Slechts een kwart van alle gebruikers van low-code-platforms zijn zakelijke gebruikers zonder technische achtergrond. Waarom is dit percentage zo laag? En belangrijker: met welke voordelen gaat het opkrikken van dit percentage gepaard?
Low-code-applicatie-platforms (lcap’s)werden ontwikkeld als omgevingen waarin zowel gevorderde programmeurs als zakelijke gebruikers software op maat kunnen ontwikkelen. In die zin zijn het veelbelovende oplossingen met een al even ambitieuze doelstelling. Ondanks het toenemende gebruik van deze platforms zouden bedrijven meer kunnen doen om de volle potentie van deze platforms te benutten.
Lcap’s hebben de afgelopen jaren het volwassenheidsstadium bereikt. De resulterende applicaties en it-diensten zijn krachtiger en bruikbaarder geworden en zelfs uitgegroeid tot pijlers voor zakelijk succes. Het is dus niet verrassend dat deze markt een explosieve groei doormaakte. In 2020 was er sprake van een wereldwijde omzet van dertien miljard dollar, en volgens de prognoses zal er in 2025 maar liefst 47 miljard dollar in deze markt omgaan. Zullen deze verwachtingen uitkomen? Het antwoord op die vraag ligt bij middelgrote en grote ondernemingen. Dit zijn de belangrijkste gebruikers van lcap’s, en in dit marktsegment is ook sprake van de snelste groei.
Gedurende de marktontwikkeling van de afgelopen jaren is één aspect van low-code echter onveranderd gebleven. Slechts een kwart van alle gebruikers van lcap’s zijn zakelijke professionals zonder technische achtergrond. Dat betekent dat driekwart van de ontwikkeling van oplossingen door it-professionals wordt waargenomen. En zoals we allemaal weten zijn die schaars. Wat is hier de oorzaak van?
Redenen en risico’s
Er zijn diverse redenen voor deze scheefgroei aan te wijzen. Eén daarvan is dat grote ondernemingen prioriteit toekennen aan de ontwikkeling van bedrijfskritische oplossingen, en die vragen om uitgebreide technische expertise. It-afdelingen houden daarmee onvoldoende tijd over voor het assisteren van zakelijke gebruikers of het ondersteunen van de oplossingen die zij zelf ontwikkelen.
Andere redenen zijn dat niet-technische gebruikers zich door de software geïntimideerd voelen, worden opgeslokt door hun dagelijkse verantwoordelijkheden, onvoldoende worden aangemoedigd door hun werkgever of uit frustratie het platform voor gezien houden.
Als het percentage niet-technische gebruikers van low-code-platforms daalt, bestaat daarmee het gevaar dat de ontwikkeling van maatwerk uitgroeit tot een discipline die niet langer in relatie staat tot de werkelijke bedrijfsbehoeften. We hebben het dan over een situatie waarin de it-afdeling louter oplossingen ontwikkelt voor technische of structurele problemen in plaats van tools die ondersteuning bieden voor de dagelijkse workflow. Hierdoor zullen geen grote voordelen uit low-code-ontwikkeling geput kunnen worden.
Om rendement op een investering in een low-code-platform te realiseren moet meer dan een kwart van alle gebruikers van buiten de it-afdeling afkomstig zijn. De vertegenwoordiging van meer krachten zonder programmeervaardigheden zal bijdragen aan een effectievere samenwerking met de it-afdeling. En dat zal op zijn beurt leiden tot de ontwikkeling en implementatie van geavanceerdere, optimaal schaalbare oplossingen die bedrijfsbreed kunnen worden ingezet.
Hier is dus sprake van een gat in de markt, en er is een manier om dat te dichten, namelijk door samenwerking. Lcap’s moeten makkelijk te gebruiken zijn voor niet-technisch personeel en de communicatie en samenwerking met de it-afdeling bevorderen. Op die manier kunnen zakelijke gebruikers ideeën aandragen en beginnen met de ontwikkeling van oplossingen terwijl het zwaardere technische werk, zoals de ontwikkeling van compliance-mechanismen en systeemintegratie aan de IT-afdeling kan worden overgelaten. Om niet-technische gebruikers meer op hun gemak te laten voelen bij low-code kunnen it-afdelingen mensen uitnodigen om prototypes van nieuwe applicaties binnen het platform uit te testen. Zakelijke gebruikers raken op die manier vertrouwd met het lcap. Daarmee wordt de aanzet gegeven tot de uitwisseling van feedback en samenwerking met ervaren programmeurs. Veel grote organisaties hebben plannen aangekondigd voor, of zijn al begonnen met citizen developer-programma’s die zakelijke gebruikers stimuleren om een beroep te doen op low-code-platforms als middel om de last van de it-afdeling te verlichten en de kosten rond softwareontwikkeling te reduceren.
