De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en haar Europese evenknieën werken steeds vaker samen. Afgelopen jaar gebeurde dat in ruim vijfhonderd internationale onderzoeken, waarvan 141 werden afgerond. Dat meldt de European Data Protection Board (EDPB), het Europese samenwerkingsverband van privacytoezichthouders.
De toezichthouders spraken onlangs af om hun samenwerking te intensiveren, laat Aleid Wolfsen weten. Hij is voorzitter van de AP en vicevoorzitter van de EDPB. Zo bepalen de partners welke grote internationale privacyzaken prioriteit krijgen en ze snel gezamenlijk willen oplossen. Ze zetten ook meer gezamenlijke taskforces op en wisselen vaker strategische informatie uit.
Bovendien besloten de toezichthouders dat burgers met privacyklachten telkens terecht kunnen bij één loket. Dat loket is dan de toezichthouder van het land waarin de organisatie waarover de klachten gaan, haar Europese hoofdvestiging heeft. Andere toezichthouders kijken wel mee indien de klachten ook gevolgen hebben voor inwoners van andere landen.
Ter plaatse
Wolfsen meldt dat je als Nederlander via de AP een privacyklacht kunt indienen bij een toezichthouder elders in Europa. ‘Als er iets misgaat met jouw data in een ander land, is het wel zo fijn dat je je klacht gewoon bij de AP kunt indienen. En dat de toezichthouder ter plaatse de klacht onderzoekt.’ Zo legde de Spaanse toezichthouder in 2021 een boete op aan een wervingsbureau, naar aanleiding van een klacht uit Nederland.
Opvallende privacyzaken die vorig jaar in Europa speelden, waren de boete van 225 miljoen euro aan Whatsapp-moederbedrijf Meta en de boete van 750.000 euro aan Tiktok. Laatstgenoemde was opgelegd door de AP zonder afstemming met andere toezichthouders, doordat Tiktok destijds nog geen Europees kantoor had. Inmiddels is er een vestiging in Ierland en worden privacyzaken dus door de Ierse toezichthouder geleid.