Na twee jaar van gedwongen Covid-isolement vond er weer een editie plaats van de technologie- en industriebeurs Hannover Messe. Het vierdaagse evenement trok 75.000 bezoekers die kennis konden nemen van producten en diensten, geleverd door 2.500 exposanten.
De aantallen liggen beduidend lager dan bij de beurs in 2019, de laatste voor het uitbreken van de pandemie. Toch spreekt de organisatie van een succes en zijn de verwachtingen voor volgend jaar hooggespannen. Twee derde van de exposanten heeft al te kennen gegeven volgend jaar weer mee te doen.
De Duitse beursorganisator is van mening dat de beurs op het juiste moment is gehouden in een periode van onzekerheid over de werking van internationale toevoerketens, energieprijzen, inflatie en klimaatveranderingen. Aan dit laatste kunnen we misschien meer doen dan we denken in samenhang met het veiligstellen van de energievoorziening. Op dat vlak toonde de beurs concrete oplossingen en veelbelovende technologische concepten.
Vier dagen lang bood Hannover een blik op de toekomst met een duidelijk signaal: een pandemie en geopolitieke conflicten kunnen de industriële transformatie niet stoppen. Het proces van digitalisering en het streven naar duurzaamheid wordt opgevoerd. Voor industrieland Duitsland – maar eigenlijk voor alle landen waar industriële activiteiten serieus worden genomen – is een bijeenkomst als de Hannover Messe onvervangbaar als instrument voor het gaande houden van de dialoog tussen de politiek en het bedrijfsleven.
Wirtschaft Wunder
Vanwege de Covid-perikelen was het tijdstip van het vierdaagse evenement verplaatst van april naar eind mei, begin juni. Nu konden bezoekers ongestoord op de beursvloer rondlopen zonder zich overal te moeten laten testen of vaccinatiebewijzen te tonen.
De eerste Hannover Messe vond 75 jaar geleden in de zomer plaats. Op initiatief van de geallieerde bezettingsmacht werd er 21 dagen lang een beurs georganiseerd waarmee het Duitse bedrijfsleven zijn industriële potentie kon tonen aan de rest van de wereld. De beurs bleek een schot in de roos. Het was het begin van het ‘Wirtschaft Wunder’, dat West-Duitsland opstuwde naar de top van de wereldeconomieën. Sedert de eerste Messe zien vele nieuwe concepten voor industriële productie en bedrijfsvoering het levenslicht in Hannover. In 2014 was Nederland gastland van de beurs. Toen werd het thema Industrie 4.0 geïntroduceerd met de grootschalige invoering van digitale systemen binnen operationele processen.
Voltooiing ot-it-integratie
De ot-it-integratie is niet overal volledig voltooid, maar heeft zijn waarde wel bewezen. Constructeurs en werktuigbouwers denken allang niet meer in louter analoge en mechanische structuren, maar bedienen zich net als it-ontwikkelaars op grote schaal van geavanceerde softwareproducten en ontwikkeltools, teneinde hun computergestuurde installatieconcepten te concretiseren in zowel een fysieke als een digitale representatievorm (digital twin).
De CeBIT, de specifieke it-beurs van Hannover, bestaat niet meer. Die is overbodig in het licht van het huidige expositieprogramma van de Hannover Messe. Informatietechnologie is onderdeel geworden van een groter geheel: een data-gestuurde omgeving voor het beheren van efficiënte processen binnen een duurzame samenleving. De energietransitie stond in bijna alle hallen centraal met een grote verscheidenheid aan oplossingen vanuit diverse invalshoeken. Opvallend was het rotsvaste vertrouwen van veel partijen in waterstofgas als nieuwe energiebron. Concepten en panklare oplossingen lagen voor het grijpen in de zeer grote hal 13. Het Karlsruhe Institute of Technology (KIT) nam een prominente plaats in. Maar ook kleinere partijen, waaronder het Nederlandse Resato, vertoonden hun kunsten. Met negen operationele vulstations timmert het bedrijf uit Assen aan de groene weg door ons land. De vulstations worden geheel in eigen huis ontwikkeld.
