat alles wat digitaal is ook goed is voor het milieu. Dat is niet waar.
Als we kijken naar communicatie, dan biedt digitalisering inderdaad mogelijkheden om op natuurlijk hulpbronnen te besparen. Maar als het gaat om de opslag van data, dan maken we wel aanspraak op natuurlijke hulpbronnen die emissie veroorzaken en dus de natuurlijke leefomgeving belasten.
Energieverbruik van data
Alle datacenters zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer twee procent van de wereldwijde vraag naar energie. Naar verwachting zal dit cijfer in 2030 verviervoudigd zijn. Voor meer dan de helft van de vraag naar elektriciteit moeten we fossiele bronnen opofferen. Alles wat elektriciteit verbruikt, heeft ook een impact op het milieu. Dat betekent dat datacenters hier ook een belangrijke rol spelen.
Dan is er nog iets om rekening mee te houden: 68% van alle data wordt na het aanmaken niet meer gebruikt. Deze ongebruikte data doet een beroep op energiebronnen zonder enige toegevoegde waarde te leveren. Dit betekent dat minder dan een derde van de opgeslagen data wel waarde toevoegt. Dit eenvoudige voorbeeld laat zien dat er bij data in relatie tot energieverbruik nog een wereld valt te winnen.
Een organisatie die ervoor kiest om alleen die gegevens op te slaan die toegevoegde waarde leveren, bewijst niet alleen het milieu een goede dienst, maar vergroot ook zijn eigen bedrijfsresultaat. Een organisatie die data niet alleen opslaat, maar ook bewust omgaat met de toegevoegde waarde ervan, kan nieuwe inkomstenbronnen aanboren of andere bedrijfsrelevante inzichten verkrijgen die ze anders over het hoofd zouden hebben gezien.
Duurzame datastrategie
Organisaties kunnen dit bereiken met een datafabric, die bestaat uit een architectuur en dataservices waardoor meerdere endpoints in hybride cloudomgevingen over dezelfde mogelijkheden beschikken. Organisaties kunnen zo datamanagement standaardiseren voor apparaten in de cloud, on-premise en aan de edge. Een datafabric biedt mogelijkheden om kosten, performance en efficiëntie van data te bewaken.
Een organisatie die kiest voor een datafabric krijgt nieuwe mogelijkheden voor een duurzame datastrategie, omdat de locatie van de opslag van data centraal staat. Data hebben min of meer de neiging om te blijven op de plek waar ze worden opgeslagen. Als het noodzakelijk is data op een andere plek te gebruiken, heeft dat redundanties of kostbare migraties tot gevolg. Organisaties die kiezen voor een datafabric hebben dit probleem niet, omdat deze aanpak data overal en op elk moment beschikbaar maakt ongeacht de plek waar deze staan opgeslagen, ongeacht of dat nu on-premise, in een eigen datacenter of bij een externe cloudprovider is.
Hyperscalers, cloudproviders en datacenters hebben over het algemeen meer mogelijkheden dan een individuele organisatie om milieuvriendelijker te opereren. Ze kunnen bijvoorbeeld een samenwerkingsverband aangaan met een lokale aanbieder van een wind- of zonnepark voor het afnemen van elektriciteit. Ongebruikte opgewekte elektriciteit kan ten goede komen aan bedrijven en bewoners in de regio.
Combinatie on-premise en cloud
Het verplaatsen van grote hoeveelheden data naar een datacenter heeft nog een voordeel. Een datacenter is namelijk altijd voorzien van krachtige en efficiënte hardware met energiezuinige processoren. Elektriciteit is altijd een belangrijke kostenpost voor datacenters. Daarom zoeken specialisten van het datacenter voortdurend naar manieren om op stroomkosten te besparen. Natuurlijk vragen de energiebesparende maatregelen doorgaans ook om investeringen, maar deze kosten zijn te verdisconteren over een groot aantal klanten.
Organisaties die over een eigen datacenter beschikken, kunnen ook van deze voordelen profiteren. Met een datafabric-strategie kunnen ze op basis van hun specifieke eisen de opslaglocaties van hun data naar eigen inzicht inrichten en zo de meest kostenefficiënte en duurzame combinatie van on-premise en cloud toepassen.
Dit alles maakt een degelijke datastrategie niet overbodig. Zelfs voor organisaties die met data in de (hybride) cloud werken, moeten niet onnodig veel data opslaan, omdat overbodige data in de cloud ook verspilling is. Organisaties betalen dan namelijk voor opslagcapaciteit die ze niet gebruiken en maken aanspraak op resources die elders beter ingezet kunnen worden. Daarom is het goed om te pleiten voor een holistische aanpak: welke data genereert een organisatie en wat is de toegevoegde waarde hiervan? Is het ook noodzakelijk om deze data op te slaan en als dat het geval is: waar gaan we deze data dan opslaan?
Deze aanpak in combinatie met een datafabric kan het percentage overbodig opgeslagen data verlagen, verspilling van middelen beperken en – als alles volgens plan verloopt – de gehele operatie duurzamer maken.
Meningen over het percentage data wat na eenmaal aangemaakt niet meer gebruikt wordt verschillen maar het is altijd meer dan de helft. Wat betreft de toegevoegde waarde van de bewijslast zou ik de data niet weggooien, de partij van de Veel Vergeten Data struikelt nog steeds over de bonnetjes doordat ze archiveren via de versnipperaar. Datafabric of niet ik zou beginnen met dataclassificatie want meer dan driekwart van de data is namelijk koud, ijskoud. En wat betreft de gletsjer aan data is tape niet dood maar groen. Het is dus niet waar, maar hoe gaan we de data opslaan.