De EU-lidstaten en het Europees Parlement hebben een akkoord bereikt over de herziening van de zogenoemde EU Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn (NIB2). Beter beveiligde netwerk- en informatiesystemen en een meldplicht voor ernstige cyberincidenten moeten de digitale veiligheid in de Europese Unie (EU) verhogen.
Spelers in de levensmiddelensector (industriële voedselproductie en distributie zoals grotere supermarktketens), maar ook partijen in de chemische- en maakindustrie, afvalverwerking, post- en koeriersdiensten en datacenters moeten vanaf medio 2024 passende cybermaatregelen nemen. Nederland zet zich al jaren in voor Europese afspraken op dit gebied.
Onder de huidige richtlijn zijn aanbieders van essentiële diensten (zoals banken, drinkwater, energie) en digitale partijen (zoals clouddiensten, online-marktplaatsen) door de Rijksoverheid al aangewezen om maatregelen te nemen voor hun digitale veiligheid en ernstige cyberincidenten te melden. Hierop is ook toezicht. Het NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum) van het ministerie van Justitie en Veiligheid geeft bijstand en advies aan de essentiële diensten en het CSIRT DSP (Computer Security Incident Response Team, onderdeel van het ministerie van EZK) doet dit voor de betreffende digitale dienstverleners.
Uitbreiding sectoren
Vanaf medio 2024 wordt het aantal sectoren fors uitgebreid. De herziene NIB2-richtlijn kent dan twee categorieën: essentiële aanbieders en belangrijke aanbieders. Bij de essentiële aanbieders, voornamelijk partijen uit Nederlandse vitale sectoren, is het toezicht straks proactief.
Bij de belangrijke aanbieders vindt het toezicht achteraf plaats, als er aanwijzingen zijn dat er sprake is van een incident. Dit zijn voornamelijk (middel)grote partijen, waarbij verstoring geen zeer ernstige maatschappelijke of economische gevolgen zal hebben.
Naast de meldplicht moeten alle aanbieders die onder de herziene richtlijn gaan vallen ook veiligheidsmaatregelen gaan nemen; de zogenaamde zorgplicht. Het gaat danom het verhogen van de beveiliging van hun toeleveringsketen en het op orde brengen van de wijze van afhandeling van cyberincidenten.
Geen lege schappen
Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius benadrukt in een reactie op het EU-akkoord dat cyberincidenten niet stoppen bij de landsgrenzen: ‘We zijn steeds meer afhankelijk van digitale processen, zeker nu we sinds corona steeds meer thuiswerken. Daarnaast zien we een groeiende digitale dreiging van zowel criminelen als statelijke actoren die, met een oorlog aan de oostgrens van Europa, voorlopig nog niet af gaat nemen.’ Het is volgens haar dan ook ‘noodzakelijk’ om een volgende stap te zetten om het niveau van cybersecurity in de EU te verhogen. ‘Hiermee voorkomen we dat digitale incidenten onze maatschappij ontwrichten.’
Micky Adriaansens (minister van Economische Zaken en Klimaat) wijst erop dat we alert moeten zijn op de risico’s van cyberaanvallen. ‘De impact kan groot zijn, zoals lege schappen in de winkels of uitval van industriële productie’ Volgens de VVD-minister blijft het regelen van de digitale veiligheid een eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en consumenten. ‘Maar met deze wetgeving kunnen we wel een stap zetten om te zorgen dat het niveau van cyberbeveiliging omhoog gaat bij middelgrote partijen in meer belangrijke sectoren.’
Na stemming in het Europees Parlement wordt de richtlijn naar verwachting in de herfst van dit jaar gepubliceerd en kan deze daarna voor medio 2024 worden omgezet in nationale wetgeving.