Als er een nieuwsbericht is over onze spoorwegen is het zelden positief nieuws. Het is nooit ‘NS heeft de snelste gratis wifi van Nederland’ of ‘Restauratiewagen terug in de coupé’. Het gaat meestal over blaadjes op de rails, bevroren wissels of vertragingen omdat de trein weer wind tegen heeft.
Ook deze week was het weer prijs. Dit keer was het een softwareprobleem. Het planningsprogramma, of nog erger, de planningsprogramma’s (blijkbaar heeft de NS er meerdere) deden niet wat ze moesten doen. Hierdoor wist niemand meer wat ze moesten doen en konden de treinen niet meer rijden.
Vanzelf
Vroeger hadden ze een spoorboekje en een planbord, toen had je dat probleem niet. Natuurlijk hadden treinen ook wel eens vertraging, maar dat kwam dan omdat de stoker en de machinist in plaats van op het planbord te kijken, een kommetje hete soep zaten te eten. Maar dan ging de trein wel vanzelf.
Als nu de software eruit ligt, dan gaat niks meer vanzelf. Sterker nog, dan kunnen we niks meer. Onze puberdochters hebben deze smoezen ook altijd. ‘Ik kan geen huiswerk maken want het systeem ligt eruit’, roepen ze dan. Netflix doet het gek genoeg wel altijd.
Nog minder
We kunnen niets meer zonder onze systemen. We zijn robots geworden die luisteren naar software. Zodra de stekker eruit gaat weten we niet meer wat we moeten doen. Zodra het systeem eruit ligt, kunnen we geen reis meer boeken, niet meer daten, weten we de weg niet meer en vervelen we ons de tandjes.
Vroeger had men dat met stroom. Als deze dan uitviel had je negen maanden later vaak een geboortegolf. Geboortebeperking werkte toen blijkbaar op stroom. Maar de stroom valt bijna nooit meer uit. En dat is maar goed ook anders reden de treinen nog minder.