Centric heeft bakzeil gehaald bij de rechtbank in Almelo. De it-dienstverlener uit Gouda krijgt geen toestemming om voor 1,96 miljoen euro beslag te leggen bij de ex van enig aandeelhouder Gerard Sanderink.
De vordering van Centric werd volledig van tafel geveegd. Het bedrijf kon op geen enkele manier aantonen dat het door toedoen van deze ex schade had geleden.
Centric laadde de verdenking op zich dat de poging tot beslaglegging alleen maar was bedoeld om de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis te frustreren. Eind november 2021 bepaalde de Haagse rechter dat Sanderink voor 1,96 miljoen euro aan verbeurde dwangsommen aan zijn ex Brigitte van Egten moest betalen, onder meer wegens het wissen van bewijsmateriaal uit zijn telefoon. Sanderink weigerde dit bedrag vrijwillig te betalen, waarna zijn ex opdracht gaf om landerijen van de Twentse zakenman te veilen. Twee dagen later beloofde Sanderink binnen twee weken te betalen. De veiling werd opgeschort.
Sanderink liet echter zijn bedrijf Centric in de tussentijd een tegenclaim indienen. Net op de dag dat Sanderink had beloofd met de 1,96 miljoen euro over de brug te zullen komen, kreeg Centric verlof om een zogenoemd derdenbeslag op dat geld te leggen. Zo dacht de koppige zakenman niet te hoeven betalen. Volgens Centric-directeur Johan Taams was het moment van beslaglegging ’toevallig’ gekozen, terwijl ook de hoogte van de claim ’toevallig’ overeenkwam.
De uitspraak gisteren van de rechter in Almelo haalt een streep door dit opzetje. Bovendien heeft de rechter er een stokje voor gestoken dat Centric in deze zaak opnieuw beslagen probeert te leggen. Als dat toch gebeurt, moet Centric één miljoen euro aan Sanderink’s voormalige vriendin betalen. Op deze manier voorkomt de rechter dat Centric al dan niet in opdracht van Sanderink met juridische foefjes Van Egten probeert uit te putten.