Kubernetes op eigen paas
De Nederlandse inbreng was verder terug te vinden op het ‘Oranje’-paviljoen met de op waterstof draaiende raceauto van de TU Delft, trendy uitgevoerde elektrische bromfietsen en een speciaal vaartuig voor het schoonmaken van wateroppervlakten. Daartussen bevond zich ook Red Kubes, een startup uit Utrecht met een tool (Otomi) voor het snel ontwikkelen en uitrollen van cloudnative-applicaties in een Kubernetes-omgeving op een paas-platform in eigen beheer. Of de drie top aanbieders van wereldwijde ’managed cloud’-diensten wakker liggen van het concept uit de Domstad, is nog maar de vraag. De prominente aanwezigheid van Microsoft, Amazone en Google op de Messe met hun pallet aan industriële cloudoplossingen kon niemand ontgaan.
A new kid on the block in het cloud-geweld is Palantir, een softwarebedrijf ontstaan in Californië, maar nu met een hoofdkantoor gevestigd in Colorado. De productlijn van applicaties voor bedrijfsvoering komt nagenoeg overeen met die van SAP. In tegenstelling tot de Duitse grootmacht zijn de softwaremodules van de Amerikaanse ’superscale-up’, gevat in de merknaam Foundry, van nature cloudgebaseerd en ai-gedreven. De software kenmerkt zich door de integratiemogelijkheden met een brede reeks software van andere partijen.
Het eveneens Amerikaanse Intersystems presenteerde zich ook tussen de industriële softwareaanbieders. Zijn software geniet in veel landen bekendheid in de zorgsector. Enkele jaren geleden werd de productlijn vernieuwd met een nieuwe generatie ontwikkeltools onder de naam Iris. Op basis daarvan is het bedrijf parallel aan de trajecten voor de zorgsector, gestart met de ontwikkeling van branchegerichte standaardoplossingen. Hoewel een ’proof of concept’ in ons land tot tevredenheid werd uitgevoerd, heeft er geen operationele oplevering plaatsgevonden van de industriegerichte Iris-variant. In Duitsland liggen er op dat vlak meer kansen voor het data gedreven ontwikkelplatform.
Ai voor Portugese wijn
De Portugezen hadden de insteek van de beurs goed begrepen. Over de aanwezigheid van het vakantieland op het Iberisch schiereiland toonde menig bezoeker zich verbaasd. Op het it-vlak heeft Portugal zijn sporen verdiend met low-code-specialist Outsystems en aanpalende dienstverleners. Maar ook op het gebied van metaalbewerking voor bijvoorbeeld de automotive-sector biedt het land onderdak aan talloze innovatieve bedrijven. Op stands in vijf hallen met verschillende thema’s presenteerde het Zuid-Europese land zich onder de noemer ‘Talented People. Creative Solutions’. Een voorbeeld van praktische creativiteit viel aan te treffen bij Winegrid, een bedrijf gespecialiseerd in slimme technologie voor oenologie, de wetenschap gericht op de biochemische aspecten van de wijnproductie.
Volgens commercieel directeur João Torres ligt de oorsprong van het bedrijf bij wetenschappers die besloten hun talenten aan te wenden voor de wijnsector. Zij ontwikkelden een oplossing voor het monitoren van het fermentatieproces. Met ai-gedreven software, gekoppeld aan sensoren, geschikt voor toepassing in vaten, tanks en flessen laten alle stadia in het wijnontwikkelproces zich automatisch volgen via dasboards. Voor het controleren van temperatuur, dichtheid en niveau van de fermenterende druivensappen volstaat een digitaal platform, opgebouwd met iot sensoren, alsmede lora- en wifi-connecties.
Onderdelen printen op afroep
Additieve productie is de gamechanger bij de productie van reserveonderdelen. Het in laagjes opbouwen van materialen via 3d-printtechnologie is geheel ingeburgerd. Het Daimler Benz-concern zocht een oplossing als alternatief voor het jarenlang in voorraadhouden van gangbare reserveonderdelen. Printen op afroep van de gevraagde componenten bij de dichtstbijzijnde eigen vestiging, een dealer of een productiepartner, is een remedie tegen hoge transportkosten of de kosten voor jarenlang opslag. Daimler Benz sloot een overeenkomst met een Chinese 3d-printerleverancier, maar bedong wel dat die de software en data voor de te printen onderdelen liet versleutelen via het beveiliging- en licentieringsysteem van het Duitse Wibu-Systems. Zonder een geldige dongle is printen niet mogelijk en kan niemand bij de data met printspecificaties.