De Tweede Kamer wil dat de regering bij het ontwikkelen van nieuwe digitale middelen mensen altijd een gebruiksvriendelijk niet-digitaal alternatief biedt. Een motie daartoe van SP-kamerlid Renske Leijten werd gisteren met grote meerderheid aangenomen.
Het contact met de overheid moet laagdrempelig en eenvoudig zijn, zodat iedereen mee kan doen. De samenleving digitaliseert in verregaande mate, maar ruim vier miljoen Nederlanders zijn digitaal niet (voldoende) vaardig of willen niet langs de digitale weg communiceren.
Aanleiding tot de motie is het plan van de regering om de sms-notificatie bij DigiD uit te faseren. In plaats daarvan wil men een digitale identiteit ontwikkelen. Verder zet de overheid sterk in op digitaal contact met burgers.
Een andere motie verzoekt de regering het gebruik van de Europese eID, het elektronisch identiteitsbewijs (met chip), niet indirect te verplichten. Dit kan door te waarborgen dat online toegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD.
Verder wil de Kamer dat overheidsdiensten, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties altijd offline mogelijkheden bieden. Daartoe moet de regering een plan van aanpak maken. Ook is een Kamermeerderheid voor het wettelijk borgen dat gebruik van een digital wallet altijd vrijwillig is.
Geen marketingtaal
Daarnaast vraagt de Kamer om een scan van apparatuur of software van organisaties uit landen met een offensieve cyber-agenda die tegen Nederland is gericht. Eerder deed staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering) de toezegging om te onderzoeken hoe betrokken (Russische) bedrijven kunnen worden geweerd uit aanbestedingen van de rijksoverheid. Maar een aangenomen motie van VVD en PVV vraagt de regering daar ook de vitale sector bij te betrekken.
Tenslotte wil de Kamer dat ze voortaan zakelijker en via het format van een normale kamerbrief wordt ingericht over de I-strategie van het Rijk. Op nodeloos uitgebreide en overdreven vormgegeven reclamebrochures zit de Kamer niet te wachten. Aanleiding tot de onvrede is dat de wollige marketingtaal waarmee het beleid wordt verwoord.