Nederland staat voorlopig nog vrij eenzaam in haar strijd tegen de koppeling van één Europees identiteitsnummer aan een Europese digitale identiteit (eID). Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitale Zaken) heeft haar Europese ambtgenoten vandaag tijdens de Telecomraad in Luxemburg voorgesteld op zoek te gaan naar een alternatief voor een centraal Europees identiteitsnummer.
Van Huffelen heeft andere lidstaten uitgenodigd samen met Nederland zo’n decentrale oplossing te ontwikkelen. Maar erg veel medestanders zijn hiervoor nog niet. Alleen Duitsland en Portugal voelen wel wat voor het Nederlandse standpunt. Maar volgens de bewindsvrouw is het nog geen verloren race. Een aantal landen oriënteert zich nog.
De Tweede Kamer stuurde Van Huffelen afgelopen donderdag naar de Telecomraad met de opdracht zo’n Europees identiteitsnummer tegen te houden. Omdat Nederland in deze kwestie geen vetorecht heeft, zal het op haar overredingskracht aankomen. Volgens een woordvoerster heeft Van Huffelen vandaag goede bilaterale gesprekken met andere Europese landen kunnen voeren.
De staatssecretaris is het overigens wel eens met de Tweede Kamer dat een decentraal systeem zonder centraal nummer veruit de voorkeur heeft. ‘Het is een nee, tenzij’, aldus Van Huffelen die sterk hecht aan behoud van een nationaal nummer. Veel EU-lidstaten willen echter één Europees id-nummer omdat dat veel eenvoudiger werkt.
Europees systeem
Een grote meerderheid in de Tweede Kamer vraagt de regering het gebruik van de Europese eID, het elektronisch identiteitsbewijs met chip, niet indirect te verplichten. Dit kan door te waarborgen dat online toegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD. De Kamer streeft naar Europese afspraken om elkaars systemen te gebruiken, maar zonder verplichting tot het gebruik van een centraal Europees systeem.
Een digitale wallet waarmee mensen zich overal in de Europese Unie kunnen identificeren en elektronische documenten kunnen delen, heeft wel de volle steun van de Kamer.
De Kamer wil dat burgers DigiD ook in andere lidstaten kunnen gebruiken. In een aantal landen kan dat al, maar dit werkt nog lang niet overal goed. De meeste Europese landen denken aan een Europees burgerservicenummer (bsn), niet alleen als basis voor internationale identificatie maar ook om overal in de EU je digitale handtekening te kunnen zetten. Ook moet de mogelijkheid bestaan om documenten te delen, zoals een rijbewijs.
Tegen
Een Kamermeerderheid is overigens tegen een Europees bsn-nummer. VVD, D66, GroenLinks, SP en ChristenUnie twijfelen of dat veilig is. Bovendien worden vraagtekens gezet achter de noodzaak ervan. Het VVD-kamerlid Rajkowski wil geen centrale plek in Europa waar allerlei persoonsgegevens worden opgeslagen. Ook het D66-kamerlid Dekker en SP-kamerlid Leijten zijn hier geen voorstander van.
De ChristenUnie wil ook voorkomen dat private partijen gebruik van de Europese digitale identiteit kunnen eisen. Het Kamerlid Ceder vraagt van het kabinet een garantie dat de Europese digitale ID volledig vrijwillig blijft.