Mogelijkheden voor niet-technische gebruikers
Intensiever gebruik van low-code-platforms door zakelijke professionals kan middelgrote tot grote ondernemingen jaarlijks tal van manuren en miljoenen euro’s besparen.
In 2019 publiceerde Forrester een whitepaper waarin het stelde dat krappe derde van alle bedrijven met een low-code platform hun lcap niet hebben gebruikt voor de ontwikkeling van hun meest waardevolle applicaties. Dit zijn applicaties die bijdragen aan klanten- en omzetgroei en de operationele efficiëntie en productiviteit een boost geven. Dat is waar niet-technische gebruikers van lcap’s het verschil kunnen maken. Salesteams, marketingmanagers, medewerkers van de financiële afdeling, afdelingshoofden, hr-medewerkers, vertegenwoordigers… Meer dan it-professionals zijn dit de mensen die over de domeinexpertise beschikken die nodig is voor het identificeren van vormen van inefficiëntie en nieuwe omzetkansen. In een ideale ontwikkelingsomgeving vinden deze ideeën hun neerslag in maatoplossingen die in samenwerking met de it-afdeling worden ontwikkeld en onderhouden. Vanwege het gebruiksgemak en de krachtige mogelijkheden van moderne low-code-platforms is het voor niet-technische gebruikers zonder meer mogelijk om geavanceerde en schaalbare tools te ontwikkelen. Bedrijven zouden daarom moeten zorgen voor een juiste bedrijfscultuur en financiële prikkels om het gebruik van deze platforms te bevorderen.
Domeinexpertise
Er lijkt onder zakelijke besluitvormers een groeiend besef te zijn dat er meer domeinexpertise van niet-technische medewerkers nodig is voor de ontwikkeling van hoogwaardige maatoplossingen. Dit uit zich in de snelle groei van het aantal grote ondernemingen dat citizen developer-programma’s opzet. Deze ontwikkeling kan bijdragen aan een betere balans ten aanzien van wie gebruikmaakt van low-code-platforms en voor welk doel. De hierboven beschreven maatregelen zouden getroffen moeten worden om het percentage van 25 van zakelijke gebruikers op te krikken.
(Auteur Sridhar Iyengar is managing director Europe bij Zoho.)
Kijk aan, weer een advertorial welke ons moet overtuigen van low-code terwijl de geclaimde zakelijke successen ervan nogal onbewezen zijn. Maar de leukste is het verwijt over IT-afdelingen die geen tijd hebben om gebruikers te helpen met het ontwikkelen van applicaties omdat ze druk zijn met het licht aan houden van bedrijfskritische systemen. Doet me denken aan een uitspraak die ik ooit deed in een Computable panel over zelf de broek ophouden met BYO omdat code zichzelf niet onderhoud. Oja, citizen developers die alleen maar bezig zijn met omzet vergeten dat er nog zoiets is als compliance want het zakelijke succes van boetes kent ook nog de echo van imagoverlies. Het kan wel maar het mag niet gaat trouwens niet alleen om de privacy want er zijn ook wat boekhoudkundige regels waaraan voldaan moet worden.
Je kunt tenslotte je omzet verhogen door het met een negatieve marge weg te geven, de nettowinst voor belastingen is een andere KPI als we kijken naar de bedot.com economie. Best lullig als je geïnvesteerd hebt in een LCAP en de leverancier hiervan vervolgens failliet gaat waarna je met een stuk legacy zit. Wat betreft de lifecycle van business services en snelle ontwikkelingen van applicaties hebben we gelukkig de bonnetjes nog want de claim van een zakelijk succes gaat om de bewijslast. Oja, de escrow-regeling voor continuïteit heeft natuurlijk niks met techniek te maken maar om een oplossing op basis van reversed engineering te vervangen is het wel handig als er enige ontwerpen zijn. Veel ongedocumenteerde applicaties van citizen developers zijn namelijk de black-boxes van onbegrijpelijke modellen welke iets claimen wat niet onafhankelijk te bewijzen valt.